Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Forceer je kind niet om een fles leeg te drinken. Een kind van 4 kg drinkt gemiddeld 440 à 750 ml flesvoeding per dag. Dit kan over de dag verdeeld worden volgens het ritme van je kind. Dit kunnen 8 porties zijn van 55 à 95 ml per fles of 7 porties van 60 à 110 ml per fles of 6 porties van 75 à 125 ml per fles.
Bij baby's komt vaak na het voeden een klein deel van de voeding weer naar boven. Dit noemen we spugen of reflux. Het kan komen doordat de baby te snel, te veel of gulzig drinkt. De sluitspier van de maag werkt vaak ook nog niet zo goed.
Een baby die veel spuugt kan last hebben van reflux, dat is het terugstromen van de maaginhoud in de slokdarm. Dit kan bijvoorbeeld komen door te snel en te onrustig drinken. Reflux komt in meer of mindere mate voor bij negentig procent van de baby's. Een deel hiervan spuugt, veel of weinig.
Na stuwing kun je (tijdelijk) meer melk aanmaken dan je baby drinkt. Als je veel melk aanmaakt kun je dit merken doordat: Je baby onrustig drinkt en zich vaak verslikt. Er regelmatig melk terug komt via de mond van je baby.
Grotere hoeveelheid in overleg
Als het lijkt of je baby meer wil dan de rekensom, denk dan niet automatisch aan honger. Vaak is er een andere reden, je baby kan ziek zijn, hij kan zuigbehoefte hebben, misschien drinkt hij te snel of hij is onrustig door teveel prikkels of weinig slaap.
Geef je kind op een dag ongeveer 150 milliliter flesvoeding per kilo van zijn gewicht. Als je kind 5 kilo weegt, heeft het op een dag dus ongeveer 750 milliliter voeding nodig. Dat zijn dus bijvoorbeeld 10 flesjes van 75 ml, of 9 flesjes van 80-85 ml. Dit is echt een richtlijn en geen wet.
Borstvoeding geeft u op verzoek of ongeveer om de drie uur. Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur. Als uw baby overdag een langer dutje doet, kunt u hier vier uur tussen twee voedingen aanhouden.
De eerste dag krijgt een baby (afhankelijk van het geboortegewicht) 10-15 ml voeding per keer. De eerste 10 dagen wordt dit gemiddeld met 10 ml per voeding per dag opgehoogd; 2e dag 20 cc per voeding, 3e dag 30 cc etc. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je baby uitkomt op ongeveer 90-110 ml per voeding.
We hebben in het verleden vaak gezegd dat baby's niet meer dan een liter per dag mogen drinken, maar hiervoor is geen wetenschappelijk bewijs! Op deze site van het voedingscentrum staat meer informatie waar je op kunt letten bij het geven van flesvoeding.
Zo heeft een baby tot 1 maand oud ongeveer 150 ml moedermelk per kilogram lichaamsgewicht nodig en een baby tot 2 maanden oud 140 ml melk per kilogram. Voor een kindje tot 3 maanden oud wordt er uitgegaan van 130 ml, tot 4 maanden van 120 ml en tot 5 maanden van 110 ml.
De algemene richtlijn stelt: geef je baby 150 milliliter per kilo van zijn of haar gewicht, per 24 uur. Voorbeeld: is je kindje 4 kilo, dan zal hij of zij ongeveer 600 milliliter melk nodig hebben.
Een sprong is een plotselinge verandering in de mentale ontwikkeling van een baby. Die gepaard gaat met de drie H's: Huilerigheid, Hangerigheid en Humeurigheid. Sprongen kondigen een vooruitgang aan. De in totaal tien sprongen komen bij alle gezonde kinderen op ongeveer dezelfde leeftijd voor.
Hoeveel voeding nodig is, verschilt per baby. Je kan aanhouden dat je baby ongeveer 150 ml melk per kilogram lichaamsgewicht per dag nodig heeft. Een voorbeeld: weegt je baby 3,5 kg, dan is er dus 3,5 x 150 ml = ongeveer 525 ml nodig per dag. Dit kan je geven in zeven voedingen van 75 ml, verdeeld over de dag.
Zeker de eerste weken willen baby's soms een paar uur lang vaker en meer drinken, we noemen dat 'clusteren'. Meestal doen ze dat in de late middag- en vroege avonduren. Clusteren komt vaak voor. Uw baby kan zo langer doorslapen, omdat hij een voorraadje voeding heeft.
Sommige kinderen lopen meer risico op overgewicht dan anderen. L'Hoir noemt enkele risicogroepen. 'Er is bewijs dat heel zware zuigelingen (negenponders en meer) ook na de geboorte zwaar blijven. Een andere risicogroep zijn te vroeg geboren baby's die een zeer snelle inhaalgroei vertonen.
Symptomen van (verborgen) reflux herkennen bij je baby
Kokhalzen. Spugen. Overstrekken (het aanspannen van de rugspieren en het achterover drukken van het hoofdje) Slechte nachtrust.
Je baby kan dan veel spugen of de voeding komt terug naar het mondje. De helft van alle gezonde baby's spuugt minimaal 1 keer per dag. Het verschilt van mondjes teruggeven tot hele golven voeding die terugkomen. Als je kindje verder goed groeit, is er geen probleem.
Baby's geven heel makkelijk wat voeding terug, dat komt doordat het maagklepje bij baby's de maag nog niet goed afsluit.
Wat is overstrekken? Overstrekken bij een baby betekent dat je baby zijn rugspieren continu aanspant, waardoor hun lijfje te strak en gespannen staat. Hierbij drukken ze hun hoofd in hun nek, hebben ze gebalde vuisten en kunnen ze als een plank op je arm liggen.
Een individuele baby mag gerust eens wat harder of wat minder hard groeien. Bij de lengtegroei zie je zelfs heel vaak van die kleine tussengroeispurtjes. Schommelingen zijn dus normaal, maar te grote afwijkingen zijn niet de bedoeling.