Als de schaal 1 : 100 is, weet je dat 1 centimeter op de tekening hetzelfde is als 100 centimeter in het echt.
Een schaal van 1 : 100 betekent dat 1 lengte-eenheid van het model in het echt 100x zo groot is. Dus stel het schaalmodel van het schip is 10 centimeter, dan weet je dat het schip in het echt 100 · 10 centimeter = 1.000 centimeter (oftewel 10 meter) lang is.
Als je kind een percentage moet omzetten in een breuk dan kan hij van het percentage een honderdste breuk maken. Hiervoor geldt: procenten x 1/100 = een breuk. Stel dat 1% een honderdste deel is (1/100), dan zou 30% dus 30×1/100 zijn = 30/100.
1 procent staat voor 1/100 fractie.
Bij een schaal van 1:100.000 geldt: 1 cm op de kaart = 1 km in werkelijkheid. Handig om te onthouden: 1 km = 100.000 cm. Als je de schaal van de kaart weet, kun je met een meetlat de afstand tussen twee punten meten en die afstand omrekenen naar de werkelijke afstand.
Bijvoorbeeld, als een muur in werkelijkheid 6 meter lang is en je gebruikt een schaal van 1:50, dan zou de muur op de tekening 6 meter gedeeld door 50 moeten zijn, wat overeenkomt met 0,12 meter, oftewel 12 centimeter op papier.
Een percentage van een getal berekenen is heel eenvoudig. Je rekent eerst 1 procent uit van het getal.Je doet dit door het getal te delen door 100.Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage.
Procent betekent letterlijk "voor elke 100". 1/100 is letterlijk " één procent ".
Om een percentage om te zetten naar een decimaal of breuk, delen we de percentagewaarde door 100. Bijvoorbeeld, 50% is gelijk aan 50/100 of 0,5 in decimale vorm, en 75% is gelijk aan 75/100 of 0,75 in decimale vorm. Op dezelfde manier is 100% gelijk aan 100/100 of gewoon 1.
100 procent betekent geheel of helemaal af.
Dus stel je ziet een schatkaart met een schaal van 1:500, dan weet je dat iedere afstand die je meet op de schatkaart in het echt 500 keer zo groot is. Een schaal van 5 : 1 betekent dat de afmetingen van het beeld 5x zo groot zijn als het origineel.
[1/1000] deel, dus [1/10] procent, wordt ook wel promille genoemd.
Als de schaal van de plattegrond 1:100 is, betekent dit dat de werkelijke afmetingen 100 keer groter zijn dan op de plattegrond .
Als we dit herschrijven als een percentage, zien we dat 1/50 als percentage 2% is.
Hoe bereken je de schaal of verhouding? Voor het berekenen van de schaal of verhouding heb je twee getallen nodig, de grootte van het schaalmodel en de werkelijke grootte. De grootte van het schaalmodel deel je door de werkelijke grootte. Zo bekom je de schaal.
Als de schaal 1 : 100 is, weet je dat 1 centimeter op de tekening hetzelfde is als 100 centimeter in het echt.
Omrekenen van procenten
1% = 1/100 = 1 : 100 = 0,01. 3% = 3/100 = 3 : 100 = 0,03.
Een manier om een percentage van een bedrag te vinden is om te onthouden dat 1 procent van een bedrag een honderdste is. Dus om 1 procent van een bedrag te vinden, kun je het delen door 100 .
Leerdoel SLO (landelijk): Ik kan met eenvoudige getallen de 1%-regel toepassen en kan uitleggen dat 1% van een hoeveelheid of getal kan worden berekend door te delen door 100 of te vermenigvuldigen met 0,01 (bijv.: 3% van €120,-).
Stap 1: Tel de behaalde punten in elk vak bij elkaar op.Stap 2: Deel het totaal aantal behaalde punten door het maximaal mogelijke totaal aantal punten.Stap 3: Vermenigvuldig het resultaat met 100 om het percentage te krijgen .
Een procent drukt, net zoals een breuk, een bepaalde verhouding uit. Wanneer iets 1/3 deel is van iets anders, kan je de breuk omzetten naar een kommagetal: 1/3 = 0,33... Dit wil dan zeggen dat het ongeveer 33 % zal zijn. (Het kommagetal x 100, dus.)