Wanneer je partner overlijdt, eindigt een huwelijk automatisch. Dit geldt ook voor het geregistreerd partnerschap en een samenlevingscontract. Voor geregistreerd partners en getrouwde stellen is wettelijk al vastgelegd wat er met de nalatenschap gebeurt.
In Nederland bestaat er een nabestaandenuitkering uit de Algemene nabestaandenwet (Anw). Het is een financiële ondersteuning vanuit de overheid na het overlijden van de partner (dit geldt ook voor wezen). De uitkering komt vanuit de Sociale Verzekeringsbank. De nabestaandenuitkering is een soort basisinkomen.
Overlijdensuitkering bij meeste uitkeringen
Uw nabestaanden kunnen recht hebben op een overlijdensuitkering als u een van deze uitkeringen krijgt: een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Ziektewet); AOW-uitkering; Anw-uitkering.
Ja, bij testament kan geregeld worden dat, zoals in dit geval, de langstlevende partner het recht heeft om in de woning te kunnen blijven wonen. De langstlevende partner krijgt dan de rechten van gebruik en bewoning van de woning en eventueel ook de inboedel.
Anw-uitkering
Na het overlijden van uw partner kan het zijn dat u minder of zelfs geen inkomsten meer heeft. Mogelijk heeft u recht op een nabestaandenuitkering Anw. Op de website van de Sociale Verzekeringsbank vindt u meer informatie over het aanvragen van een Anw-uitkering.
Als iemand overlijdt, moet je dit melden aan de bank. Je kunt als nabestaande niet altijd zomaar de bankzaken regelen. Je moet eerst verschillende documenten opsturen om toegang te krijgen tot de rekening. Dit is vaak ook nodig als je de rekening bijvoorbeeld op 1 naam wilt zetten of wilt beëindigen.
De hoogte van de Anw-uitkering verschilt per soort uitkering en hangt soms ook af van uw inkomen. De uitkering is maximaal 70% van het nettominimumloon.
Het erfrecht
De blote eigendom zal vererfd worden door de kinderen. Zijn er geen kinderen en steekt de gezinswoning in het gemeenschappelijke vermogen (omdat die samen werd aangekocht), dan erft de langstlevende huwelijkspartner die woning in volle eigendom.
De weduwe of weduwnaar krijgt het vruchtgebruik van de hele nalatenschap. Concreet krijgt de langstlevende het eigen vermogen van zijn overleden partner en de helft van het gemeenschappelijk vermogen in vruchtgebruik. De kinderen erven de blote eigendom.
Na overlijden loopt de hypotheek gewoon door. De erfgenamen erven de hoofdschuld met de daarbij behorende rente. Zij zijn dan ook verplicht om de maandelijkse hypotheeklasten te voldoen. Alleen als aan de hypotheek een overlijdensrisicoverzekering was gekoppeld, kan de hypotheek gedeeltelijk of geheel worden beëindigd.
Als uw partner overlijdt en hij of zij ontving een AOW-, Anw- of arbeidsongeschikheidsuitkering, dan kunt u als nabestaande recht op een overlijdensuitkering. De hoogte van deze uitkering is gelijk aan een bruto maanduitkering. Ook het opgebouwde vakantiegeld wordt uitgekeerd.
Er mag maximaal een bedrag van 50% van het salaris worden verzekerd voor partnerpensioen. Voor deelnemers is het hierdoor duidelijk welk bedrag de partner ontvangt bij overlijden. Het partnerpensioen is straks niet meer afhankelijk van het aantal gewerkte jaren in een dienst (diensttijdonafhankelijk).
Nabestaandenpensioen voor je partner. Als je bij je werkgever pensioen opbouwt, heeft je partner vaak recht op nabestaandenpensioen. Dit nabestaandenpensioen gaat meteen in na je overlijden, ook als je de pensioenleeftijd nog niet hebt bereikt.
Hoe hoog is het partnerpensioen? Het partnerpensioen kan nooit hoger zijn dan 70% van het ouderdomspensioen. Het exacte bedrag kun je vinden in het pensioenoverzicht dat je ieder jaar van je pensioenfonds ontvangt. Hou er rekening mee dat het partnerpensioen een flink stuk lager is dan het daadwerkelijke inkomen.
Word je na het overlijden van je partner de vruchtgebruiker van het huis en erven je kinderen de blote eigendom, dan kunnen jullie enkel samen beslissen om te verkopen.
Bij overlijden stopt de uitkering op de dag na het overlijden. De nabestaande geeft het overlijden zo snel mogelijk door aan de gemeente.
Door de wettelijke verdeling krijgt de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner alle goederen van de nalatenschap. Pas als de langstlevende echtgenoot of partner overlijdt, erven de kinderen. Soms zijn dit kinderen uit een eerder huwelijk.
Langstlevende ouder maakt de erfenis op
De langstlevende heeft gedurende diens leven het volledige beheer over de erfenis die door de overleden partner is achtergelaten. Dat betekent ook dat de langstlevende het geld helemaal mag opmaken, inclusief de kindsdelen van de kinderen.
Geen testament: Echtgenoot krijgt bij erfenis minstens vruchtgebruik op alles. De wet voorziet in een automatisch erfrecht voor de langstlevende echtgenoot: die erft zonder dat er een testament is minstens het levenslang vruchtgebruik op de volledige erfenis.
Wettelijk is vastgelegd wie jouw bezittingen en schulden erft. In de meeste gevallen zijn de erfgenamen de kinderen en de partner gezamenlijk. Bij de partner gaat het om de huwelijkspartner of een partner door een geregistreerd partnerschap. De partner en de kinderen erven ieder een gelijk deel.
Als er geen testament is, regelen de erfgenamen samen de erfenis. Zij kunnen dit ook door 1 of meer personen laten doen met een boedelvolmacht. Dit is een verklaring waarin staat wat de gekozen persoon namens de erfgenamen mag doen. Deze persoon kan een erfgenaam zijn, maar dat hoeft niet.
Bij een overlijden blokkeert de bank alle bankrekeningen en bankkaarten van de overledene, alsook alle gemeenschappelijke of onverdeelde rekeningen van de overledene en zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner. Zélfs de eigen rekeningen van de overlevende partner worden geblokkeerd.
Het overlevingspensioen voor die weduwen en weduwnaars jonger dan 45 jaar evolueert naar een tijdelijke overgangsuitkering: één jaar voor personen zonder kinderen, tot twee jaar voor personen met kinderen. Vandaag wordt dat overlevingspensioen nog levenslang uitgekeerd.
weduwenpensioen of weduwnaarspensioen (officieel wordt dit het overlevingspensioen genoemd) toegekend. Dit bedraagt in principe 80 % van het vroegere gezinspensioen. Het pensioen wordt na overlijden dus met 20 % verminderd.
De uitkering wordt gedurende 12 maanden betaald als er geen kinderlast is en gedurende 24 maanden indien er wel een kinderlast is. Vanaf het moment dat u de pensioenleeftijd bereikt (vervroegd of gewoon), zal er dan alsnog een overlevingspension worden toegekend.