De cellen binnen het klompje gaan het uiteindelijke embryo zelf vormen (zij worden de embryoblast genoemd en zijn te verdelen in epiblast en hypoblast); de cellen die aan het oppervlak liggen, gaan de vruchtvliezen en placenta vormen (zij worden de trofoblast genoemd).
Een blastocyste of blastula is een hol balletje, typisch voor de embryonale ontwikkeling van met name gewervelde dieren, dat tijdens het delen van een bevruchte eicel (zygote) ontstaat. De holte wordt blastocoele of blastoceel genoemd.
Het embryo in ontwikkeling bestaat uit ongeveer 6 tot 8 cellen. Het embryo groeit en ontwikkelt zich tot een morula. De cellen van de morula gaan door met delen en er volgen twee stadia: compactie (dag 4) en cavitatie (dag 4/5), voordat ze zich ontwikkelen tot een blastocyste.
De neurale lijst is een mesoderm-vormende structuur, die tijdelijk aanwezig is tijdens de embryogenese van gewervelde dieren. De neurale lijst is te definiëren als het marginale deel van het neurectoderm of, wanneer de neurale wallen verkleefd dan wel gefuseerd zijn, als het dorsale deel van de neurale buis (figuur).
Ontstaan van de chorionholte en de hechtsteel
Vanaf dag 9 wordt het weefsel tussen de trofoblast en de embryonale schijf, amnion en dooierzak dikker (afb. 13). Dit weefsel wordt extra embryonaal mesoderm genoemd (extra = buiten). Een verwarrende naam, omdat het weefsel binnen het embryo ligt.
Wat is een foetus? Foetus is de benaming voor je baby in je buik vanaf het moment dat hij 9 weken oud is totdat hij geboren wordt. In de foetale periode rijpen de organen verder uit, groeit je kindje hard verder, kweekt hij spiertjes en vetlaagjes en wordt alles in zijn lijfje meer op elkaar afgestemd.
In het vroegste stadium van je zwangerschap wordt je baby een embryo genoemd. Deze fase duurt tot en met ongeveer acht weken. Daarna wordt je baby een foetus genoemd.
Als de bevruchting van de eicel heeft plaatsgevonden, smelten het DNA van jou en je partner samen en starten de eerste celdelingen. Het klompje cellen reist door van je eileider naar je baarmoeder. Daar nestelt de bevruchte eicel zich in het slijmvlies van je baarmoederwand in.
Tijdens de innesteling nestelt de bevruchte eicel zich in je baarmoeder in. De eicel 'boort' zich in je baarmoederwand en groeit vanuit daar verder. Het embryo gaat nu ook het hormoon hCG maken. Vanaf dit moment ben je zwanger.
De morula (Latijn voor moerbeitje) is een embryo in de vroegste embryonale ontwikkeling, bestaande uit 16 tot 32 kleine diploïde cellen, die in de glashuid zitten.
Op dag één ondergaat de bevruchte eicel (zygote) een eerste deling. Daarbij ontstaan twee cellen (blastomeren), die in principe van gelijke grootte zijn. Op dag twee deelt elke blastomeer nog eens in twee gelijke cellen, waardoor het embryo in een viercellig stadium komt.
Identificatie van embryo's met ontwikkelingsmogelijkheden mogelijk. Slechts 20-30% van de bevruchte eicellen ontwikkelt zich tot blastocyste. Wanneer een embryo dit stadium eenmaal bereikt heeft, is de kans op innesteling ook groter.
Een blastocyst zal zich na embryotransfer sneller innestelen dan een embryo op dag drie (dit zal nog 2-3 dagen moeten 'overleven' in de baarmoeder) Wanneer de omgeving in de baarmoeder minder gunstig is voor de ontwikkeling van een embryo kan een blastocyst- transfer nuttig zijn.
In de eerste dagen na de bevruchting delen de nieuw ontstane cellen zich tot een klompje van ongeveer honderd cellen dat de blastocyst wordt genoemd. Die blastocyst – zo groot als de punt van een speld – bestaat uit drie verschillende weefsels die kiemlagen worden genoemd.
Men kan al een hoofdje, de delen van het gezicht en een romp onderscheiden. De armen en benen worden gevormd, net als het skelet en het zenuwstelsel. Aan het einde van de 2de maand beschikt het embryo over al zijn organen, zoals de hersenen en de longen, maar die zijn natuurlijk nog niet volgroeid en werken ook niet.
De baby denkt wel degelijk na.” En dat gebeurt al vóór de geboorte, zo concludeert Nossent uit diverse binnen- en buitenlandse onderzoeken. “Minimaal een maand voor de geboorte leren baby's al talige geluiden van buiten de baarmoeder herkennen.
Tot week 22 van de zwangerschap heeft de foetus geen bewustzijn en kan hij dus geen pijn ervaren. Het is pas na deze zwangerschapsduur dat de verbindingen in de hersenen ontwikkelen en een externe prikkel emoties kan oproepen.
De afvalstoffen van het gedronken vruchtwater, met daarin dode cellen, lanugo en darmsappen hopen zich allemaal op in het spijsverteringskanaal van je baby. Dit resulteert dus in meconium poep, wat je baby ook al loost in de buik tijdens de zwangerschap.
Het duwen kan een naar gevoel geven en zelfs pijn doen. Als het te veel pijn doet, kun je altijd aangeven dat we moeten stoppen met de behandeling. De buik kan ook na het draaien wat gekneusd voelen. Na het draaien controleren we weer de hartslag van de baby.
Effect van muziek op je baby in je buik
Dit wordt ook wel het 'Mozart Effect' genoemd. Dat je baby hierdoor een hoger IQ zou krijgen, is echter een fabeltje. Maar foetussen kunnen dit wel erg fijne muziek vinden om naar te luisteren! Harde muziek zoals hardrock vinden baby's minder fijn om te horen.
De vruchtzak is een soort 'zak' in de baarmoeder, gevuld met vruchtwater. Hierin groeit en ontwikkelt je baby zich. De vruchtzak bestaat uit twee vliezen. Het binnenste vlies is het amnion.
De placenta wordt ook de moederkoek genoemd. De placenta ontstaat uit trofoblastcellen. De placenta zorgt ervoor dat je baby bloed en voedingsstoffen krijgt, zodat je baby kan groeien. De placenta zit vast aan de baarmoederwand.
Functies van de placenta
In de eerste weken van je zwangerschap ontwikkelt de moederkoek zich om de groei van de foetus te kunnen ondersteunen. Vanaf ongeveer 12 weken is de placenta volledig ontwikkeld en vervult het al haar functies: De placenta vormt een scheiding tussen de bloedsomloop van jou en je baby.