De elektriciteit die in het net wordt geïnjecteerd (productie en import) moet steeds gelijk zijn aan de verbruikte hoeveelheid. Zo niet, ontstaat een black-out.
Consumenten kunnen de overtollige elektriciteit opslaan in een accu, bijvoorbeeld in een elektrische auto. Er zijn ook losse accu's te koop voor in huis, daarmee kun je de stroom op een minder zonnig moment inzetten. Die thuisaccu's zijn (nog) wel behoorlijk prijzig.
Als je meer stroom opwekt dan je zelf verbruikt, krijg je een terugleververgoeding van je energiemaatschappij. Dit heet ook wel een kale vergoeding. De terugleververgoeding ligt tussen de 4 en 9 cent per kWh. Hieruit wordt zo weinig winst gemaakt dat dit ook niet aantrekkelijk genoeg is voor de consument.
Stroom heb je in twee smaken: gelijkstroom (Direct Current – DC) en wisselstroom (Alternating Current - AC). Met beide soorten elektriciteit kan je een vermogen verplaatsen, beide hebben een spanning en een stroomsterkte en beide hebben een stroomkring nodig, maar ze gedragen zich heel anders.
Wisselspanning komt thuis uit het stopcontact en op deze spanning werken de meeste elektrische apparaten die wij kennen. In Europa is dit 230 V/50 Hz, in Amerika 120 V of 240 V/60 Hz.
Vandaar dat de huiselijke 220V dodelijk is, omdat er ook stroomsterkte aanwezig is. De huisstroom is trouwens beveiligd met lekstroomdetectoren: 30 mA voor de badkamer en 300 mA voor de rest van de kring.
Door installatie van een spanningsregelaar – veelal direct achter de hoofdschakelaar – kan de spanning met maximaal 20 Volt worden verlaagd. Vervolgens stabiliseert de spanningsregelaar de spanning op het niveau waarop elektrische apparatuur het meest efficiënt zal werken; tussen 215 en 225 Volt.
Bij een even hoge spanning is gelijkstroom minder gevaarlijk dan wisselstroom. Een wisselspanning van 50 Volt of een gelijkspanning van 120 Volt worden beschouwd als een veilige spanning.
Uiteindelijk won de wisselspanning, omdat een wisselspanning makkelijker in een andere spanning om te zetten is en er minder verliezen bij transport optreden. Zo werd wisselspanning de basis voor de elektriciteitsdistributie. Lees meer over: Wat is het verschil tussen wisselspanning en gelijkspanning?
Gelijkspanning is alleen maar gevaarlijk als de stroom van de min naar de plus kan lopen. Je kan dus zonder problemen één van de twee polen aanraken (om er een stekker aan te zetten bijvoorbeeld) zolang de andere pool maar veilig geïsoleerd is.
Een deel van de stroom gebruik je namelijk zelf in de woning ook al ben je zelf niet thuis. Denk dan bijvoorbeeld aan sluipverbruik en apparaten als de koelkast en het ventilatiesysteem. De slimme meter kan alleen de stroom registreren die je levert aan het net of afneemt van het net.
Want met het toenemend aandeel van zonne-energie is het stroomaanbod 's nachts veel lager dan vroeger. Dus wen er nu vast aan en zet je wasmachine en afwasmachine vanaf morgen vooral midden op de dag aan.
De netbeheerders herhalen de boodschap dat als er in één keer veel (zonne-)energie op het stroomnet komt, er hoge spanningen kunnen ontstaan, waardoor omvormers van zonnepanelen kunnen uitschakelen. Op zo'n moment kunnen de zonnepanelen tijdelijk geen elektriciteit leveren.
Als je 3.500 kWh verbruikt, maar je wekt 2.500 kWh op met eigen zonnepanelen, dan levert je energieleverancier de 1.000 kWh te weinig opgewekte energie aan jou. Over deze 1.000 kWh moet je dus gewoon Energiebelasting en ODE betalen. Het kan ook zijn dat je meer stroom opwekt dan dat je verbruikt.
Wisselstroom of gelijkstroom ventilatiebox
Sinds enkele jaren zijn afzuigunits beschikbaar met een gelijkstroom motor voor de ventilator. Een gelijkstroom motor zoals in moderne Itho Ecofan afzuigunits verbruikt tot maar liefst 83% minder stroom ten opzichte van oudere modellen met een wisselstroom motor.
220 volt). Netspanning (oude benaming = lichtnet) betreft wisselspanning met een netfrequentie van 50 Hz.
Gelijkspanning in huis
Apparaten in huis krijgen via de stekker wisselstroom uit het stopcontact. De meeste onderdelen in die apparaten, zoals ledlampen, motortjes, beeldschermen en computerelektronica, werken op gelijkstroom.
Over het algemeen is wisselspanning gevaarlijker dan gelijkspanning. Dat komt door de sinusvorm.
De grootte van de stroom bij een bepaalde spanning is afhankelijk van de weerstand van de huid op de contactplaatsen waar de stroom binnenkomt en weer uittreedt. Met een droge huid kun je best 230V aanraken, bij zweet of ander vocht kan 110V al dodelijk zijn.
Ja, bliksem kan inslaan op uw zonnepanelen. Als de bliksem inslaat op uw woning, is dit normaal gesproken op het hoogste punt van uw woning. In de meeste gevallen zal de bliksem niet inslaan op uw zonnepanelen als u een schuin dak heeft.
De niet-verbruikte stroom wordt teruggeleverd aan het energienet. Als er relatief veel zonnepanelen in uw buurt zijn, kan dit leiden tot zogenoemde 'files' op het elektriciteitsnet. Het kan dan voorkomen dat zonnepalen tijdelijk geen energie kunnen terugleveren.
De omvormer dient automatisch te worden afgeschakeld als de spanning 264,5 V bereikt, of als de gemiddelde spanning over 10 minuten meer dan 253 V bedraagt. Het is niet uitgesloten dat uw omvormer werd ingesteld op een striktere waarde en dus sneller wordt uitgeschakeld.