Heb je van de breuk een kommagetal gemaakt, dan kun je het vermenigvuldigen met 100; 0,4 x 100% = 40%. De breuk 2⁄5 is dus gelijk aan 40%, het percentage dat bij de strook uit het voorbeeld hoort.
Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij. Handig om deze gegevens bij elkaar op een overzichtskaart te hebben!
1/5 deel = 1/5 × 100 % = 100/5 % = 20 %
Een tiende deel, 1/10, is 10%, en 3/10 is dus 30%. We zien dat we niet meer met breuken, maar met percentages als 50, 25, 10, dus gehele getallen werken.
Verplaats de komma in 800 2 plaatsen naar links en je krijgt 8.00. Vul bovenaan de pagina eens deze waarden in, 40 en 20. Dan krijg je “40% van 20 is 8”.
De breuk 2⁄5 is dus gelijk aan 40%, het percentage dat bij de strook uit het voorbeeld hoort.
De verhouding 2 : 3 komt overeen met een breuk van 2/3. Dit geeft 0,6666... en afgerond is dat 0,667 op drie decimalen nauwkeurig. In procenten is dat 66,7%.
Kwart is de benaming voor het breukgetal 1/4 (¼), dus een gedeeld door vier. Deelt men iets in vier gelijke delen, dan is elk deel een kwart. Letterlijk betekent kwart 'een vierde deel' (uit het Latijn quartus 'vierde').
De breuk 5/8 is hetzelfde als de deelsom 5 : 8 en dit is een getal dat kleiner is dan één, want als je 5 taartjes hebt en je wilt ze met zijn achten opeten, krijgt iedereen minder dan één taartje. Je kunt dus heel snel zien dat 4/3 groter is dan één en dat 5/8 kleiner is dan één.
Delen door 1/2 betekent vragen "Hoe vaak past 1/2 in je getal?". Dat is 2x het getal. Met andere breuken werkt het net zo. Delen door 2/3 is hetzelfde als vermenigvuldigen met 3/2.
Een voorbeeld: de stijging van 10 naar 12 is een absolute stijging van 2, oftewel een stijging van 20%. Een stijging van 10% naar 12% is een relatieve stijging van 20%, maar een absolute stijging van 2 procentpunten.
Vaak wordt er gevraagd om twee getallen uit te drukken als een percentage ten opzichte van elkaar. Handige tip hierbij is dat je hiermee kunt rekenen door de formule 'deel : geheel x 100'.
Als je 1/3 door 2 deelt, dan krijg je een stuk dat 6 keer in de hele taart past. 1/3 : 2 is dus 1/6.
Het is gemakkelijk om te berekenen hoeveel procent 5 van 9 is. Laten we 9 instellen op 100%, zodat we een waarde van 1% kunnen krijgen door 9 te delen door 100 en 0.09 te krijgen. De volgende stap is om te berekenen hoeveel procenten in 11: deel 11 door 1% waarde (0.09) en krijg het resultaat 55.56%.
Voorbeeld: Hoeveel is 20% van 500 euro? Deel eerst het percentage door 100. 20 : 100 = 0,2.
Bijvoorbeeld, voor de verhouding tussen het getal 5 en het getal 20 (berekend als 5 gedeeld door 20) kunnen we zeggen 0,4 of 40%.
Visuele uitleg van de begrippen een derde en een kwart.
Je verdeelt één pannekoek onder drie kinderen. Elk kind krijgt dan een derde pannekoek want één gedeeld door drie is gelijk aan een derde; 1 : 3 = 1/3.
Als je de helft van een getal wil uitrekenen, deel je dit getal door twee.
Blijft uw medewerker gedeeltelijk werken? Dan ontvangt hij 70% van het verschil tussen het oude en nieuwe loon. Uitgaande van € 500 inkomsten, dan wordt de uitkering € 1.050 (2000 - 500 = 1500 x 70% van 1.500 is 1.050).
Wanneer iets 1/3 deel is van iets anders, kan je de breuk omzetten naar een kommagetal: 1/3 = 0,33... Dit wil dan zeggen dat het ongeveer 33 % zal zijn. (Het kommagetal x 100, dus.) Dit is logisch, aangezien een 'geheel' steeds 100 % is. 1/3 daarvan is 33,33...