Rupsen van het oranjetipje eten vooral pinksterbloemen. Die vind je niet in een weiland waar alleen Engels raaigras mag groeien of in een berm, die te vaak of te vroeg gemaaid wordt. Dan maai je alle wilde bloemen weg, zoals de pinksterbloem.
Want de pinksterbloem is de belangrijkste 'waardplant' van het oranjetipje: het vrouwtje gebruikt vaak deze plant om eitjes te leggen. Ze legt precies één eitje per plant, zodat de rups alle bloemknopjes als voedsel voor zichzelf heeft.
De dagpauwoog legt bijvoorbeeld altijd op de grote brandnetel, het oranjetipje, op pinksterbloemen en judaspenning. De rupsen die eruit komen eten alle delen van die plant. Rupsen kunnen vervelend zijn maar meestal veroorzaken ze weinig schade en herstelt de plant snel.
Ze doen dat op de jong ontluikende bladeren van hun waardplant. Het zijn wegedoorn (Rhamnus cathartica) en vuilboom (Rhamnus frangula) waarop de rupsen helemaal zijn gespecialiseerd. Zonder een van beide kan een citroenvlinder zich niet voortplanten.
De citroenvlinder wordt verspreid over heel Nederland waargenomen; alleen in sommige zeekleigebieden, het rivierengebied en de Flevopolders is hij wat zeldzamer. Op dit moment is de citroenvlinder een algemene standvlinder.
De citroenvlinder kan meer dan een jaar oud worden (als vlinder). Dat komt omdat de citroenvlinder ook in de winter vlinder is, en geen eitje, rups of pop. De meeste vlinders worden veel minder oud, ongeveer twee tot drie weken.
Elke vlinder heeft z'n favoriete bloem of plant. Ze drinken van de nectar die in bloemen zit. Daarom kun je die vlinders goed lokken met suikerwater, dat is net zo zoet als nectar. Sommige soorten - zoals de atalanta - houden meer van rottend fruit.
Maar om op je vraag te antwoorden: 's nachts (of bij slecht weer) hangen vlinders onder blaadjes in bomen of struiken, of ze kruipen in holletjes tussen stenen of andere voorwerpen om er een slaapje te doen.
De meeste vlinders leven van nectar, een stroperig vocht dat ze uit bloemen halen. In nectar zitten suiker en kleine hoeveelheden eiwitten en vitamines. Vooral de vrouwtjes hebben dit nodig om eitjes aan te maken. Behalve nectar uit bloemen eten sommige vlinders nog ander voedsel.
Vanaf half april tot eind mei vliegen ze rond, de oranjetipjes. Je ziet ze fladderend boven vochtige graslandjes met bloeiende pinksterbloemen, niet ver van een bos of houtwal. Of gewoon in je tuin of in het park. Maar alleen als er genoeg pinksterbloemen te vinden zijn.
Het oranjetipje komt in heel Europa voor. Hij is vooral in bermen langs bosranden en op vochtige weilanden waar te nemen, maar ook in tuinen met voedselplanten (waardplanten genoemd). Deze vlinder brengt maar één generatie per jaar voort.
De vlinders houden geen winterslaap. Het zou uitzonderlijk zijn, maar in principe kan het dus zo zijn dat je tijdens een zachte winter deze vlinder in ons land ziet rondfladderen. Atalanta's hebben een levensduur van een aantal maanden tot een jaar.
Een aantal soorten vlinders kan geluiden opvangen met de antennes en dienen dus als gehoor, niet alle vlinders kunnen geluiden horen, bij vlinders die dat wel kunnen zijn er viert typen gehoororganen waar dit er één van is.
Verreweg de meeste vlinders worden beschouwd als onschuldige en nuttige dieren omdat ze bestuivers zijn die niet kunnen steken of bijten.
Vlinder, als de vlinder in jouw leven verschijnt dan geeft de vlinder jou de boodschap mee van transformatie. Komt de vlinder in jouw leven dan laat deze je weten dat er een nieuw begin heel dichtbij is. Een transformatie naar een leven in liefde, vreugde en gezondheid, Elk dier brengt een boodschap mee.
Fruit waar De Vlinderstichting goede ervaringen mee heeft: appels, peren, pruimen en druiven. Maar ook bananen, meloenen of vijgen zijn een mogelijkheid. Als het maar lekker zacht is! Zet de schaal lekker in de zon, want daar houden vlinders van.
Suikerwater met spons
Kunstnectar kunt u maken door negen delen water in een bakje te doen met één deel suiker of honing. Doe ook een pannenspons in het bakje, of doe er een deksel met gaatjes op. De vlinders kunnen dan droog zitten en met hun roltong toch bij de kunstnectar komen.
Ook vlinders hebben vijanden. Dagvlinders worden vaak opgegeten door vogels en de grote vijanden van de nachtvlinders zijn vleermuizen en spinnen.
Doordat je de vleugels gelijk knipt ontstaat er ook weer een goede balans. Dit stelt de vlinder in staat om weer te vliegen, al zullen dit geen hele grote afstanden zijn. De beste methode is de vlinder met dichtgeklapt vleugels vasthouden. Knijp de vleugels licht tegen elkaar zodat hij niet weg kan vliegen.
Naast de opvallende vleugels van veel soorten zijn ook de grote, samengestelde ogen van de vlinder heel opvallend. Deze ronde bollen, met honderden kleine, zeshoekige facetten, bevinden zich aan de zijkanten van de kop. Daartussen steken twee lange antennen, die bij dagvlinders altijd eindigen in een knopje.
Zoals: In februari - Dagpauwoog. In maart - Boomblauwtje; Gehakkelde orelia; Dagpauwoog; Kleine vos; Citroenvlinder. In april - Klein koolwitje; Boomblauwtje; Gehakkelde orelia; Bond zandoogje; Dagpauwoog; Kleine vos; Distelvlinder; Landkaartje; Koninginnepage; Citroenvlinder; Klein geaderd witje.
De Vlinderstichting heeft samen met televisieprogramma Vroege Vogels de mooiste vlinderverkiezing georganiseerd. De Papilio machaon of wel de koninginnenpage is verkozen tot de meest favoriete vlinder van ons land.
De citroenvlinder leeft het langst van alle inheemse dagvlinders en kan bijna een jaar oud worden.