Uit onderzoek blijkt dat kinderen het meeste leren van het zelf oefenen met de lesstof en van directe toepassing. Lesstof beter onthouden kan ook door bijvoorbeeld hardop te lezen en/of met de hand mee te schrijven tijdens de uitleg. Bijvoorbeeld door aantekeningen, een samenvatting of een mindmap te maken.
Drie tips om hiermee om te gaan: Tip 1: Maak gebruik van de natuurlijke nieuwsgierigheid van leerlingen en probeer verveling te voorkomen. Ga bijvoorbeeld met leerlingen in gesprek over welke leervormen zij leuk vinden en over welke onderwerpen zij meer te weten zouden willen komen.
Goed lesgeven is niet niks en inclusieve pedagogiek is geen toverdrank om uitval terug te dringen. Gewoon goede pedagogiek heeft oog voor verschil in leerstijlen en achtergrondkennis van studenten. Inclusieve pedagogiek legt de nadruk op het persoonlijke verhaal van de student en ziet de docent als facilitator.
Enkele voorbeelden van lesopeningen zijn: De foto: met een foto in je hand of op het digibord wek je bij binnenkomst direct de interesse van leerlingen. Een mooi begin van een gesprek. De stem: laat een geluidsfragment afspelen terwijl je zelf nog niet in de klas bent.
Een goede les(dag) vraagt om dynamiek. Woorden, beelden, geuren, kleuren en smaak toevoegen aan je les kan zorgen voor leuke lessen. Leerlingen hun eigen inbreng geven is hierbij belangrijk! Zorg er daarnaast voor dat duidelijk is wat de opbouw van je les gaat zijn en dat je weet waarom jouw leerstof belangrijk is.
Rijke leeromgeving
Diverse soorten uitnodigende materialen en activiteiten, ook m.b.t. ICT. Verschillende contexten die de nieuwsgierigheid opwekken. Ruimte voor inbreng van de leerling, voor eigen wensen, oplossingen en creativiteit. Ruimte om samen te werken.
Controle over eigen gedrag
Geef jonge kinderen daarom bewust kansen om zichzelf te leren kennen, bijvoorbeeld met spiegels, foto's en activiteiten en spelletjes. Ook zelfregulatie is belangrijk: doelen onthouden, impulsief gedrag remmen, afleidingen negeren en waar nodig gedrag veranderen.
Ga actief om met de stof, in plaats van passief te lezen. Daardoor zul je beter begrijpen wat je leert en kun je het beter onthouden. Verken de stof Het is goed de leerstof eerst globaal te verkennen.
Leerlingen leren het beste als ze nieuwe informatie kunnen koppelen aan wat ze al over een onderwerp weten. Zo vindt de nieuwe informatie zijn weg naar het langetermijngeheugen. Daarom dien je leerlingen bij de introductie van een nieuw onderwerp voldoende achtergrondinformatie te bieden.
De leraar brengt een duidelijke fasering aan: hij laat leerlingen weten wat het doel is van de les, checkt wat leerlingen al weten, legt beknopt en bondig uit, oefent met leerlingen enkele opgaven en laat leerlingen daarna zelfstandig verwerken.
De afspraken om rust in de klas te krijgen zijn niet duidelijk. Rust in de klas creëer je door samen afspraken te maken over hoe je met elkaar omgaat. In de meeste groepen worden wel regels afgesproken waar je je aan te houden hebt. Soms zijn het schoolbrede regels, maar meestal worden ze wel per groep gemaakt.
Warme aandacht en steun
Je kind heeft materiële dingen nodig zoals kleren, eten en een veilig huis. Daarnaast heeft je kind ook behoefte aan zorg, warmte, aandacht en aanmoediging. Geef je kind bijvoorbeeld aandacht door met elkaar te praten en samen dingen te doen.