Het heeft weinig nut meer om na het vaststellen van het overlijden verder te Page 5 MP Code 20 Noodcentrale 112 Oost-Vlaanderen – Medische Directie rijden naar het niet dichtstbijzijnde maar meer aangewezen ziekenhuis (omdat er bv. hyperbare zuurstof, een cathlab of andere therapeutische middelen beschikbaar zijn).
B = Brand of Explosie. G1 = Gevaar: Verspreiding van stoffen (gas, vloeistofnevel, vaste deeltjes) door de lucht. G2 = Gevaar: Verspreiding van stoffen over het oppervlak (land, oppervlaktewater) G3 = Gevaar: Overige (potentieel) gevaarlijke gevolgen (stormschade, dreigend omvallen schoorsteen)
Een spoedrit is in opdracht van de meldkamer. Gezien de ernst van de melding dient de ambulance hierbij binnen 15 minuten (A1) dan wel 30 minuten (A2) ter plaatse te zijn. De meldkamer stelt de classificatie vast.
B1 rit - Planbare rit van patiënt die voor onderzoek of behandeling naar en van de ziekenhuizen gebracht moeten worden. Mogelijk is onderweg medische behandeling nodig. B2 rit - Planbare rit waarbij de patiënt geen medische behandeling nodig heeft.
Een A1-inzet is een spoedeisende inzet van een ambulance in opdracht van de meldkamercentralist ambulancezorg eventueel na eerdere melding en overleg met de meldkamer op het evenementen- of festivalterrein. Bij een acute bedreiging van de vitale functies van een bezoeker op een evenement of festival.
Een A2-rit houdt in dat er geen sprake is van direct levensgevaar, maar waarbij er wel sprake kan zijn van (ernstige) gezondheidsschade. De ambulance moet daarom wel zo snel mogelijk ter plaatse zijn. Er kan soms gebruik gemaakt worden van optische- en geluidssignalen.
Prio (-1, -2 en -3)
Prio 2 is minder dringend maar er mogen eventueel signalen worden gevoerd en fietspaden en trottoirs worden gebruikt. Prio 3 is het minst ernstig; geen signalen en geen (aanvullende) voorrang op andere verkeersdeelnemers.
De A1 en A2 urgentie kan uitgegeven via een Directe Inzet Ambulance (DIA). Bij een DIA inzet is het adres bekend en is de centralist nog bezig met het uitvragen van de melder. Aan de hand van de informatie kan de meldkamer beslissen om op te schalen naar A1 of A2 door te laten rijden.
Bij spoedeisende ambulancezorg wordt onderscheid gemaakt tussen A1- en A2-urgentie. Bij een A1-urgentie is sprake van een levensbedreigende situatie. De ambulance gebruikt sirenes en zwaailichten en moet binnen 15 minuten na melding ter plaatse zijn.
Zo zijn er verschillende prioriteiten: Prio 1: spoed met gebruik van zwaailicht en sirene Prio 2: gematigde spoed zonder gebruik van sirene en zwaailichten Prio 3: geen spoed en geen gebruik van zwaailicht en sirene vrijstelling: spoed zonder gebruik van zwaailichten en sirenes Soms worden prio 4 en 5 ook gebruikt.
P1 kan verwijzen naar: P1 (Letland), een regionale weg in Letland P01 (Oekraïne), een regionale weg in Oekraïne, zie R01 (Oekraïne) P1 (AirTrain Newark), station AirTrain Newark Papyrus 1, een hand [..]
Een capcode is grofweg vergelijkbaar met een telefoonnummer of IP-adres en identificeert de bedoelde ontvanger. Het verschil is echter dat er meerdere ontvangers hetzelfde nummer kunnen hebben, men "luistert" naar berichten met een bepaalde capcode.
De ambulance moet binnen 15 minuten ter plaatse zijn. Daardoor mag er met zwaailicht en sirene gereden worden en heeft de ambulance voorrang op andere weggebruikers en mag er afgeweken worden van de verkeersregels (stoptekens, stoplichten, e.d.) mits dit verantwoord gebeurt.
GRIP 1: hulpdiensten werken samen
Alleen op de plaats van het incident is hulp nodig. Maar om die hulp goed te organiseren, moeten de hulpdiensten overleggen. Daarom richten de diensten een GRIP-hulpteam in. Eén persoon krijgt de leiding, bijvoorbeeld iemand van de brandweer.
Dit kan te maken hebben met veiligheid van het personeel (bijvoorbeeld bij steek -of schietpartijen) of omdat de politie veel sneller ter plaatse kan zijn en al handelend kan optreden (bijvoorbeeld door het beginnen met reanimeren). Bij meldingen op privé adressen wordt de politie (in principe) niet mee gestuurd.
De kosten voor een ambulance zijn wettelijk vastgesteld en komen al gauw neer op zo'n 700 euro. En heb je een hoger eigen vrijwillig risico? Dan zullen de kosten hoger uitvallen. Goed om te weten: kosten voor een ambulance worden alleen gerekend als de patiënt ook echt vervoerd wordt.
- P1: Dit staat voor de prioriteit van de melding. Doorgaans is dit P1 of P2. P1 staat voor prio 1, de hoogste prioriteit waarbij met optische en geluidssignalen (zwaailicht en sirene) gereden wordt. P2 staat voor Prio 2, gepaste spoed.
Een 'A2-urgentie' is ook dringend, maar iets minder. We rijden dan meestal zonder voorrangssignalen, maar wel met gepaste spoed om binnen een half uur aanwezig te zijn bij de patiënt.
[fotografie] - Een dia (of diapositief) is een (met een zogenaamd omkeerprocedé) positief ontwikkelde kleuren- of zwart-witfoto op transparant materiaal. Voordat de digitale camera gemeengoed werd werden kleurenfoto's voor publicatiedoeleinden meestal als dia gemaakt.
Hoe werkt een P2000 alarmontvanger? De P2000-pager reageert als hij een bericht ontvangt met de in het geheugen geprogrammeerde capcode. Een capcode is grofweg vergelijkbaar met een telefoonnummer en identificeert de bedoelde ontvanger. Het verschil is echter dat er meerdere ontvangers kunnen zijn.
Technische hulpverlening (THV) is één van de vier kerntaken van de brandweer. De hamvraag bij THV is: hoe gaan wij de klus klaren? Of het nu gaat om een koe in de sloot of een kettingbotsing: er wordt op ons gerekend. Dat betekent zo snel mogelijk overzicht krijgen over het incident.
is de alarmering voor ons. Dit wil zeggen dat we naar een HulpVerlening gaan uitrukken (in plaats van brand of een incident met gevaarlijke stoffen) waarbij een voertuig (auto, vrachtauto, brommer of ander voertuig) betrokken is en mensen met verwondingen.
Taalniveau C2
Beheersing – kan zonder moeite alles begrijpen wat hij/zij hoort of leest en kan zichzelf spontaan, zeer vloeiend, precies en genuanceerd uitdrukken, ook in meer complexe situaties.
Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. De overgrote meerderheid van de bevolking begrijpt teksten op taalniveau B1. Ook mensen die geen (hoge) opleiding hebben gehad. Een tekst op B1-niveau bestaat uit makkelijke woorden die bijna iedereen gebruikt.