07:50 → Het is tien voor acht.
Het is dus 10 minuten voor 9 uur oftewel 10 minuten voor 9. Leg uit dat je bij tijden met 5 en 10 voor de minuten terug telt van het hele uur.
– 8.38 uur: acht over halfnegen / tweeëntwintig voor negen; – 8.40 uur: tien over halfnegen / twintig voor negen; – 8.49 uur: elf voor negen; – 8.52 uur: acht voor negen.
We tellen tot 14 over 8 en daarna heet het kwart over 8. Vervolgens begint het weer met 14 voor half 9 totdat het half 9 is.
20:00 uur is gelijk aan 8 uur 's avonds. Het is een half uur na 8 uur 's avonds. Na 20:00 uur wordt het 21:00 uur (9 uur 's avonds). Het is dus half 9 's avonds.
08:10 → Het is tien over acht. 21:05 → Het is vijf over negen 's avonds.
Het is 20 minuten over 6. Dit is gelijk aan "tien voor half".
Kwart over is gelijk aan een kwartier (15 minuten) over het hele uur. De minuten op de digitale klok geven 45 minuten aan. De uren geven het uur aan dat het geweest is.
Jaartallen in de eenentwintigste eeuw worden door de meeste mensen met 'tweeduizend' uitgesproken: 2001 ('tweeduizend (en) een'), 2012 ('tweeduizend (en) twaalf'), 2020 ('tweeduizend twintig') enzovoort.
Zo is half 8 's avonds 20:30 op de digitale klok. Laat met behulp van het voorbeeld zien hoe je half 5 's middags op de digitale klok zet.
Tijdstippen voor 12 uur 's middags worden als AM beschouwd, terwijl tijdstippen na 12 uur 's middags als PM worden beschouwd. Dus, als het 10:00 uur is, is het 10:00 uur AM. Als het 14:00 uur is, is het 2:00 uur PM.
12:15 → Het is kwart over twaalf 's middags. 14:15 → Om kwart over twee was Ellen thuis. 10:15 → We hebben een pauze om kwart over tien.
09:30 = it's half past nine. 13:30 = it's half past one. 18:30 = it's half past six.
Laat de klok zien en vertel dat er 9 uren op staan en 45 minuten. Het is dus kwart voor 10 's ochtends. Leg uit dat een uur uit 60 minuten bestaat, een half uur uit 30 minuten en een kwartier uit 15 minuten. Laat met behulp van de klok zien dat het 7 uren zijn en 15 minuten (een kwartier).
Als iemand 's middags aan je vraagt hoe laat het is (en het is 15:30), dan kan je gewoon zeggen: it is half past three. Hier hoef je niet bij te zeggen dat het PM is, omdat het duidelijk is dat het niet half 4 in de nacht is maar half 4 in de middag is.
Volgens de Taalunie is beide correct.
Dus kwart voor 2 op de analoge klok is 01:45 uur. Kwart voor 3 op de analoge klok is 02:45 en zo verder.
Zo is 3 uur 's middag 15:00 op de digitale klok. Laat met behulp van het voorbeeld zien hoe je 5 uur 's avonds op de digitale klok zet. Er telt er dan 12 uur bij.
Dyslexie zorgt voor moeite met lezen en schrijven. En door dyscalculie krijg je moeite met rekenen. Hierdoor loop je dagelijks tegen allerlei problemen aan. Zoals problemen met klokkijken, omgaan met geld of je post lezen.
Zet de klok op 2 uur –> digitale tijd is 02:00 en 14:00. Zet de klok op 7 uur –> digitale tijd is 07:00 en 19:00.
Als je op de klok 16:15 ziet, dan is het kwart over vier in de middag. Als je op de klok 16:30 ziet, dan is het half vijf in de middag. Als je op de klok 16:45 ziet, dan is het kwart voor vijf in de middag.
Staat de wijzer op 8, dan is het 8 uur, staat hij precies tussen 8 en 9 in is het half 9. Maar kinderen leren zo ook andere globale tijdsaanduidingen, zoals “net 8 uur geweest”, “bijna half 9” en “tussen half 9 en 9”.
Andersom haal je er juist 12 uur vanaf. Dus kwart voor 11 's avonds op de analoge klok wordt 22:45 op de digitale klok. Oefen samen met de leerlingen de twee sommen.
Het is net 5 voor half 9 geweest.
Het cijfer 5 staat gelijk aan 5 minuten voor half. De grote wijzer staat net iets verder. Het zal dan ongeveer 4 minuten voor half 9 zijn.