Voor degenen die onder de 11-13 km/h fietsen – de Mont Ventoux is een steile beklimming met een stijginspercentage die bijna continu rond de 10% ligt – adviseer ik zelfs om een triple op de fiets te monteren. Doe je dit niet, dan moet je op een veel te lage cadans fietsen.
De gemiddelde klimtijd bedraagt ongeveer 2 uur en 25 minuten. Snelste tijd ooit: Iban Mayo 55"51'. Volgens de Club des Cinglés du Mont Ventoux is dit de moeilijkste klim van de drie.
Tijdens het evenement zelf is het belangrijk, om al vanaf het eerste uur je lichaam van extra vocht en koolhydraten te voorzien. Een richtlijn voor tijdens de inspanning: 500 ml water/isotone sportdrank en 30-60 gr koolhydraten per uur.
Iedereen die de Mont Ventoux beklimt verdient respect. Dan weten jullie dat vast. Maar dit is wel de makkelijkste beklimming van de Mont Ventoux. Sault ligt al op 765 meter hoogte en over 26 kilometer neemt de route de tijd om boven te komen.
Sterke mannen combineren een compact crankstel met een cassette tot 27t-30t achter (klim tussen 1u 15 en 1u 40) en de minder talentvollen nemen 34 of 36 tanden en je kan soepel blijven draaien.
De beklimming vanuit Sault in het Oosten is de minst bekende route van de drie en wordt ook wel gezien als de makkelijkste route. Sault ligt hoger dan de twee andere startplaatsen op namelijk 765 meter hoogt. De route naar de top van de Mont Ventoux heeft dan ook maar een hoogteverschil van 1144 meter.
Zo doe je het: Zoek een korte klim die ongeveer 2 minuten duurt om te beklimmen. Zorg dat je al voordat de klim begint aan een RPE van 7/8 rijdt. Klim 90 seconden door met dezelfde inspanning en rij de laatste 30 seconden zo snel als je kunt naar de top. Herhaal vier tot zes keer.
Met een gemiddeld stijgingspercentage over zo'n 20 kilometer van 8 tot 9 procent. Net iets minder dan de Mont Ventoux. Maar het grote verschil tussen beide cols is de lucht, die in de laatste kilometers van de Stelvio vanaf zo'n 2 kilometer hoogte ijler en ijler wordt.
De Mont Ventoux en de Stelvio zijn trotse bezitters van de bestempeling "Buitecategorie". De buitencategorie werd in de Tour de France pas in 1979 geïntroduceerd. Een bestempeling die menig wielrenner tot de verbeelding spreekt.
Parkeren op de Mont Ventoux
Er zijn verschillende parkeermogelijkheden: Aan de top zelf zijn er een beperkt aantal plaatsen. Bij Brasserie Le Vendran zijn er er een beperkt aantal plaatsen. Ten Noorden van de top is er ook een kleine parking.
De 11/28 of 11/30 cassettes zijn geschikt voor heuvelachtige parcoursen en voor sommigen al in de bergen. Voor de meeste fietsers zijn echter de 11/32 en 11/34 cassettes het meest geschikt voor in het hooggebergte.
Met de 180 Watt Vermogen, gewicht fietser 89kg en een 8 kg fiets, kan op die helling van 12% met 5,7km/uur gereden worden en de 40/26 levert dan een cadanz van 39 toeren per minuut.
De 11/28 of 11/30 cassettes zijn geschikt voor heuvelachtige parcoursen en voor sommigen al in de bergen. Voor de meeste fietsers zijn echter de 11/32 en 11/34 cassettes het meest geschikt voor in het hooggebergte.
Klimmen is een goede krachttraining voor een aantal belangrijke spiergroepen, waaronder je buikspieren, triceps, schouderspieren, bovenbenen en je kuitspieren. Tijdens het klimmen gebruik je namelijk niet alleen je armen, maar je hebt je hele lichaam nodig.
Wereldtoppers met een ADV van 6,4 Watt/kg, doen de klim (theoretisch) in 36 minuten. Ongetrainde vrouwen met een ADV van 2 Watt/kg doen 114 minuten over de klim. Bij het lopen doet snelle Eddy met een VO2 max van 55,5 ml/kg/min 102 minuten over de klim. Wereldtoppers met een VO2 max van 88 doen de klim in 64 minuten.
De berg is het meest bekend om de wielerwedstrijden die hier hebben plaatsgevonden, vooral de Tour de France. De steile hellingen, de moeilijkheidsgraad en het kale 'maanlandschap' en de vaak straffe wind die op de berg staat, maken de beklimming een echte uitdaging.
Voor de meeste etappes kiezen de renners voor een cassette met 11-28 verhouding. Het kleinste tandwiel is daarbij 11 tanden groot en het grootste tandwiel heeft er 28. Tijdens zware bergritten kiezen sommige renners voor een lichter verzet, bijvoorbeeld 11-30. Dit zie je vooral vel bij de renners van Ineos Grenadiers.
Bij een triple is het binnenste blad al geschikt om de meest steile stukken mee te beklimmen, bij een compact kun je hier nog in kiezen. Het binnenblad heeft daar vaak standaard 39 tanden. Voor het beklimmen van de Mont Ventoux zou je er voor kunnen kiezen om het binnenblad te vervangen met voor een blad met 34 tanden.
Voor neem ik altijd een compact (34/50), dan kan ik nog in een redelijk hoog cadans overal boven komen. Als je een mindere conditie hebt of bijvoorbeeld 1 keer per week zo'n 50 kilometer fietst kun je het beste voor de 12-30 cassette met compact kiezen.