Kleuters zijn (bijna) allemaal nieuwsgierig, ze willen weten hoe de wereld in elkaar zit. Ze onderzoeken, spelen, ontwikkelen en verwerven nieuwe vaardigheden.
Met kleuter wordt over het algemeen bedoeld een jong kind in de leeftijd van 4 tot 6 jaar. Deze fase valt tussen die van peuter en schoolkind. In de kleuterfase treden kinderen uit de egocentrische peuterfase en krijgen zij het besef deel uit te maken van verschillende werelden (Goorhuis-Brouwer en Imelman (2010)).
Je kind is leergierig en kan trots laten weten welke kleuren hij kent en hoever hij kan tellen. Hij 'tekent' zijn naam graag, soms met letters in spiegelbeeld. Hij vraagt je de oren van het hoofd met 'waarom dit' en 'waarom dat'. Kinderen van 4 jaar hebben moeite met tijdsbesef en opeenvolgende gebeurtenissen.
Je kind heeft rust nodig om zich te ontwikkelen. Die rust geef je door je kind structuur te bieden. Je zorgt voor regelmaat en duidelijkheid in hoe de dag verloopt. Door die voorspelbaarheid weet je kind waar het aan toe is, en binnen de structuur kan het gaan ontdekken en uitproberen.
Kleuters gaan zelf initiatief nemen om activiteiten te ondernemen en ontdekken. Ze bedenken samen ideeën voor spel en komen voor zichzelf op. In de klas leren ze samenwerken, opdrachten maken en zich voor iets langere tijd te concentreren. Ze leren om zich steeds beter aan afspraken en regels te houden.
Sommige kleuters hebben nog moeite met de fijne motoriek die nodig is om te leren schrijven. Of ze hebben moeite met zich op een taak te concentreren of weten het verschil tussen links en rechts nog niet. Die kinderen worden dan nog te 'speels' genoemd om aan het echte leren te beginnen.
Als kinderen 4 jaar zijn, kunnen ze vaak al zinnen met meer dan drie of vier woorden maken, en begrijpen ze langere zinnen ook beter. Tussen de 3 en 4 jaar krijgen kinderen ook belangstelling voor letters en cijfers. Daarna leren ze om in boeken letters van plaatjes te onderscheiden.
Cognitieve ontwikkeling
Hij gaat de wereld steeds beter begrijpen. Hij is geïnteresseerd in oorzaak en gevolg en gaat steeds meer vragen stellen over het 'waarom' van dingen. Probeer daar altijd zo goed mogelijk antwoord op te geven; je kind wil graag dat je hem en zijn vragen serieus neemt.
Een kleuter speelt meer met anderen, maar de conflicten zijn talrijk. De eerste gevoelens van een speciale band met iemand komen al op vierjarige leeftijd voor. Een kleuter leert stilaan met anderen rekening te houden. Stel duidelijke regels op en leg uit waarom rekening houden met elkaar zo belangrijk is.
Een kleuter krijgt steeds meer een besef van een eigen ik. Dat zorgt voor meer bewustzijn van de eigen kwetsbaarheid, wat wel eens angstgevoelens kan opleveren. Ook leert een kleuter zijn eigen emoties en die van anderen kennen, zeker door de groep.
Kleuters gaan meer humor vinden in visuele zaken, zoals auto's met vierkante wielen, dieren met een zonnebril op, poep op een broodje. Ook dingen die eigenlijk in het echt niet bij elkaar horen, vinden kleuters erg grappig. Denk bijvoorbeeld aan een paard dat loeit als een koe.
Zodra een kind geen kleuter meer is, vanaf 6 jaar, noemen we het ook wel een schoolkind. Of basisschoolleerling. In Nederland zijn kinderen vanaf 5 jaar verplicht om onderwijs te volgen. Tot 11- of 12-jarige leeftijd krijgen ze les op de basisschool, waarna ze uitvliegen naar het voortgezet onderwijs.
Kinderen van 5 jaar worden zich steeds bewuster van hun eigen 'ik'.Daarnaast ontwikkelen ze empathie, ze kunnen zich steeds beter inleven in anderen. Je kunt dit zien doordat ze bijvoorbeeld andere kinderen troosten. Tegelijkertijd zijn peuters nog erg egocentrisch, waardoor ze elkaar bijvoorbeeld duwen.
Je kind van 6 jaar:
kan sommen onder de 10 oplossen (door te tellen en eventueel met behulp van een telraam) en later optel- en aftreksommen onder de 20 redelijk vlot uitrekenen. kan op een gegeven moment tellen in stapjes van 2, 5 of 10.
Een kind van 4 stelt 400 vragen per dag. De gemiddelde 30-jarige volwassene met een opleiding stelt 30 vragen per dag!
De belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn de lichamelijke-, motorische-, cognitieve-, sociale-, emotionele– en de spraak- en taalontwikkeling. Lees alles over de groei en ontwikkeling kleuter en schoolkind.
Haar uitgangspunt is dat een kind een natuurlijke, noodzakelijke drang tot zelfontplooiing heeft. Opvoeding en onderwijs moeten onderkennen wat de behoeften van een kind op een gegeven moment zijn en daarop inspelen, door de juiste omgeving en de juiste materialen aan te bieden.