De cognitieve ontwikkeling is een breed begrip. Leren, onthouden, het oplossen van problemen, intelligentie, taalbegrip en spraak vallen allemaal onder cognitieve ontwikkeling. Bij cognitieve ontwikkeling leert je peuter om informatie uit zijn omgeving te verwerken en op te slaan in zijn hersenen.
Cognitieve ontwikkeling is het mentale proces van het opslaan, verwerken, terughalen en toepassen van kennis en informatie. In principe is het dus het proces van het leren. Ieder kind wil vanaf zijn/haar geboorte niets liever dan ontdekken en leren, want alles is nieuw en álles is bijzonder.
De cognitieve ontwikkeling van een kind is de manier waarop een kind denkt, leert, en begrijpt de wereld om zich heen. Het omvat de ontwikkeling van vaardigheden zoals waarneming, aandacht, geheugen, denken, problemen oplossen, en taal.
Zesjarigen concentreren zich steeds beter waardoor ze leren lezen en rekenen. Vanaf een jaar of negen brengt je kind moeilijkere begrippen onder woorden en kan hij zich beter inleven in situaties van anderen. En hoe ouder je kind is des te minder hij gefocust is op volwassenen. Leeftijdsgenoten zijn dan belangrijker.
Cognitieve functies of vaardigheden zijn onder meer geheugen, intelligentie, taal en concentratie. Dankzij die functies bent u in staat om informatie en kennis op te nemen en te verwerken.
Onder de cognitieve functies verstaan we onder andere bewustzijn, aandacht en oriëntatie, intellectuele functies zoals oordeelsvermogen, abstractievermogen, uitvoerende functies, intelligentie, taal en rekenen. Ook worden er inprenting en geheugen toe gerekend.
De cognitieve stoornissen kunnen verschillende domeinen betreffen: complexe aandacht, executieve functies, leervermogen en geheugen, taal, perceptueel-motorisch en sociaal-cognitief.
Cognitieve ontwikkeling:
Bijvoorbeeld: puzzelen, denkspelletjes zoals memorie en doolhoven en sorteerwerkjes. In de themaboeken worden speel-en oefenwerkjes aangeboden die de cognitieve ontwikkeling stimuleren. Ook de knutselwerkjes, sport-en spelactiviteiten en woordkaarten zijn gebaseerd op deze ontwikkeling.
Dingen samen doen met jouw kind, sorteren van kleuren, vormen, plaatjes, samen zingen, muziek maken, dansen/ bewegingen maken, elkaar verhaaltjes vertellen, creatief bezig zijn (knutselen). Televisie kijken vinden kinderen vaak erg leuk en van kinderprogramma's kan veel geleerd worden.
Met de cognitieve ontwikkeling gaat het op deze leeftijd snel. Tijdens het spelen staat je kind niet meer centraal: het gaat echt met of naast anderen spelen. Je kind kan zich steeds beter voorstellen dat bijvoorbeeld een foto of tekening iets uit de 'echte' wereld kan voorstellen.
Volgens Jean Piaget is de cognitieve ontwikkeling van mensen een voortdurende reorganisatie van mentale processen van biologische rijping en hun ervaringen met de omgeving. Biologische rijping houdt verband met de ervaringen die mensen tijdens de levensfases opdoen.
U kunt dan denken aan: vergeetachtigheid, vergeten welke dag het is of niet op woorden kunnen komen, problemen niet kunnen oplossen, verstoring van het dag- en nachtritme, verdwalen, zichzelf en het huishouden niet meer verzorgen en apathie. Deze problemen kunnen verschillende oorzaken hebben.
Op cognitief gebied maken kinderen in groep 4 belangrijke ontwikkelingen door. Ze leren bijvoorbeeld steeds beter lezen en schrijven en zijn in staat om eenvoudige teksten te begrijpen en zelf ook teksten te schrijven.
“Als je meer dan één taal beheerst en die ook regelmatig spreekt, dan zijn die talen altijd actief in je hersenen. Je hebt cognitieve flexibiliteit nodig om ervoor te zorgen dat die talen niet constant door elkaar gaan lopen. Je traint dus eigenlijk je hersenen als je meerdere talen spreekt.”
Dit type spelmateriaal is speciaal ontworpen om de cognitieve vaardigheden van kinderen te ontwikkelen en te versterken. Dit betekent dat het kind zijn of haar denkvermogen, problemenoplossend vermogen en concentratie zal verbeteren door het spelen met dit materiaal.
Dankzij de cognitieve functies kunnen we een vakantie plannen, een websiteadres onthouden, een gezicht herkennen, de spellingregels toepassen, autorijden, gitaarspelen of gewoon een gesprek voeren enzovoorts. Het concept Mediërend Leren onderscheidt 22 cognitieve functies . Ze zijn de bouwstenen van het denken.
Cognitieve functies worden gemeten met een neuropsychologisch onderzoek (NPO). Een NPO bestaat uit een groot aantal tests die de verschillende cognitieve functies in kaart brengen. Zo bestaan er tests om het geheugen, de aandacht, de snelheid van informatieverwerking en de planningsvaardigheden te meten.
Een cognitieve stoornis is een stoornis in een of meer cognitieve functies. Dit kan problemen opleveren met het geheugen, taal, gedrag en het oplossen van problemen. Een cognitieve stoornis kan tijdelijk of blijvend zijn.
Je kind van 4 jaar kan:
tellen tot 10. de cijfers 1 t/m 5 herkennen.
Van tellen naar een beetje rekenen
Hoeft een kind aan het eind van groep 1 nog maar tot 5 te kunnen tellen, aan het eind van groep 2 is tellen tot 10 (en liefst 20) én weer terug het doel.
Cognitieve overprikkeling kan optreden als er teveel bewuste denktaken verricht (moeten) worden, zoals geheugentaken, leertaken, taken waar de aandacht voor nodig is of om iets te begrijpen. Of als informatie te snel wordt aangeboden voor het verwerkingstempo van de persoon.
Kloktekentest. De kloktekentest meet veel cognitieve vaardigheden, waaronder het visueel semantisch geheugen, het werkgeheugen, visuospatiële vaardigheden, aandacht en enkele uitvoerende functies. De kloktekentest wordt als aanvulling bij de MMSE afgenomen als onderdeel van de diagnostiek van dementie.
In een cognitief-gedragstherapeutische aanpak of training wordt aandacht besteed aan storende gedachten en leren jeugdigen vanuit een ander perspectief naar dezelfde situatie te kijken en anders op de situatie te reageren.