Er zijn twee correcte spellingen voor de afkorting van algemeen secundair onderwijs: aso en a.s.o. In de meeste contexten kunt u aso zonder puntjes schrijven – naar analogie van bso, kso en tso. Aso is een initiaalwoord, dat wil zeggen een verkorte vorm die letter voor letter wordt uitgesproken ([aa es oo]).
het algemeen secundair onderwijs (ASO)
Het ASO legt de nadruk op een ruime algemene vorming. Er wordt niet voorbereid op een specifiek beroep. Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs.
Het secundair onderwijs bestaat uit vier graden en telt vier onderwijsvormen. Het algemeen onderwijs (ASO) wordt ook wel het overgangsonderwijs genoemd en bereidt leerlingen voor op hogere studies. Het is een opleiding die zich vooral richt op theorie en algemene kennis.
De opleiding duurt gemiddeld 1 jaar. Vrijstellingen kunnen je traject verkorten.
De logische onderbouw is de richting Humane wetenschappen in de 2de graad ASO. Alle studierichtingen van het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) bereiden enkel voor op verder studeren in het hoger onderwijs.
Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs en de meesten kiezen er dan ook voor om verder te studeren na het ASO. In het technisch secundair onderwijs (TSO) gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken.
We vergelijken het Diploma van Secundair Onderwijs in de richting Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) met een vwo-diploma.
ASO = algemeen secundair onderwijs TSO = technisch secundair onderwijs BSO = beroeps secundair onderwijs ASO is het hoogste, daarna kun je naar de universiteit. Dan heb je TSO, dat is vergelijkbaar met de Havo. Daarna kun je naar de hogeschool. BSO is vergelijkbaar met het VMBO.
Er zijn verschillende mogelijkheden in verder studeren, zo kan je bijvoorbeeld studeren en werken tegelijkertijd! Je kan ook bijvoorbeeld eerst een korte opleiding volgen, een aantal jaar werken en nadien met die centjes een hoger diploma behalen.
'Wetenschappen-wiskunde wordt vandaag in de markt gezet als de moeilijkste richting. Grieks moet er dus toch ergens in slagen om de talenten die de leerlingen al hebben, verder aan te scherpen en te verdiepen. Maar om die magische formule te ontrafelen, is grondig onderzoek nodig. '
In deze onderwijsvorm krijg je een brede theoretische vorming die je niet rechtstreeks voorbereidt op een beroep. Handenarbeid komt in deze onderwijsvorm niet aan bod.
Asociaal gedrag is een vorm van deviant gedrag waarbij geen rekening wordt gehouden met andere mensen of de omgeving. In Nederland wordt in het dagelijkse taalgebruik iemand die asociaal gedrag vertoont vaak een 'aso', 'hufter' of, sinds 2005, 'tokkie' genoemd; in Vlaanderen wordt de term 'marginaal' gebruikt.
De opleiding Aanvullende Algemene Vorming (AAV) staat beter bekend als tweedekansonderwijs. Als je de opleiding AAV volgt in combinatie met een diplomeerbare beroepsopleiding, krijg je een volwaardig diploma secundair onderwijs.
Het algemeen secundair onderwijs (aso of a.s.o.), vroeger en nu ook nog vaak in spreektaal humaniora genoemd, is een onderwijsvorm in Vlaanderen. Het aso volgt op de eerste graad (de observatiegraad) van het secundair onderwijs en wordt ingedeeld in een tweede (de oriëntatiegraad) en derde graad (de determinatiegraad).
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Studenten kunnen naar het mbo (niveau 1 t/m 4), naar het hbo (in de vorm van een 2-jarige associate degree, een hbo-bachelor en/of een hbo-master) of naar de universiteit voor een wo-bachelor en/of wo-master. De hoogste graad in het onderwijssysteem is een PhD.
Een hbo-opleiding leidt mensen op voor hogere functies bij de overheid of in het bedrijfsleven, zoals verpleegkundige, accountant of bouwkundig ingenieur. Hbo-opleidingen volg je aan een hogeschool. Het wetenschappelijk onderwijs (wo) is het hoogste niveau. Een wo-opleiding volg je aan een universiteit.
Daaruit blijkt dat over alle UHasselt-opleidingen 48 procent van de studenten slaagde in het eerste jaar. Er zijn echter grote verschillen als men kijkt naar de aso-richtingen waaruit de studenten komen. Zo scoort de richting Latijn-Wiskunde het best, met een slaagpercentage van 69 procent.
5: hoger beroepsonderwijs, gegradueerde (voorheen HBO5) 6: hoger onderwijs, niveau Bachelor. 7: hoger onderwijs, niveau Master. 8: Doctor.
Kijk na of je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden van de studierichting die je wil volgen. Deze informatie kan je vinden via de website van Onderwijskiezer. Bij iedere studierichting vind je de toelatingsvoorwaarden terug via de knop 'toelating'.
Voor een A-vak moet je altijd 50% behalen. Wij delibereren nooit voor A-vakken. Voor B-vakken mag je enkele onvoldoendes hebben.
In het aso, kso en tso diploma secundair onderwijs na het 2de jaar van de 3de graad. In het tso en kso om zich te specialiseren: de Se-n-Se-opleidingen. Dit zijn korte opleidingen binnen de 3de graad technisch en kunstsecundair onderwijs (tso en kso).