Het voordeel van een annuïteitenhypotheek ten opzichte van de 'oude' aflossingsvormen is dat u de kosten bespaart die met de spaar- of beleggingshypotheken gepaard gaan. Daar komt bij dat u zich niet aan allerlei fiscale spelregels hoeft te houden.
Als je naar de maandlasten kijkt is een aflossingsvrije hypotheek zeker aantrekkelijk: je betaalt namelijk geen aflossing. Maar op de langere termijn ben je vaak duurder uit, omdat je niet aflost op je hypotheekschuld en daardoor steeds hetzelfde bedrag aan rente blijft betalen.
Wat is de goedkoopste hypotheekvorm? Zoals je hierboven hebt kunnen lezen, is de annuïteitenhypotheek aan het begin het goedkoopst. Je maandlasten zijn aan het begin van de looptijd lager dan bij een lineaire hypotheek. Als je kijkt naar de hele looptijd, is een lineaire hypotheek echter de goedkoopste hypotheekvorm.
Extra aflossen kan fiscaal aantrekkelijk zijn, vooral als de spaarrente laag en de hypotheekrente relatief hoog is. Als je besluit extra af te lossen, is het verstandig om dat voor 1 januari te doen. Hoe lager je spaarsaldo dan is, hoe minder belasting je betaalt.
Je hypotheek helemaal aflossen is dus in veel gevallen een prima idee. Het levert je direct lagere maandlasten op. Het geeft je zekerheid voor de toekomst en je kunt de komende jaren nog gebruik maken van de voordelen van de Wet Hillen.
Als de hypotheek na die dertig jaar niet wordt afgelost, gaat de hypotheek over naar box 3. * In de meeste gevallen stijgen daardoor de netto rentelasten. Vaak is met de bank afgesproken dat de aflossingsvrije hypotheek een looptijd heeft van dertig jaar.
In de meeste gevallen is het dus verstandig om uw hypotheek af te lossen als u voldoende spaargeld heeft. Uw spaargeld levert immers bijna niets op, en een besparing is bijna altijd mogelijk.
Na 30 jaar gaat de hypotheek van box 1 naar box 3. De hypotheek wordt dan strenger getoetst op basis van het inkomen. Loopt de hypotheek af na uw 56ste dan bepaalt het pensioeninkomen mede wat u kunt lenen. Banken houden 10 jaar voor de pensioendatum al rekening met een (lager) inkomen na het pensioen.
Dat je je hypotheek hebt afbetaald, is goed nieuws. Je hoeft dan niets meer te betalen aan je hypotheekaanbieder. Houd er wel rekening mee dat je minder profiteert van hypotheekrenteaftrek. En dat de Wet Hillen wordt afgebouwd, waardoor je na een tijdje misschien meer eigenwoningforfait gaat betalen.
Bij een annuïteitenhypotheek betaal je de eerste jaren vooral veel rente en los je pas later in de looptijd meer af. Bij een lineaire hypotheek betaal je elke maand een gelijk deel aan aflossing. Zo los je juist sneller af en daardoor wordt het maandbedrag ook steeds lager.
Lineair of annuïtair, wat is goedkoper? Een annuïteitenhypotheek lijkt goedkoper, als je naar het eerste maandbedrag kijkt. Toch is een lineaire hypotheek over de hele looptijd uiteindelijk goedkoper. Dit komt doordat je met een lineaire hypotheek in het begin veel meer aflost dan met een annuïteitenhypotheek.
De hypotheek wordt lineair namelijk sneller afgelost dan bij annuïtaire aflossing. Gedurende de looptijd betaalt u hierdoor minder hypotheekrente. Daarnaast wordt met een lineaire hypotheek direct een flinke overwaarde opgebouwd. Dit is een aantrekkelijke spaarpot, zeker met de lage spaarrente van dit moment.
Maar een aflossingsvrije hypotheek heeft ook nadelen. Bij een aflossingsvrije hypotheek betaal je alleen rente en – dus – geen aflossing. Daardoor wordt je schuld tijdens de looptijd niet minder. Maar die schuld moet je aan het einde van de looptijd of bij tussentijdse verkoop wel volledig aflossen.
Wat is het voordeel van een deels aflossingsvrije hypotheek? De maandlasten voor een annuïteitenhypotheek van 100.000 euro (looptijd 30 jaar) zijn: Uitgaande van een hypotheekrente van 1,5 procent betaal je na het afsluiten van de hypotheek: 345 euro. Het geeft dus een verschil van 220 euro per maand.
De aflossingsvrije hypotheek wint aan populariteit onder jonge huizenkopers. Met de hoge huizenprijzen zijn de lagere maandlasten van de aflossingsvrije hypotheek aantrekkelijk. De hypotheekrenteaftrek kan gemist worden door de lage rente. Aflossingsvrij lenen komt ook met risico's.
Extra aflossen op je hypotheek is bijna altijd voordelig. De renteaftrek is altijd lager dan de hypotheekrente die je betaalt. En de spaarrente levert momenteel (bijna) niets op.
Hypothecaire lening: geen maximumleeftijd in de wet
Het is niet zo dat de wet een maximumleeftijd voorziet voor het afsluiten van een hypothecaire lening. In theorie kan je dus op eender welke leeftijd een hypothecaire lening afsluiten.
Voor de meeste huiseigenaren bedraagt de bijtelling 0,65 procent over de WOZ-waarde. De uitkomst wordt opgeteld bij het inkomen en daar wordt belasting over geheven. De bijtelling voor een huis van twee ton bedraagt dus: 200.000 x 0,65 procent = 1.300 euro.
Bovendien geldt op dit moment dat maximaal 50% van een nieuw afgesloten hypotheek aflossingsvrij mag zijn, waardoor je alsnog hoe dan ook al deels op je hypotheek aflost. Dat verkleint de kans dat je met een restschuld achterblijft.
De aflossingsvrije hypotheek heeft geen einddatum en loopt dus ongewijzigd door. Dit is het meest gunstig. De aflossingsvrije hypotheek kan worden verlengd. Er moet een nieuwe hypotheek worden afgesloten.
De looptijd voor een hypotheek bedraagt in de regel 30 jaar en als de bank deze looptijd niet verlengt, dan hebt u een probleem. De bank kan uw woning opeisen, bovendien bestaat er na dertig jaar geen recht meer op hypotheekrenteaftrek.
Als je op 1 januari 2022 niet meer dan €50.650,- aan spaargeld of beleggingen hebt, betaal je geen vermogensrendementsheffing. Voor fiscale partners ligt de belastingvrije grens bij €101.300,-. Het spaargeld en beleggingen die je belastingvrij mag hebben is groter dan voorgaande jaren.
Je woning is volledig van jou
Zodra je hypotheekvrij bent, ben jij 100% eigenaar van de woning en behoort de woning volledig tot jouw vermogen. Je hebt minder kans dat je restschuld overhoudt bij de verkoop van je huis.
Hoeveel spaargeld mag je hebben 2021? In het jaar 2021 mag je een heffingsvrij vermogen hebben van € 50.000. Met een partner is het heffingsvrij vermogen vastgesteld op € 100.000.