Je zelfbeeld wordt gevormd door de interactie tussen je persoonlijkheid, ervaringen, interacties, omgeving en culturele invloeden. Zo kan dus je gezin, je kindertijd, de feedback van anderen, de tijdsgeest, de media, en ga zo maar door invloed hebben op het beeld dat je van jezelf hebt.
Je zelfbeeld ontstaat door je ervaringen, je omgeving en de mensen om je heen. Als je vooral negatieve ervaringen hebt gehad, kan dat zorgen voor een negatief zelfbeeld. Bij een positief zelfbeeld heb je juist meer positieve ervaringen gehad.
Zelfbeeld is het beeld dat een leerling heeft van zichzelf en hoe hij of zij zichzelf beoordeelt. Het wordt beïnvloed door interne factoren, zoals persoonlijke waarden en overtuigingen, en externe factoren, zoals feedback van anderen en media-beelden.
Als je bijvoorbeeld veel bent gepest of niet voldoende het gevoel hebt gekregen dat je goed genoeg bent, leidt dit vaak tot een negatief beeld over jezelf. Daarnaast hebben traumatische ervaringen in de kindertijd veel invloed op het vormen van een negatief zelfbeeld. Een negatief of laag zelfbeeld is niet erfelijk.
De meest gebruikte therapie bij onzekerheid en een negatief zelfbeeld is cognitieve gedragstherapie. Cognitieve gedragstherapie richt zich op het veranderen van (onrealistische) negatieve denk- en gedragspatronen die je onzekerheid en lage zelfbeeld in stand houden.
Wat zijn de 4 componenten van eigenwaarde? Je eigenwaarde bestaat uit vier houdingen die je over jezelf hebt: je zelfvertrouwen, je gevoel van identiteit, het gevoel ergens bij te horen en zelfverzekerd te zijn in je vaardigheden .
Een laag zelfbeeld begint vaak in de kindertijd . Onze leraren, vrienden, broers en zussen, ouders en zelfs de media sturen ons positieve en negatieve berichten over onszelf. Om een of andere reden is de boodschap dat je niet goed genoeg bent degene die bij je blijft.
Zelfvertrouwen en zelfzorg zijn vaak nauw met elkaar verbonden. Zoals we zagen in ons artikel over eigenwaarde, kunnen regelmatig sporten, goed slapen en een gezond dieet ontwikkelen ervoor zorgen dat u zich beter voelt over uzelf. Door de tijd te nemen om uw behoeften te beoordelen, kunt u erachter komen wat u een goed gevoel over uzelf geeft.
Gedrag wordt volgens Theo Poiesz bepaald door drie factoren, namelijk motivatie, gelegenheid en capaciteit. Motivatie is de mate waarin de persoon een doel wenst te bereiken, of interesse heeft voor specifiek gedrag.
Factoren die het zelfconcept van een individu kunnen beïnvloeden zijn opleiding, media, uiterlijk, cultuur, misbruik, relaties, geslacht, inkomen en leeftijd . Opleiding: Opleiding kan het zelfconcept van een individu beïnvloeden door ondersteunend onderwijzend personeel te hebben dat een student blijft aanmoedigen om het goede werk voort te zetten.
Toon begrip voor hoe de andere zich voelt. Zeg dus niet “Stop met dat zelfmedelijden”, “Je zoekt aandacht” of “Doe niet zo flauw”. Probeer wel eens de zin “Het lijkt me zwaar om zulke gedachten te hebben”.
Er zijn verschillende factoren die het zelfconcept kunnen beïnvloeden, waaronder: leeftijd, seksuele geaardheid, geslacht en religie . Het zelfconcept bestaat ook uit een combinatie van eigenwaarde en zelfbeeld. Eigenwaarde verwijst naar het gevoel van eigenwaarde van een persoon of de waarde die hij of zij aan zichzelf hecht.
Oorzaak negatieve gedachten
Vaak komen negatieve gedachten voort uit onzekerheid, angst en een laag zelfbeeld. Dat kan gebeuren als je jezelf te veel vergelijkt met anderen. Ook nare ervaringen uit het verleden, zoals afwijzing, kunnen ervoor zorgen dat je minder vertrouwen in jezelf hebt.
Zelfvertrouwen begint al bij uw geboorte. Het is deels aangeboren persoonlijkheid, en deels de omgeving waarin u opgegroeid bent. Kreeg u als kind veel aandacht en liefde, en werd u gesteund bij moeilijke dingen? Dan zit het waarschijnlijk wel goed met uw zelfvertrouwen.
Beweeg regelmatig om je humeur en energieniveau te verbeteren . Draag kleding waarin je je goed voelt over jezelf. Als je er goed uitziet, voel je je vaak ook goed. Breng tijd door met mensen die je een positief gevoel geven en je groei ondersteunen.
Bij een negatief zelfbeeld denk je al snel dat je dingen niet goed doet, of dat je andere mensen in de weg staat. Het is een negatieve bril waardoor je naar jezelf kijkt. Je vindt het moeilijk om op jezelf te vertrouwen, uitdagingen aan te gaan en keuzes te maken.
Traumatische gebeurtenissen, zoals gekwetst of gepest worden , kunnen ook een grote impact hebben op hoe je over jezelf denkt. Als je denkt dat je veel hebt gefaald of veel obstakels hebt overwonnen, kan het moeilijk zijn om in je eigen kunnen te geloven.
Symptomen van een laag zelfbeeld
Je voelt je erg onzeker, hebt weinig vertrouwen in jezelf en dat dingen je gaan lukken. Je bent niet trots op jezelf, je haalt jezelf steeds naar beneden. Als iets wel goed is gegaan, heb je de neiging om dit succes te verkleinen (het komt niet door jouw handelen, maar door anderen).
Twee belangrijke factoren dragen bij aan zelfvertrouwen: zelfredzaamheid en eigenwaarde . We krijgen een gevoel van zelfredzaamheid wanneer we onszelf (en anderen die op ons lijken) vaardigheden zien beheersen en doelen bereiken die ertoe doen in die vaardigheidsgebieden.
Geef jezelf de ruimte om te ontdekken wie je bent. Stel een paar realistische doelen. Als je je waarden en talenten kent, kun je een paar realistische doelen kiezen die hier in lijn mee liggen. Door deze doelen te behalen zal je eigenwaarde toenemen.
Mensen met een gezond zelfbeeld erkennen en accepteren hun capaciteiten en hun gebreken, hun sterke en zwakke punten . Ze hebben realistische verwachtingen voor zichzelf en anderen.