Na jouw overlijden komen het huis en de hypotheek in de nalatenschap. Aan de meeste hypotheken is een overlijdensrisicoverzekering gekoppeld. Na het overlijden van jou als verzekerde volgt een uitkering die de hypotheek verlaagt of zelfs compleet aflost. Zo voorkom je dat de nabestaanden een hoge schuld erven.
Na overlijden gaan jouw bezittingen en schulden over op de nabestaanden. Wettelijk is vastgelegd wie de erfgenamen zijn en in een testament kun je andere wensen vastleggen. Je huis valt ook in jouw nalatenschap, net als de resterende hypotheekschuld op het huis.
Het huis is gezamenlijk eigendom na overlijden
Als de langstlevende ouder overlijdt, erven de gezamenlijke kinderen de woning en hypotheeklening. Zolang de nalatenschap onverdeeld blijft, zijn de kinderen samen eigenaar van het voormalig ouderlijk huis. En zij zijn gezamenlijk aansprakelijk voor de hypotheeklening.
Volgens de wettelijke regels komen het huis en andere bezittingen toe aan de huwelijkspartner en de kinderen van de overledene. Een geregistreerd partnerschap wordt gelijk gesteld met het huwelijk. Als er geen partner en kinderen zijn, zijn de ouders en de broers en de zussen van de overledene de erfgenamen.
In veel situaties erven niet één, maar meerdere kinderen de woning van de ouders. Ieder kind heeft, tenzij anders beschreven in het testament, recht op zijn erfdeel en daarmee recht op een deel van de woning. In veel situaties wordt het huis verkocht of gaat één van de kinderen het huis bewonen.
De partner en de kinderen betalen over de eerste 123.248 euro een heffing van 10 procent. Bij een hogere verkrijging bedraagt de heffing 20 procent. Gaat de nalatenschap naar de kleinkinderen? Dan bedraagt de heffing 18 procent en 36 procent.
Als je het huis van je ouders wilt kopen, dan krijg je te maken met schenkbelasting en overdrachtsbelasting. De eerste gaat uit van de WOZ waarde maar de tweede gaat uit van de taxatie door de makelaar. Er is niets op tegen om een koopprijs af te spreken onder de waarde maar dit heeft wel fiscale gevolgen.
Wat gebeurt er met mijn huis na mijn overlijden? Wanneer je overlijdt, gaan je bezitting over naar je erfgenamen. Ook het koophuis valt onder die bezittingen. Wie de erfgenamen zijn, is wettelijk vastgelegd in het 'erfrecht'.
De verkoop moet binnen acht maanden na overlijden plaatsvinden, na ongeveer een jaar zul je een belastingaanslag ontvangen. Als het niet mogelijk is om binnen acht maanden de woning te verkopen, dan is het mogelijk om bij de Belastingdienst uitstel van betaling aan te vragen.
Gaat u een afbetaald huis erven? Dan kunt u de woning verkopen, verhuren of als woning voor een erfgenaam in gebruik nemen. Houd er rekening mee dat er ook in dit scenario kosten komen kijken bij een erfenis. Bijvoorbeeld overige vaste woonlasten of eventueel onderhoud.
Soms zijn er in de cao aanvullende afspraken gemaakt over de verlofperiode tot de uitvaart en rouwverlof. Bij het overlijden van een familielid in de eerste graad (zoals een partner, ouder of kind) heb je recht op vier verlofdagen. Die gaan in van het overlijden tot en met de begrafenis of crematie.
Na overlijden loopt de hypotheek gewoon door. De erfgenamen erven de hoofdschuld met de daarbij behorende rente. Zij zijn dan ook verplicht om de maandelijkse hypotheeklasten te voldoen. Alleen als aan de hypotheek een overlijdensrisicoverzekering was gekoppeld, kan de hypotheek gedeeltelijk of geheel worden beëindigd.
Wanneer jij de hypotheek van je ouders wilt overnemen, gelden dezelfde voorwaarden als in een andere verkoopsituatie. De verkopende partij (ouders) stelt de vraagprijs vast, waarna de kopende partij (kind) een bod doet. Daarna volgt een overleg en al dan niet een akkoord.
Ja, bij testament kan geregeld worden dat, zoals in dit geval, de langstlevende partner het recht heeft om in de woning te kunnen blijven wonen. De langstlevende partner krijgt dan de rechten van gebruik en bewoning van de woning en eventueel ook de inboedel.
Ook kinderen kunnen de nalatenschap, waaronder de ouderlijke woning, beneficiair aanvaarden. In dat geval aanvaarden zij de erfenis alleen als deze positief is. Minderjarigen aanvaarden een erfenis altijd beneficiair. Voor een beneficiaire aanvaarding moeten de kinderen een verklaring afleggen bij de rechtbank.
Het kindsdeel is het deel van de erfenis dat volgens de wet naar het kind gaat als een van de ouders overlijdt en er geen testament is. Wanneer de andere ouder nog in leven is, krijgt hij of zij de hele erfenis.
Over de nalatenschap moet je namelijk in de meeste gevallen belasting afdragen. Daarna moeten alle rekeningen betaald worden, bijvoorbeeld voor de notaris, de executeur en eventuele rechtbankkosten. Het geld dat overblijft, wordt vervolgens uitbetaald aan de erfgenamen.
Als u de erfenis onvoorwaardelijk accepteert, bent u ook aansprakelijk voor de schulden. En dus ook voor een hypotheek die nog op het huis staat. Soms is er ook een overlijdensrisicoverzekering aan de hypotheek verbonden. Als die uitkeert, kan de hypotheek daarmee geheel of gedeeltelijk worden afgelost.
Er is geen testament
Als er geen testament is, regelen de erfgenamen samen de erfenis. Zij kunnen dit ook door 1 of meer personen laten doen met een boedelvolmacht. Dit is een verklaring waarin staat wat de gekozen persoon namens de erfgenamen mag doen. Deze persoon kan een erfgenaam zijn, maar dat hoeft niet.
Kunt u uw huis verkopen onder de WOZ-waarde? Wanneer u uw huis toch voor een goedkope prijs wilt verkopen, zijn hier wel mogelijkheden voor. Een verkoopbedrag dat lager is dan de WOZ-waarde zal worden gezien als een schenking. Over schenkingen moet belasting worden betaald, dit kan 10% tot 20% bedragen.
Het huis op naam van de kinderen zetten ofwel de (bloot)eigendom van het woonhuis overdragen naar de kinderen, was vroeger een veel gebruikte methode om vermogen over te hevelen naar de kinderen. Het is echter maar de vraag of deze methode nog steeds de meest geschikte methode van vermogensoverheveling is.
Rechtbank Zeeland –West-Brabant heeft recent beslist dat er geen sprake is van een schenking als ouders hun zoon met zijn gezin voor niets in hun huis laten wonen. Bij het gedogen van de – gratis – bewoning is geen sprake van schenking omdat de ouders niet verarmen.