Als de hoofdhuurder overlijdt, dan wordt de medehuurder automatisch hoofdhuurder. Dit geldt zowel voor een achterblijvende echtgenoot als voor een medehuurder in een andere samenlevingsvorm. De huurovereenkomst blijft geldig en de medehuurder wordt hoofdhuurder.
U kunt in eerste instantie nog maximaal 6 maanden op de woning blijven en neemt voor deze periode het huurcontract over. Als u op de woning wil blijven wonen moet u een verzoek aan de verhuurder doen om het contract op uw naam te krijgen. Als de verhuurder dit weigert, dan kunt u de rechter verzoeken om toestemming.
Volgens art. 1742 van het Burgerlijk Wetboek wordt het huurcontract niet ontbonden door de dood van de verhuurder, noch door de dood van de huurder. Het overlijden van de huurder zal dus geen invloed hebben op het (voort)bestaan van de huurovereenkomst.
Als er na het overlijden van de huurder geen bewoners in het huis achterblijven, zijn de erfgenamen verantwoordelijk voor de correcte oplevering aan de verhuurder. Alleen als de erfenis door alle erfgenamen is verworpen, zijn het herstelwerk en de daaraan verbonden kosten voor rekening van de verhuurder.
U mag als meerderjarige inwonende wees (18 t/m 27 jaar) in de huurwoning van uw overleden ouder(s) blijven wonen. Voorwaarde is dat de woning bij de grootte van uw huishouden en inkomen moet passen. Is de woning bijvoorbeeld te groot of te duur? Dan mag u maximaal 2 jaar in uw ouderlijke woning blijven wonen.
Kinderen komen niet in aanmerking voor medehuurderschap, aangezien ze vroeg of laat op zichzelf gaan wonen. Zij hebben daarom geen gemeenschappelijke duurzame huishouding met hun ouders. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een inwonend kind medehuurder worden.
Dit zijn de regels. In de meeste gevallen kunt u een huurwoning niet overdragen aan uw kind als uw kind bij u woont. Als u verhuist of overlijdt, wijst de verhuurder de woning toe aan een nieuwe huurder. Uw inwonende kind krijgt zes maanden de tijd om een andere woning te zoeken.
Bij het overlijden van de huurder stopt de huurovereenkomst automatisch op het einde van de tweede maand na het overlijden van de laatste huurder, tenzij de erfgenamen binnen die termijn hebben aangegeven dat zij de huurovereenkomst willen voortzetten.
Als erfgenaam kunt u de huur na het overlijden van de huurder iedere dag van de maand schriftelijk opzeggen. Volgens de wet eindigt de huur aan het eind van de tweede volle maand na het overlijden van de huurder.
Wanneer iemand overlijdt, zijn de erfgenamen verantwoordelijk voor het leeghalen van het huis en de bijkomende kosten. Wanneer er geen sprake is van een testament, staat in de wet beschreven dat alleen de echtgenoot, geregistreerd partner en bloedverwanten erven.
Als je je woning verhuurt aan één persoon en deze komt te overlijden, dan eindigt het huurcontract automatisch aan het eind van de tweede maand na het overlijden. De huur moet in die periode worden betaald door de erfgenamen van de huurder.
Schriftelijk opzeggen
Volgens de wet moet u een huurcontract opzeggen via een aangetekende brief. U krijgt dan bewijs dat de brief is verstuurd en ontvangen. U kunt onze voorbeeldbrief huur opzeggen gebruiken. U hoeft geen reden te noemen voor het opzeggen.
De wet bepaalt dat de huurovereenkomst niet door het overlijden van de verhuurder eindigt. Dit houdt in dat de huurovereenkomst blijft bestaan. De erfgenamen van de verhuurder zullen vanaf dat moment optreden als nieuwe verhuurder. U betaalt de huur vervolgens aan hen.
Voorwaarde is dat u minimaal 2 jaar samenwoont met degene voor wie u zorgt. En dat u al lange tijd samen een huishouding heeft, dus bijvoorbeeld samen eet. Vraag bij de verhuurder van de woning of u medehuurder kunt worden.
Ja, bij testament kan geregeld worden dat, zoals in dit geval, de langstlevende partner het recht heeft om in de woning te kunnen blijven wonen. De langstlevende partner krijgt dan de rechten van gebruik en bewoning van de woning en eventueel ook de inboedel.
Stopt de huurovereenkomst tussen de hoofdhuurder en de verhuurder? Bijvoorbeeld doordat de hoofdhuurder overlijdt of na scheiding? Dan kunt u de huur overnemen. U moet dan wel als medehuurder aan de verhuurder melden dat u de huurovereenkomst overneemt.
Een huurder eruit zetten bij verkoop van een woning is helaas niet mogelijk omdat een huurder huurbescherming heeft. Dit gaat zelfs zo ver dat dit ook geld wanneer er in het huurcontract staat dat de huurder akkoord gaat met beëindiging van de huur als de verhuurder de woning verkoopt.
Als de erfgenamen de huurwaarborg willen vrij krijgen, dan moeten ze na het einde van de huurovereenkomst een aantal documenten naar de bank brengen: Een formulier dat ondertekend is door de verhuurder en de erfgenamen zelf; Een overlijdensattest van de gemeente; Een attest van erfopvolging.
Huurbescherming wil zeggen dat de verhuurder je alleen uit je kamer kan zetten na toestemming van de rechter. Hij kan die toestemming vragen als hij je de huur schriftelijk en aangetekend heeft opgezegd en je daar zes weken later nog niet op hebt gereageerd.
Zo heeft de eigenaar het recht om een opzegvergoeding te vragen, bovenop de 3 maanden opzeg. Tijdens de opzeg blijf je gewoon je huur betalen, zelfs wanneer je al vroeger uit het pand vertrekt. Let wel even op: de opzegtermijn van 3 maanden gaat in vanaf de 1e dag van de volgende maand.
Als u afstand wilt doen van de nalatenschap, dan weigert u de erfenis aan te nemen. U verwerpt de erfenis. Kiest u ervoor om de erfenis te verwerpen, dan bent u verplicht om een verklaring af te leggen bij (de griffie van) de rechtbank. Dit kan schriftelijk of in persoon bij de balie van de rechtbank.
Als de hoofdhuurder opzegt en vertrekt, of als hij overlijdt, wordt u de nieuwe hoofdhuurder. U hoeft de woning dus niet uit. Ook als de eigenaar of verhuurder van de woning geen toestemming gaf voor onderhuur. Stuur de verhuurder een brief om te laten weten dat u de nieuwe hoofdhuurder bent.
Volgens de wet is het voor inwonende kinderen alleen in hele bijzondere situaties mogelijk om medehuurder te worden. Woon je samen, maar staat je partner niet op het huurcontract? Dan is je partner geen medehuurder. Er is dan sprake van inwoning.
Alleen onder bijzondere omstandigheden kan een samenleven van kind en ouders, na het zelfstandig worden van het kind, worden aangemerkt als een blijvende samenwoning met een gemeenschappelijke huishouding in de zin van artikel 7:267 lid 1 BW.
Het huurcontract staat op 2 namen (contractuele medehuur)
Als u allebei als huurder in het contract staat, heeft u allebei recht op de huurwoning. Dit heet 'contractuele medehuur' of 'samenhuur'. Bent u het erover eens wie in de huurwoning blijft? Vraag dan of de verhuurder deze persoon als alleenhuurder accepteert.