In oudere Nederlandse teksten duidt het woord de voet van een zuil of kolom aan. In het citaat hierboven is piëdestal gebruikt als onderdeel van de uitdrukking van zijn piëdestal vallen, die soms gebruikt wordt als variatie op van zijn voetstuk vallen ('flink in aanzien dalen, zijn goede positie kwijtraken').
voetstuk = verhoging waarop een standbeeld staat vb: door de aanrijding is het voetstuk van het beeld beschadigdiemand op een voetstuk zetten [hem bewonderen]iemand van zijn voetstuk stoten [ervoor zorgen dat hij niet langer bewonderd w... sokkel = •een voetstuk, voornamelijk voor beelden.
Iemand overmatig bewonderen of vereren. Iemand overmatig bewonderen, vereren wordt ook wel aangeduid als iemand aanbidden of verafgoden. In feite is het iemand op een voetstuk zetten, ophemelen, verheerlijken of adoreren.
Een sokkel, piëdestal of voetstuk is een onderstuk van steen of hout waarop een beeldhouwwerk wordt geplaatst.
2349.
eig. gezegd van den vijand, die het slagveld heeft moeten ruimenGa naar voetnoot1); bij overdracht van iemand, die geheel van zijn stuk is, onthutst, beschaamd is, zich van zijn veld vindt, zooals Hooft zegt. Vgl.
De zespuntige en achtpuntige ster, al dan niet binnen een cirkel, betekenen in de Christelijke traditie: Jezus Christus of het acroniem Jezus Christus, Gods zoon, Redder. Het is het teken van het goddelijke. Het had ook hier weer de functie van onheil afweren en geluk te brengen.
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bouwkunde), Frans soch, van Latijn soculus = zuilvoet, plint, een meestal vierkant stuk meer breed dan hoog, dat tot basis dient van onderscheidene voorwerpen; klein voetstuk of piedestal.
De sokkel is van oudsher al de drager van kunst- en beeldhouwwerken.
[idioom] Elkaar in de haren vliegen. Gaan vechten. Soms letterlijk, soms met woorden.
[ov] bekijken met respect. 1) Aanschouwen 2) Aanstaren 3) Adoreren 4) Bekijken 5) Bezien 6) Eerbiedig aanschouwen 7) Met eerbied beschouwen 8) Met ontzag kijken naar 9) Ontzag hebben 10) Opkijken n...
Causale = oorzakelijk. Een verschijnsel wordt veroorzaakt door of is het gevolg van een ander verschijnsel. Causaal verband tussen twee variabelen.
[bouwkunde] - Een zuil is een kolom met een ronde doorsnede, meestal in natuursteen uitgevoerd. Een zuil bestaat gewoonlijk uit drie elementen, namelijk van boven naar beneden: kapiteel, schacht en basement. De Grieks-Dorische orde heeft geen basement.
Ze kent drie soorten bouwstijlen: de Dorische, Ionische en Korinthische stijl. Een kort overzicht van de bouworden, zogenoemde kenmerken en voorbeelden. Een belangrijk onderdeel van de tempel vormt de zuil, omdat deze de verschillende stijlen het beste laten zien.
Ook: kolom. Een zuil is een ronde (cilindrische) kolom of drager met een massieve schacht, die op een voetstuk (basement, postament) rust en bekroond wordt door een kapiteel. Een zuil heeft een dragende functie. Een zuil die geen ronde doorsnede heeft, wordt meestal pijler genoemd.
Met sokkel (beter bekend onder de Engelse naam basement), grondgebergte, kristallijn moedergesteente of kristallijn basement wordt in de geologie het hardere gesteente aangeduid dat onder afzettingsgesteentes, gesedimenteerd in bekkens, te vinden is.
Een ster is een grote gloeiende bol die heel warm is en veel licht geeft. Het lijkt alsof je sterren kunt vastpakken, maar ze bestaan uit gas. Je kunt ze niet aanraken.
Een pentagram met een cirkel er omheen wordt soms een pentakel genoemd. De ring om de ster staat dan voor de wereld of kosmos met daarbinnen vijf verschillende krachten. Welke dat precies zijn, hangt van de traditie af. In de Tarot staan de punten bijvoorbeeld voor de zintuigen of lichamelijk welzijn.
Vallende sterren zijn door de eeuwen heen altijd beschouwd als een omen van een magische bevestiging. Als we tegenwoordig naar de nachtelijke hemel kijken en een vallende ster zien, zeggen we dat die ons geluk brengt. Door het zien van een vallende ster, krijg je de bevestiging dat je dicht bij je bestemming bent.
behagen (ww) : aanstaan, bevallen, genoegen, in de smaak vallen, ter wille zijn.
Het antwoord is: de doek (lap).
Causaliteit betekent dat een verandering in de ene variabele de verandering in de andere variabele veroorzaakt. Er is dus een oorzaak-gevolgrelatie tussen variabelen. De twee variabelen zijn gecorreleerd én er is sprake van een causale relatie.