Als de spanning te hoog wordt, kunnen bepaalde elektrische toestellen iets sneller slijten. Vaak gebeurt dat pas als er langere tijd hoge spanning op de toestellen staat. Omvormers die stroom terugleveren, meten de netspanning.
Wanneer het elektriciteitsnet op dat moment het vermogen niet goed kan afvoeren, leidt dat tot een steeds verder oplopende spanning. De spanning kan zelfs zo hoog oplopen, dat de limietwaarde wordt bereikt waardoor de omvormer zich automatisch van het net scheidt.
Volgens de wet mag de spanning 10 procent meer of minder zijn. Hebt u 1 fase? Dan mag de spanning op uw aansluiting tussen de 207 en de 253 volt zijn. Bij een aansluiting met 3 fasen mag de spanning op de aansluiting tussen de 360 en de 440 volt zijn.
Wisselspanning komt thuis uit het stopcontact en op deze spanning werken de meeste elektrische apparaten die wij kennen. In Europa is dit 230 V/50 Hz, in Amerika 120 V of 240 V/60 Hz.
Door installatie van een spanningsregelaar – veelal direct achter de hoofdschakelaar – kan de spanning met maximaal 20 Volt worden verlaagd. Vervolgens stabiliseert de spanningsregelaar de spanning op het niveau waarop elektrische apparatuur het meest efficiënt zal werken; tussen 215 en 225 Volt.
Ja, bliksem kan inslaan op uw zonnepanelen. Als de bliksem inslaat op uw woning, is dit normaal gesproken op het hoogste punt van uw woning. In de meeste gevallen zal de bliksem niet inslaan op uw zonnepanelen als u een schuin dak heeft.
De omvormer dient automatisch te worden afgeschakeld als de spanning 264,5 V bereikt, of als de gemiddelde spanning over 10 minuten meer dan 253 V bedraagt. Het is niet uitgesloten dat uw omvormer werd ingesteld op een striktere waarde en dus sneller wordt uitgeschakeld.
230 volt in Nederland
In Nederland staat er 230 Volt op het stopcontact. Daar de stroomsterkte hier 16 Ampère is, betekent dit dat er een vermogen van 3680 Watt geleverd kan worden. Het vermogen wordt immers berekend door de spanning te vermenigvuldigen met de geleverde stroomsterkte.
De hoogte van de spanning. Deze is in het Nederlandse net ongeveer 230 Volt met een frequentie van 50 Hertz. De grenzen waarbinnen spanning mag variëren. Hoe snel en in welke mate de variatie plaats mag vinden.
Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: De elektriciteit die de netbeheerders leveren op de aansluiting in de meterkast (het aansluitpunt) heeft een 'spanning' van ca. 230 volt (50 Hz) (voorheen was dat ca. 220 volt). Netspanning (oude benaming = lichtnet) betreft wisselspanning met een netfrequentie van 50 Hz.
Waarom schakelt de omvormer uit? Op het moment dat het elektriciteitsnet overbelast is, schakelt de omvormer zich automatisch uit. Dit komt doordat elke omvormer een ingebouwd mechanisme heeft dat ervoor zorgt dat de omvormer automatisch wordt uitgeschakeld op het moment dat de netspanning boven de 253 Volt komt.
Open klemspanning / Open Circuit voltage / Voc
Dit is de spanning die wordt gemeten als de stekkers van het paneel niet verbonden zijn. Hierdoor kan er geen stroom lopen en is de spanning maximaal.
Wanneer het lokale laagspanningsnet – het elektriciteitsnet op wijkniveau – teveel zonnestroom tegelijk moet afvoeren, schakelen omvormers van zonnepanelen automatisch uit om overspanning te voorkomen. Dat zou namelijk schade opleveren aan uw apparatuur of risico op kortsluiting.
De niet-verbruikte stroom wordt teruggeleverd aan het energienet. Als er relatief veel zonnepanelen in uw buurt zijn, kan dit leiden tot zogenoemde 'files' op het elektriciteitsnet. Het kan dan voorkomen dat zonnepalen tijdelijk geen energie kunnen terugleveren.
De netbeheerders herhalen de boodschap dat als er in één keer veel (zonne-)energie op het stroomnet komt, er hoge spanningen kunnen ontstaan, waardoor omvormers van zonnepanelen kunnen uitschakelen. Op zo'n moment kunnen de zonnepanelen tijdelijk geen elektriciteit leveren.
Een omvormer mag in ieder geval niet te veel aftoppen qua opbrengst, want dan wordt de omvormer te zwaar belast. Kijk niet alleen naar het typenummer van de omvormer. Voorbeeld: De SMA 3000TL heeft een maximaal vermogen van 3200 W. Hier kan je gemakkelijk een installatie van 3300 WP op aansluiten.
Netspanning is wisselspanning van minder dan 1000 volt die via het elektriciteitsnet aan de kleinverbruikers wordt geleverd. Gewoonlijk wordt met netspanning de elektriciteit die thuis uit het stopcontact komt bedoeld, met een spanning van circa 220 tot 240 volt.
Een schrikdraad voert een hoge spanning (2000 tot 10.000 volt), maar levert een heel lage stroomsterkte in zeer korte pulsen.
In je straat ligt er één soort driefasige net. Neem contact op met je netbeheerder (Fluvius) om te weten te komen welke netaansluiting in de straat aanwezig is (3X230V of 3X400V+Neuter). Hoeveel vermogen (Watt) je ter beschikking hebt met de verschillende types aansluitingen vind je in de tabel hieronder.
Tegenwoordig heeft de netspanning in je huis een spanning van 230 volt. Hoewel bijna alle apparatuur geschikt is voor deze spanning, is het belangrijk om bij je oude apparaten na te gaan of ze nog wel geschikt zijn voor deze spanning. Dit om schade aan je oude apparaten te voorkomen.
Door één groep mag maximaal 16 Ampère aan stroom lopen. Nu kan u het vermogen uitrekenen door middel van de spanning en de stroom, waarbij u de stroom, 16 Ampère, vermenigvuldigt met de spanning, dat ofwel 220 Volt ofwel 230 Volt is. Hierbij is de uitkomst 16 Ampère x 220 Volt = 3520 Watt.
Ondergrondse middenspanningskabels transporteren de elektriciteit naar transformatorhuisjes in woonwijken. Transformatoren in die huisjes zetten de middenspanning om naar laagspanning van 230 volt. Dat is de spanning die apparaten in huis gebruiken.
Dat wil zeggen dat de stroom die uit paneel 1 komt vervolgens door paneel 2 loopt, enzovoorts. Dus als er door 1 zonnepaneel, door een defect of (tijdelijke) schaduw, minder stroom loopt, leveren ook de andere zonnepanelen in de serie minder stroom.
Waar zonnepanelen een gemiddelde levensduur van 25 jaar hebben, moeten omvormers wel eerder vervangen worden. De levensduur van omvormers ligt tussen de 8 tot 12 jaar.
Door de stroomuitval valt de omvormer dus uit. De stroom wordt tijdelijk niet opgeslagen. De zonnepanelen functioneren wel, maar ze kunnen hun energie niet doorgeven. Er gaat een beveiliging in werking om te voorkomen dat de omvormer overbelast raakt.