Een asstreep is een lengte markering die vaak in het midden van rijbaan geplaatst is. De asstreep zorgt ervoor dat het verkeer in beide rijrichtingen verdeelt wordt. De asstreep kan onderbroken zijn of doorgetrokken. Wanneer de streep doorgetrokken is mag je deze niet overschrijden om bijvoorbeeld in te halen.
Kort gezegd behoort dus alles wat zich tussen de voortuin/gevel/privé terrein of sloot bevindt aan de ene kant en voortuin/gevel/privé terrein of sloot aan de andere kant dus tot de weg.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
De groene middenstreep geeft aan dat u op een autoweg rijdt, tenzij verkeersborden een lagere maximumsnelheid aangeven. Dat betekent dat u maximaal 100 km/uur mag rijden. De brede groene middenstreep maakt u extra alert op het gevaar van inhalen.
Gele streep op de stoeprand
Is de lijn onderbroken, dan mag je hier niet parkeren. Is de lijn doorgetrokken, dan is zelfs stilstaan verboden. Net als laden en lossen of even snel uitstappen.
Een verdrijvingsvlak bestaat uit diagonale strepen of een witte driehoek. Het is niet toegestaan te rijden op een verdrijvingsvlak. Boete € 250,-. Bestuurders moeten altijd stoppen vóór een voor hen bestemde stopstreep.
Het beste antwoord. Dit zijn meetpunten. Ze worden vliegschijven genoemd. Het zijn belangrijke hulpmiddelen bij het maken van gedetailleerde landkaarten en plattegronden.
Om je te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Dit kan zijn een voetgangersoversteekplaats, gevaarlijk kruispunt of een ander gevaarlijk punt.
Als u uw auto parkeert bij een blauwe lijn bent u in een blauwe zone. Hier mag alleen geparkeerd worden als u een parkeerschijf gebruikt. In dergelijke zones geldt altijd dat u er maar een beperkte tijd mag parkeren. Leg uw parkeerschijf duidelijk achter de voorruit.
Hoe zie ik hoe hard ik mag rijden? Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster.
Door verhoging van de maximum bromfietssnelheid op de rijbaan kunnen bromfietsers als meer gelijkwaardige weggebruikers meerijden met het autoverkeer. Hierdoor neemt de kans op onveilige situaties tussen bromfietsers en automobilisten af.
Maximumsnelheid: 100 of 80 kilometer per uur
Let wel: de borden zijn maatgevend! De dubbele asstreep houdt het tegemoetkomend verkeer iets verder uit elkaar. Dat is beter voor de veiligheid. Is de streep onderbroken, dan mag je inhalen.
Kortom: verlaat men de bebouwde kom dan is vaak sprake van N-weg; de maximumsnelheid bedraagt 80 kilometer per uur. En hoe zit het met de snelheid op autosnelwegen, herkenbaar aan bord G1? Daar varieert de maximumsnelheid van 100 tot maximaal 130.
Wegbeheerders en wegen
Rijkswaterstaat (RWS) voor de rijkswegen. De provincies voor de provinciale wegen. De gemeentes voor de lokale wegen. De waterschappen voor de waterschapswegen.
In 1976 werden alle wegen in Nederland van een letter voorzien: de autosnelwegen kregen de letter A, alle niet-autosnelwegen de letter N.
Niet alle wegen in Nederland worden beheerd door Rijkswaterstaat. We beheren de meeste snelwegen (A-wegen) en ook een aantal autowegen (N-wegen). De overige wegen zijn in handen van andere wegbeheerders.
Groene streep met onderbroken lijn
De brede groene middenstreep maakt je extra alert op het gevaar van inhalen. Een groene streep op de weg met een onderbroken lijn geeft aan dat je op de weg wel mag inhalen. Aan de strepen kun je zien hoe hard je mag rijden. Soms past een lagere snelheid beter bij de situatie.
Als aan de kant van de rijbaan een gele onderbroken streep is aangebracht, dan mag u langs die zijde van de rijbaan niet parkeren. Stilstaan mag wel. U mag wel stilstaan om te laden of te lossen of om een passagier te laten in- of uitstappen.
Op plaatsen waar fietsers de rijbaan mogen oversteken staan vaak witte vierkante blokken op het wegdek geschilderd. De fietsers rijden dan tussen twee rijen blokken door naar de overkant. De blokken geven slechts de oversteekplaats aan; ze geven geen recht op voorrang aan.
Pijlen op de weg geven aan waar de rijstrook heen leidt. Je vindt de markering in het midden van de rijstrook. Je bent verplicht de aangegeven rijrichting te volgen. Deze stroken op de autosnelweg zijn alleen bestemd voor bijvoorbeeld vrachtverkeer en bussen.
Als je haaientanden verkeer ziet betekent het dat je voorrang moet verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. En dit geldt alleen voor bestuurders. voetgangers voorrang regels zijn anders, zij behoren niet tot bestuurders. Je ziet vaak genoeg ook een verkeersbord voor de haaientanden.
Voorrangsweg. Aan dit bord kun je zien dat je je op een voorrangsweg bevindt. Alle andere bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de voorrangsweg. Let op: Langs een voorrangsweg buiten de bebouwde kom mag je niet parkeren.
Waarschuwingen. Een driehoekig wit bord met een rode rand waarschuwt je voor mogelijke gevaren op de weg. Op het bord wordt aangegeven waar voor wordt gewaarschuwd.
Het blauwe bord is in de binnenvaart een sein waarmee een schip aan een tegengesteld naderend ander schip kan aangeven dat het voorbijvaren stuurboord op stuurboord zal gebeuren. Midden in het blauwe bord bevindt zich een wit knipperlicht.