Het gevoel dat je op iets of iemand zit te wachten, terwijl je geen afspraken hebt. Je kijkt vaak op de klok of uit het raam. Onrustige bewegingen maken, zoals tikken, wippen met je voeten of klikken met een pen. Je bent snel afgeleid en je kunt je aandacht nergens bij houden.
Probleemgedrag is alle gedrag dat gepaard gaat met lijdensdruk of gevaar voor de persoon met dementie of voor mensen in zijn of haar omgeving. Menselijk gedrag ontstaat vanuit een complexe interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren (bio-psycho-sociaal model).
'Moeilijk hanteerbaar gedrag' kan zich in verschillende vormen voordoen. Voorbeelden zijn aanhankelijkheid of kleefgedrag, agressie, apathie, decorumverlies, dwaalgedrag, hallucinaties, herhaling en nachtelijke onrust.
Een gedragsprobleem kan komen door een gedragsstoornis, maar kan ook een combinatie zijn met een ander probleem, zoals ADHD, autisme of een hechtingsprobleem. Ook kan een gedragsprobleem vaak niet aan een diagnose worden gekoppeld. Een kind heeft boze buien, moeite met luisteren, zit niet lekker in zijn vel.
Iemand wordt bijvoorbeeld heel onrustig of zelfs agressief, naar anderen of naar zichzelf. Of iemand trekt zich terug in zijn kamer en wil niet meer meedoen aan de dagelijkse activiteiten. Dit is meestal een signaal dat er iets niet klopt. Bijvoorbeeld omdat diegene iets niet leuk vindt, of verdrietig is.
Gedragsstoornis, wat is dat? Als een kind of een jongere minimaal 6 maanden lang opstandig, negatief, vijandig en zelfs gewelddadig gedrag vertoont wordt dit gedefinieerd als een gedragsstoornis. De twee belangrijkste gedragsstoornissen zijn de ODD (oppositional defiant disorder) en CD (conduct disorder).
Emotionele stoornissen kunnen gepaard gaan met lichamelijke klachten, verhoogde prikkelbaarheid, eetproblemen, slaapproblemen, concentratietekort, verminderd zelfvertrouwen, motivatieverlies en slechte schoolprestaties. Emotionele stoornissen hebben een grote impact op het functioneren van de kinderen en hun omgeving.
De belangrijkste verklaring voor het ontstaan van gedragsproblemen is een negatieve spiraal tussen kenmerken of gedrag van een kind en de reactie van de omgeving daarop. Probleemgedrag roept een negatieve reactie van de omgeving op, die het probleemgedrag versterkt en zo opnieuw tot negatieve feedback leidt.
Het beste hulpmiddel is dus niet een troostende arm bieden maar iemand afleiden van de emotie. Soms wordt medicatie voorgeschreven om ontremming te verminderen. Ook moet soms de omgeving maatregelen nemen. Bij ontremd eet- of drinkgedrag helpen inzichtgevende gesprekken meestal niet.
Beschrijving gedrag
Onder agitatie vallen prikkelbaarheid, motorische onrust en agressie. Motorische onrust komt het meest voor (44%, WAALBED-onderzoek *2), maar ook wordt verbale agressie ervaren zoals vloeken, klagen, roepen. Voortdurend aandacht vragen komt eveneens veelvuldig voor.
Innerlijke onrust betekent gebrek aan rust. Het is een soort onvrede, een gevoel van onbehagen, ontevredenheid misschien. Het geeft spanning, maar ja waarover? Ben je onrustig over de toekomst?
Jezelf niet goed kennen
Vaak leren mensen pas tijdens een proces van persoonlijke ontwikkeling wie ze echt zijn. Zolang dat niet zo is blijven ze een soort van op zoek en spelen ze in veel situaties min of meer een rol. Dat kost veel meer energie dan jezelf zijn. Ook dit levert je in geen rust op.
Bij kinderen en jongeren met ODD en CD nemen de symptomen over het algemeen in de loop der tijd af, ook zonder behandeling. Sommige kinderen en jongeren blijven symptomen vertonen, bij anderen nemen de symptomen af en verdwijnt de diagnose (Bunte e.a., 2014; Lahey e.a., 1995).
Een gedragsstoornis is aangeboren en niet te genezen; iemand vertoont gedrag dat voortkomt uit een aandoening, zoals autisme, ADHD, een verstandelijke beperking of een persoonlijkheidsstoornis. Een gedragsstoornis kan voorkomen bij kinderen, jongeren en volwassenen.
Meest voorkomende gedragsstoornissen:
ADHD. ODD/oppositioneel opstandige gedragsstoornis. CD / antisociale gedragsstoornis. Agressie en woede uitbarstingen.
Storend gedrag is wanneer dat gedrag een negatieve invloed heeft op het kind en de omgeving. Je spreekt van gedragsproblemen als een kind agressief of antisociaal is, de omgeving daar last van heeft en het gedrag enkele maanden duurt.
Het is letterlijk moeilijk en lastig om iemands gedrag te beoordelen en in te kunnen schatten. Moeilijk verstaanbaar gedrag staat vaak bekend als ingewikkeld, maar is juist ook heel interessant. Samen met de cliënt kijken we namelijk naar wat er achter zijn of haar gedrag zit.
Mensen met een ernstig meervoudige beperking (EMB) hebben zowel een ernstige verstandelijke beperking als lichamelijke beperkingen. Ze begrijpen net zoveel als een baby van een paar maanden oud en kunnen niet praten. Communiceren doen ze dus niet met woorden, maar met geluiden, mimiek en spierspanning.
Wat kun je beter niet doen? Probeer jouw naaste niet te veel te corrigeren of tegen te spreken. Dat confronteert de persoon met dementie met wat hij niet meer weet of kan. Hard praten, snel praten of juist fluisteren.
Nachtrust mensen met dementie verbeteren
Ze functioneren minder goed en het kan zorgen voor eiwitopstapeling en daardoor verdere achteruitgang. Mensen met dementie worden overdag vaak minder actief en vallen dan soms zelfs in slaap. Door die 'middagdutjes' zijn ze 's avonds niet moe genoeg om goed te kunnen slapen.
Stress en dementie
Stress verhoogt de productie van stresshormonen, beschadigt de hippocampus, beïnvloedt leer- en geheugenprocessen en verlaagt de afweer. Al deze factoren zijn al eens in verband gebracht met dementie. Stresshormonen kunnen nog jaren na traumatische ervaringen in het bloed worden gevonden.