Het grootste risico op kanker komt door roken en meeroken. Tabaksproducten en de tabaksrook bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het DNA in de cellen. Fouten in het DNA kunnen ertoe leiden dat een cel ontspoort en dat er kanker ontstaat.
Blootstelling aan straling en gevaarlijke stoffen (zoals sigarettenrook) Een ongezonde leefstijl (roken, onbeschermd zonnen, slechte voeding) Virus: sommige soorten kanker worden veroorzaakt door een virus dat het DNA beschadigt.
Een CEA-waarde hoger dan 5 kán een aanwijzing zijn voor kanker. CEA is een zogenaamde tumormarker. Het kan ook iets zeggen over de grootte van een tumor en of er wel of geen uitzaaiingen zijn. Maar een verhoogde CEA-waarde kan ook wijzen op bijvoorbeeld een darm- of leverontsteking.
Je kunt niet vermijden dat je mogelijk kanker krijgt, maar je kunt wel een en ander doen om het risico op de ziekte te verkleinen. Niet roken, je alcoholconsumptie matigen, gezond eten en bewegen, verstandig omgaan met de zon en met (mogelijk) kankerverwekkende stoffen.
Gewichtsverlies veroorzaakt door kanker bestaat uit verlies van gelijke delen vetmassa en spiermassa. 1 kg gewichtsverlies betekent bij mensen met kanker al een verlies van 0,5 kg spieren. Mensen met overgewicht hebben namelijk wel meer vetweefsel maar niet meer spierweefsel dan slanke mensen.
Kanker is een ongecontroleerde deling van lichaamscellen. De cellen kunnen niet meer stoppen met delen en groeien in omliggende weefsels. Soms zaaien ze uit naar andere delen van het lichaam. Kanker kan bijna overal in het lichaam ontstaan.
Ontstaan van kanker
Andere risicofactoren zijn wel volledig of gedeeltelijk vermijdbaar, zoals roken, overgewicht, te weinig bewegen, blootstelling aan uv-stralen, alcoholgebruik, besmetting door het humaan papillomavirus (HPV), of het innemen van oestrogenen na de menopauze, …
Kanker ontstaat door een mutatie in het erfelijk materiaal (DNA) dat de celdeling regelt. In zeldzame gevallen is zo'n gendefect erfelijk. Maar meestal ontstaan gendefecten toevallig.
Eet weinig of geen bewerkt vlees. Onderzoek toont aan dat het eten van rood en bewerkt vlees het risico op darmkanker verhoogt. Bewerkt vlees is al het vlees dat is gerookt, gezouten of op een andere manier geconserveerd door het toevoegen van conserveringsmiddelen.
Stellen van de diagnose van bepaalde kankers. Bij sommige vormen van kanker zijn er tumormerkers in het bloed aanwezig, waardoor de kanker kan worden opgespoord. Maar een bloedafname is natuurlijk ook heel nuttig bij alle vormen van bloedkanker (leukemie en lymfomen).
Specifieke kanker
In 96% van de gevallen werd met de bloedtest bevestigd dat er kanker was. Maar de test kon ook in 70% van de gevallen aangeven in welk orgaan de kanker is ontstaan. Je kunt dan gericht gaan zoeken naar de specifieke plek. Je blijft dus wel onderzoeken nodig hebben maar waarschijnlijk minder veel.
Wanneer er een verdenking is van dikkedarmkanker wordt er bij u bloed geprikt. In het bloed zijn tumormarkers aanwezig. Een tumormarker is een bepaalde stof die in het bloed voorkomt bij kanker. Het bloedonderzoek wordt niet gebruikt om definitief kanker vast te stellen.
Velen denken dat (langdurige) stress kanker kan veroorzaken. Er is intussen veel onderzoek gedaan, maar tot nog toe is niet gebleken dat er een rechtstreeks verband is tussen stress en het ontstaan van kanker. Evenmin is gebleken dat er een verband zou bestaan tussen positief denken en het genezen van kanker.
Het grootste risico op kanker komt door roken en meeroken. Tabaksproducten en de tabaksrook bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het DNA in de cellen. Fouten in het DNA kunnen ertoe leiden dat een cel ontspoort en dat er kanker ontstaat. Het advies is om te stoppen met roken.
Bij 43,9 van de pasgeboren mannen (1 op de 2,3) en bij 38,1 van de pasgeboren vrouwen (1 op de 2,6) wordt ooit in het leven de diagnose 'kanker' gesteld. De kans om vóór het 80e levensjaar kanker te krijgen is 35,9 voor pasgeboren mannen en 30,2 voor pasgeboren vrouwen.
Volgens de meest recente kankerstatistieken van de Wereldgezondheidsorganisatie krijgen jaarlijks 286,8 op de 100.000 mensen in Nederland kanker. Denemarken is 's werelds koploper met 326,1 gevallen van kanker per 100.000 mensen.
Alvleesklierkanker heeft de slechtste overlevingscijfers van alle soorten kanker in Nederland. Het is bovendien de enige kankersoort waarbij de overleving in afgelopen decennia niet of nauwelijks is verbeterd.
Het is al langer bekend dat sommige kankers veroorzaakt worden door virussen, zoals leverkanker (hepatitis B en C) of baarmoederhalskanker (HPV-virus). Tot recent werden echter maar drie virussen in kaart gebracht die zeldzame kankers kunnen veroorzaken, terwijl er meer dan 200 verschillende kankers gekend zijn.
Maar de overlevingskansen verschillen sterk per soort kanker. Zo hebben patiënten met borst-, prostaat- of huidkanker goede overlevingskansen (rond de 90%). Maar voor bijvoorbeeld patiënten met long- of alvleesklierkanker is de 5-jaarsoverleving veel slechter: voor longkanker 25% en bij alvleesklierkanker maar 5%.
Kankerverwekkende stoffen zijn stoffen die kanker kunnen veroorzaken of de kans op kanker kunnen vergroten. Mutagene stoffen kunnen het erfelijk materiaal beschadigen en in combinatie met andere stoffen kanker veroorzaken. Kankerverwekkende en mutagene stoffen kunnen in vrijwel alle werksituaties voorkomen.
Een tumor ontstaat doordat een zieke cel sneller groeit en deelt dan de gezonde cellen. Hierdoor komen er meer tumorcellen bij. Zo groeit de tumor.
Kan iemand van kanker genezen? Alles hangt af van het type kanker, hoever hij gevorderd is bij de start van de behandeling, het verloop ervan enz. Maar dankzij de vooruitgang van de geneeskunde en de steeds meer doeltreffende behandelingen is ongeveer 60% van het aantal gevallen van kanker te genezen.
Kanker gaat niet altijd gepaard met pijn. In de beginfase van de ziekte heeft ongeveer 30% van de patiënten pijn, in een later stadium gemiddeld 60-80% van de patiënten. De meeste pijn ontstaat als er sprake is van uitzaaiingen. Naast lichamelijke oorzaken spelen ook emoties een rol bij de beleving van pijn.
Ongeneeslijk zieke kankerpatiënten genezen soms 'spontaan'. Niet zelden begint de genezing na een zware infectie. Aangezien een infectie het afweersysteem stimuleert, werd de suggestie geopperd dat het afweersysteem op eigen kracht een kankergezwel kan opruimen.