Maak volkorenproducten, groente, fruit en peulvruchten, zoals bruine bonen en linzen een belangrijk onderdeel van je dagelijkse voeding. Groenten, fruit en andere vezelrijke producten kunnen je tegen kanker beschermen. Bijvoorbeeld kanker in de mond, maag en darm.
Wie genoeg beweegt, gezond en gevarieerd eet, een normaal gewicht heeft, niet rookt, weinig alcohol drinkt en met mate in de zon zit, verkleint het risico op het krijgen van kanker. Een gezonde leefstijl is in relatie tot kanker van grote betekenis.
Nu blijkt echter dat in de preventie van kanker vooral de zogenoemde kruisbloemige groenten, ofwel kolen, belangrijk zijn. Dit komt door de glucosinolaten in kool. Naast eerder genoemde koolsoorten bevatten savooiekool, waterkers, knolletjes, witte- of rodekool, bloemkool, paksoi en Chinese kool veel glucosinolaten.
Toepassingen bij kankerbehandeling
Groene thee wordt door kankerpatiënten vooral genomen omwille van de antikanker- en weerstandsbevorderende activiteiten die eraan toegeschreven worden. Het zou vooral bij chronische lymfatische leukemie, borst- en huidkanker de voortgang van de ziekte kunnen vertragen (1).
Kankercellen voeden zich, meer dan gezonde cellen, met suikers. Daarom zou een beperking van suikerinname via de voeding in theorie tumorgroei kunnen helpen vertragen. In de praktijk gebeurden de meeste wetenschappelijke studies die het verband tussen suiker en kanker bestudeerden, op dieren.
Roken en kanker
Roken is veruit de grootste beïnvloedbare risicofactor voor kanker. Maar liefst 28% van de kankersterfte en 19% van de jaarlijks nieuwe gevallen van kanker zijn gerelateerd aan tabak. In Nederland overlijden elk jaar ongeveer 20.000 mensen aan de gevolgen van roken.
Ongeveer 1 op de 3 mannen en 1 op de 4 vrouwen krijgen kanker voor hun 75ste. Kanker treft vooral ouderen: 69 % van de vrouwen en 80 % van de mannen zijn 60 jaar of ouder bij de diagnose. Minder dan één procent van alle kankers doet zich voor op kinder- of adolescentenleeftijd (van 0 tot 19 jaar).
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Klachten van een wekedelensarcoom in de buik
Pas als het sarcoom tegen een orgaan of zenuwen gaat drukken, kun je klachten krijgen. Je kunt dan last hebben van een vol gevoel, een opgezette buik, darmklachten of bloed bij de ontlasting. Een wekedelensarcoom dat tegen organen aandrukt, kan pijn veroorzaken.
Met bevolkingsonderzoek kan men een bepaalde kankersoort in een vroeg stadium opsporen. Door deel te nemen aan bevolkingsonderzoek vergroot u de kans op vroegtijdige ontdekking en genezing van kanker.
Wetenschappers van de universiteit van Berkeley en het Lawrence Berkeley National laboratorium hebben ontdekt dat druk uitoefenen op kwaadaardige cellen in de borst ervoor kan zorgen dat ze zich weer normaler gaan gedragen.
Erfelijke aanleg en kanker
De kanker zelf is niet erfelijk. Maar de aanleg ervoor kan dat wel zijn. Aanleg betekent: een grotere kans om een ziekte te krijgen. Mensen met een erfelijke aanleg voor kanker hebben dus een hoger risico om kanker te krijgen.
De relatie tussen sterk bewerkt fabrieksvoedsel, zoals vette snacks, koekjes, junkfood en frisdrank, en kanker is voor het eerst aangetoond. Wie 10 procent meer van dit soort junkfood gaat eten, heeft 12 procent meer kans op kanker.
De herkenning van een weke delen tumor is vaak moeilijk. Een zwelling kan lang onopgemerkt blijven als deze diep in het lichaam of in elastisch weefsel zit. Vage pijnklachten kunnen dan de eerste klachten zijn. Als de tumor net onder de huid zit, kunt u deze voelen als een zwelling of knobbeltje.
Uitzaaiingen die mogelijk kunnen genezen zijn: uitzaaiingen in de lever, of. 1 of een paar uitzaaiingen in de longen, of. uitzaaiingen in het buikvlies en de buikholte.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Patiënten met uitzaaiingen hebben meestal een kortere levensverwachting dan patiënten bij wie (nog) geen uitzaaiingen zijn gevonden. Meestal is bij uitgezaaide kanker genezing niet meer mogelijk.
Chemotherapie tast de haarcellen aan, waardoor het haar broos wordt en afbreekt of uitvalt. Haarverlies kan van persoon tot persoon verschillen en hangt ook af van de medicijnen, de dosis en de duur van de behandeling. Sommige mensen worden volledig kaal, bij anderen wordt het haar dunner.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Hoe vaak moet je het laten doen? Er wordt algemeen aangenomen dat je geen check-ups moet doen voor je 50e. Bij personen tussen 50 en 65 jaar met een laag gezondheidsrisico is een check-up met nieuwe risicobepaling zinvol na 3 à 4 jaar.