Er zijn twee niveaus met een afwijkende naam: AVI-S (AVI-Start) en AVI-P (AVI-Plus). AVI-S is voor beginnende lezers, nog voorafgaand aan groep 3. AVI-P komt na AVI-E7 en is voor kinderen die nog beter lezen dan de kinderen uit eind groep 7. Het leesniveau heeft met de vaardigheid 'technisch lezen' te maken.
Er zijn 12 AVI-niveaus. Het laagste AVI-niveau is Start. Dat is het niveau van kinderen die nét begonnen zijn met lezen. Het hoogste AVI-niveau is Plus.
AVI is de afkorting van Analyse van Individualiseringsvormen. Het is een systeem dat is ontwikkeld vanuit de gemiddelde leesontwikkeling van kinderen om de leesvaardigheid van kinderen te kunnen meten. Ook kan door middel van het AVI-niveau de moeilijkheidsgraad van een tekst bepaald worden.
De tovenaar heeft een houten been. Hoe komt dat? AVI-E5.
In groep 4 verbeteren kinderen hun technische leesvaardigheid (verklanken van woorden en zinnen). Halverwege groep 4 heeft een leerling gemiddeld AVI-niveau M4 en aan het einde van groep 4 AVI-niveau E4.
Eind groep 3 begint jouw kind al echt te lezen. Om dit goed te ondersteunen zijn kinderboeken met leesniveau AVI E3 een prima ondersteuning. De verhalen spreken jouw kind echt aan en het taalgebruik is precies op het juiste leesniveau afgestemd.
Het is moeilijk te bepalen welk AVI-niveau jouw kind aankan. Een AVI-niveau kan worden getoetst door testen van de CITO. Deze geven de beste indicatie van het niveau. Naast dat is ook aan de AVI-niveaus af te leiden wat het gemiddelde niveau is van een kind in elke groep van de basisschool.
Zo moet een kind in groep 3 eenvoudig logisch kunnen redeneren, veel informatie kunnen verwerken en opslaan in het geheugen en aandacht kunnen vasthouden. Ook moet het de Nederlandse taal voldoende beheersen om instructies te kunnen volgen en gedragsregels aan te leren.
Dit zijn de AVI-niveaus voor lezen in groep 5: AVI E4, het niveau eind groep 4: begin schooljaar tot kerst. AVI M5, het niveau midden groep 5: kerst- tot zomervakantie. AVI E5, het niveau eind groep 5: rond de zomervakantie.
Toch werkt het beter om elke dag 15 minuten te lezen, dan twee keer per week een uur. De aandachtsspanne is (zeker bij jonge kinderen) nog vrij kort. En met elke dag oefenen blijft het leesproces goed op gang.
'M' staat voor 'midden' en 'E' staat voor 'eind'. De cijfers erachter staan voor de groep van regulier onderwijs waarop dat niveau gemiddeld gehaald wordt door kinderen.
Een AVI-M3 kaart toetst bijvoorbeeld het leesniveau dat een kind midden groep 3 moet hebben. De M staat dus voor 'midden' en de 3 voor het leerjaar; in dit geval groep 3. De AVI-E6 kaart toetst het niveau dat een kind eind groep 6 behoort te hebben. De E staat dus voor 'eind' en de 6 voor 'groep 6'.
Zit uw kind op het einde van het eerste leerjaar op niveau 3 of hoger, dan is uw kind een goede lezer. Bij de overgang naar het derde leerjaar gebruiken we AVI-niveau 5 als gemiddelde. We streven ernaar om de leerlingen een niveau 9 te helpen bereiken tegen het midden van het vierde leerjaar.
Wat betekenen die letters? De A-boeken (te herkennen aan de letter A op het etiket) zijn geschikt voor kinderen van 6 tot 9 jaar, B-boeken zijn geschikt voor kinderen van 9 tot 12 jaar en C-boeken zijn geschikt voor kinderen vanaf 12 jaar.
AVI is de afkorting van Analyse van Individualiseringsvormen. Het AVI-systeem biedt twee grote toepassingen: enerzijds de indeling van teksten naar moeilijkheidsgraad en anderzijds de bepaling van de leesvaardigheid. Het AVI systeem is inmiddels veranderd, voorheen waren er negen niveaus, inmiddels zijn dit er twaalf.
AVI in de bibliotheek
M3: gemiddeld niveau midden eerste leerjaar. E3: gemiddeld niveau eind eerste leerjaar. M4: gemiddeld niveau midden tweede leerjaar.
Stel dat een boek op AVI-niveau M4 is geschreven, dan betekent het dat het kind op het niveau van medio groep 4 zit (oftewel halverwege het leerjaar). Een boek met AVI-E6 betekent 'eind groep 6'. Oftewel, dat boek is bedoeld voor een kind dat op het niveau zit van groep 6 aan het einde van het leerjaar.
Een AVI leesniveau duidt op de moeilijkheidsgraad van een tekst. Op elk moment tijdens de lagere schoolperiode leest een leerling op een bepaald AVI leesniveau. De 'M' staat voor 'midden van het schooljaar' de 'E' staat voor 'eind van het schooljaar'. Dus een gemiddelde leerling in eind groep 4 leest op het niveau E4.
A-boeken worden over het algemeen gebruikt voor groep 1 tot en met 5. De categorie A-boeken omvat boeken met niveau AVI Start (voor beginnende lezers in groep 3) tot AVI E5. B = boeken voor kinderen van 9 tot 13 jaar. Dit zijn boeken voor groep 6, 7 en 8, dus van AVI M6 tot AVI Plus niveau.
Kinderboeken met leesniveau AVI E7 van de Pinkeltje serie.
De voorbereiding op leren lezen en schrijven gebeurt in groep een en twee. In groep drie leert je kind eerst om letters te herkennen, en daarna om woordjes en eenvoudige zinnen te lezen. Kinderen leren lezen tussen vijf en acht jaar.
In groep 6 leert een kind nieuw regels voor (werkwoord)spelling en taal- en rekenkundig ontleden. Daarnaast leert het rekenen met grote getalellen, breuken en decimalen. Vakken gericht op de brede ontwikkeling zijn biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, beeldende vorming en gym.