Water (H2O) 2. Koolstofdioxide (CO2) 3. Energie van zonlicht (nodig voor fotosynthese) 4. Grond met daarin voldoende koolstof, waterstof, zuurstof, kalium, calcium, magnesium, stikstof, fosfor, zwavel en ijzer (mineralen) De andere 4 onderdelen zijn er eigenlijk niet voor planten.
Het blijkt dat water, lucht en energie de belangrijkste ingrediënten voor plantengroei zijn. Om te kunnen groeien, hebben planten water, koolstofdioxide (uit de lucht) en energie van zonlicht nodig.
Er zijn namelijk 6 factoren die de groei en bloei van uw gewas beïnvloeden: voeding, watervoorziening, lichtintensiteit, zuurstof en CO2, temperatuur en luchtvochtigheid.
Planten hebben zonlicht nodig om te groeien! Plantjes die op een zonnige plek staan groeien sneller, worden groter en geven een betere oogst. In een kasje groeien je plantjes sneller, want vaak is de temperatuur net wat hoger en droogt de bodem minder snel uit.
Meestal worden vier klimaatfactoren onderscheiden die de plantengroei beïnvloeden: licht, temperatuur, luchtvochtigheid en CO2-gehalte. Deze factoren zijn onderling sterk verbonden.
Een belangrijk onderdeel van het ecosysteem zijn de abiotische factoren, zoals de lucht, water, bodem en het klimaat. Deze factoren hebben een directe invloed op de biotische factoren, en veranderingen in de abiotische factoren kunnen leiden tot veranderingen in de gehele ecosystemen.
Voor de fotosynthese licht nodig (fotos = licht). Planten die steeds in het donker staan, gaan na enkele weken dood. Bij deze planten kan geen fotosynthese plaatsvinden.
"Zachte muziek zal dus geen invloed hebben op de plantengroei.Harde muziek zorgt door zijn trillingen voor iets meer beweging in de lucht en dat kan wel een beetje invloed hebben." Je planten zouden dan iets steviger kunnen worden en iets minder uitgroeien.
Glucose (=druivensuiker) wordt in bladgroenkorrels gemaakt van koolstofdioxide en water. Planten maken van glucose als basisstof alle andere organische stoffen die voor levende wezens noodzakelijk zijn. Levende cellen hebben energie nodig om arbeid te verrichten.
In de lever stimuleert groeihormoon de aanmaak van een groeistof: de Insulineachtige Groei Factor-I (IGF-I) genaamd. Dit IGF-I komt ook in de bloedbaan terecht. Dit IGF-I zorgt, samen met groeihormoon, dat de botten groeien waardoor het lichaam in lengte toeneemt.
Kinderen groeien door groeihormoon en geslachtshormonen. Groeihormoon is een eiwit dat wordt gemaakt in de hypofyse, de hormoonproducerende klier onder aan de hersenen. Groeihormoon heeft directe invloed op de groei, maar ook indirect via de aanmaak van groeifactoren.
Een kind in de groei heeft gezonde voeding nodig. Groente, fruit, volkoren graanproducten, vis, peulvruchten, eieren: de Schijf van Vijf staat vol met gezonde producten die je kind helpen om goed te groeien.
De micronutriënten voor planten zijn chloor (Cl), ijzer (Fe), mangaan (Mn), borium (B), zink (Zn), koper (Cu), nikkel (Ni) en molybdeen (Mo). In sommige gevallen kan natrium (Na) een essentieel micronutriënt zijn. Dit geldt voor de C4-planten en CAM-planten.
De drie belangrijkste elementen die in plantenvoeding zitten zijn stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K). Daarnaast zitten er vaak nog extra ondersteunende elementen in de plantenvoeding, zoals magnesium en calcium.
Sommige planten houden van heel veel licht en dus van de volle zon, terwijl andere planten daar juist helemaal niet van houden en dus liever op een schaduwplekje staan. Uiteraard heb je ook nog planten die liever voor de middenweg gaan en bijvoorbeeld wel van licht houden, maar niet tegen de volle zon kunnen.
Planten hebben geen oren zoals wij ze kennen. Toch kunnen de teunisbloemen van het onderzoek uit Tel Aviv geluid waarnemen. De onderzoekers concludeerden dat de geluiden opgevangen worden door de bloem van de plant.
Lange tijd werd er gelachen als mensen tegen hun plantje praatte omdat ze niet goed groeide. Toch blijkt het echt te helpen. Planten kunnen namelijk horen. Wetenschappers zijn nog op zoek naar de plaats waar het geluid bij planten binnenkomt.
Geef altijd in de ochtend- of avonduren water om bladverbranding door de zon te voorkomen en de bodem en planten de tijd te geven het water op te nemen. Geef beter eenmaal of tweemaal per week veel water. Door de frequentie te verlagen voorkomt u dat de planten langdurig nat blijven.
Een plant kan zelf voedsel maken.Dat heet fotosynthese. Voor die fotosynthese heeft die plant drie dingen nodig: licht, water en kooldioxide. dat is een stof in de lucht.
Ieder blad heeft allemaal hele kleine mondjes op zijn onderkant, daarmee ademt het blad koolstofdioxide in en zuurstof uit. Mensen en dieren doen dat juist andersom, die ademen dus zuurstof in en koolstofdioxide uit. Een plant zuigt water op uit de grond en dat water gaat naar de bladeren.