1F (Fundamenteel niveau): Op dit niveau leert je kind bijvoorbeeld: Eenvoudige teksten lezen en begrijpen. Basisregels van grammatica en spelling. Korte berichten schrijven met eenvoudige informatie.
Fundamentele niveaus en streefniveaus onderwijs
Het referentiekader bestaat uit fundamentele niveaus en streefniveaus. Het fundamentele niveau (1F-niveau) is de basis die zo veel mogelijk leerlingen moeten beheersen. Het streefniveau (1S-niveau) heeft iedereen nodig om in de maatschappij mee te kunnen doen.
1F voor taal en rekenen is gericht op leerlingen die na het primair onderwijs doorstromen naar vmbo basis of kader. 2F voor taal en 1S voor rekenen zijn de streefniveaus voor leerlingen die na het basisonderwijs doorstromen naar het vmbo-t, havo of vwo.
1F: Het fundamentele niveau dat vrijwel alle leerlingen aan het einde van de basisschool moeten behalen. Dit niveau bereidt leerlingen voor op uitstroom naar vmbo-basis/kader. 1S: Het streefniveau voor rekenen dat passend is voor een groot deel van de basisschoolleerlingen, tenzij 1F als realistischer wordt beoordeeld.
De leesteksten
De teksten op niveau 3F moeten altijd voldoen aan de volgende tekstkenmerken: Zij zijn relatief complex, maar hebben een duidelijke opbouw die tot uiting kan komen in het gebruik van kopjes. De informatiedichtheid kan hoog zijn.
1F: fundamenteel niveau.Dit is de basis die zoveel mogelijk leerlingen moeten beheersen;2F: een streefniveau.Dit is het niveau voor leerlingen die meer aankunnen.
Niveau 1F is het basisniveau dat alle kinderen aan het eind van hun basisschoolcarrière moeten beheersen.
Als je vermoedt dat een leerling het minimumniveau 1F aan het einde van de basisschool niet gaat halen, dan zet je een passende leerroute in. Het leerlingrapport van een LVS-toets helpt je om jouw keuze te onderbouwen.
praktijkonderwijs: taal 1F en rekenen 1F. mbo niveau 1/Entree-opleiding*, mbo niveau 2 en niveau 3: taal 2F (m.u.v. het onderdeel Fictionele, narratieve en literaire teksten) en rekenen 2F.
Leerlingen die uitstromen naar havo/vwo moeten voldoen aan niveau 1S. Plaats hen dus altijd in de hoogste leerroute. Op het regulier onderwijs plaats je in eerste instantie zoveel mogelijk leerlingen in leerroute 1S. Als je merkt dat leerlingen dat niet halen, kies dan voor leerroute 1F.
Er zijn dus verschillen tussen de aanduidingen in taalniveaus. Het verschil komt doordat de tekst bedoeld is voor een Nederlandstalige of anderstalige. Het niveau 1F is niet hetzelfde als het niveau A2.
Wanneer een leerling een niveauwaarde van 1,3 tot 3,5 scoort op de toetsen ligt de leerling op koers om in groep 8 uiteindelijk net een 1F score te halen als referentieniveau, dit is passend bij een vaardigheidsscore tussen 248 en 280 op de M8 toets.
Voor de ontwikkelscore geldt bij alle vaardigheden: bij een score van 60 heeft de leerling 1F behaald, en bij een score van 80 heeft de leerling 2F/1S behaald. Als je meer wilt weten over de inhoud van de toetsen, raadpleeg dan de toelichtingen. Deze vind je via 'Menu', 'Toetsinformatie' en klik op de toets.
De onderwijsinspectie geeft aan dat 85% van de leerlingen 1F zou moeten halen. Voor 2F/1S is dit afhankelijk van de schoolweging en ligt het percentage leerlingen dat dit niveau moeten halen tussen de 30% en 67%. Boven deze niveaus zijn er voor taal nog de niveaus 3F en 4F.
Het advies havo komt overeen met een percentiel van tussen de 538 en 541.
De teksten op niveau 2F moeten altijd voldoen aan de volgende tekstkenmerken: de teksten hebben een duidelijke structuur; verbanden in de tekst worden duidelijk aangegeven; de teksten hebben overwegend een lage informatiedichtheid en zijn niet al te lang.
1F is het niveau dat kinderen moeten beheersen aan het einde van de basisschooltijd. F staat voor 'fundamenteel'. 2F is het taalniveau dat je nodig hebt om zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij. 1S voor rekenen is vergelijkbaar met 2F voor taal.
Het vergelijken van eenvoudige breuken en het plaatsen van een breuk op de getallenlijn zijn daarom zaken waaraan allereerst gewerkt moet worden. Ook zwakke rekenaars moeten kennis hebben van breuken, kommagetallen, verhoudingen en procenten.
Als je gezakt bent voor het eindexamen vwo, kun je herkansen.Je doet dan in 1 vak opnieuw centraal examen (in tijdvak 2). Als je ook na je herkansing niet geslaagd bent, kun je het examenjaar overdoen. Soms kun je ook naar het volwassenenonderwijs of vakken afsluiten via het staatsexamen.
Hoewel de IEP-toets verfrissend aan doet, lijkt ze zich niet veel te onderscheiden van de Cito-toets. De afname is heel kort. De moeilijkheidsgraad loopt op en dat wordt door IEP als een voordeel beschouwd, maar hoeft dat – zeker voor zwakker kinderen – niet te zijn.
De lijn geeft de score aan die hoort bij ontwikkellijn 1F, ontwikkellijn 2F, het IEP landelijk gemiddelde of de schoolweging.