De meeste echte karpers zijn alleseters en hun dieet bestaat in het wild uit verschillende ongewervelde dieren en algen.
Naast boilies wordt er ook ander karper aas gebruikt bij het karpervissen. Zo is mais ook een erg populaire aassoort en zijn er vissers die zweren bij tijgernoten of hennep. Daarnaast kun je ook gebruik maken van pellets of pop ups en is er zelfs speciaal kunstaas te koop om karpers mee te vangen.
Je kunt karpers onder andere vangen in slootjes, stadswateren, kanalen, rivieren en meren. Ze houden in het bijzonder van ondiepe plekken en zoeken graag de warmere waterlagen op. Die ondiepere plekken bevatten namelijk veel meer natuurlijk voedsel dan de diepe gronden.
De populairste soorten aas voor het vissen op karper zijn: boilies, partikels, tijgernoten of pellets. Ook binnen deze aas soorten is er keuze uit diverse smaken en kleuren aas. Zo is er keuze uit zoete boilies, pittige boilies, vismeel boilies en ontzettend veel andere creaties.
De meeste vissen – en zo ook karper – zijn vooral actief in de vroege ochtend en de avond. Overdag is de karper het minst actief en zullen je vangkansen dan ook het minst groot zijn. Daarom is het verstandig om juist in de ochtend of avond te gaan vissen.
Op sommige plekken heeft een flinke bui tot gevolg dat er bodemdeeltjes vanaf het land in het water spoelen, waardoor het modderig en troebel wordt. Daardoor is het zicht van de vissen minder, en dus ook de kans dat ze het aas aan het haakje zien. Regen zal daarom in sommige gevallen tot een slechtere vangst leiden.
Er zijn verschillende tactieken om de karpers te laten azen. Je kunt een voerstek van een aantal dagen opbouwen door gebruik te maken van boilies of partikels. Echter je kunt ook instant gaan vissen daar verschillende kleine voerstekjes te maken en die om beurten af te vissen.
Er zijn in hoofdlijn drie oorzaken van tegenvallende vangsten: 1) er zit geen vis op je stek, 2) de vis aast niet of 3) je pakt het gewoon verkeerd aan.
Boilies: 1100 tot max 1500 gram per dag is voldoende. In de praktijk had een grotere hoeveelheid geen extra effect. De belangrijkste reden is dat je niet meer karpers kan voeren dan er langskomen. Komen er niet genoeg karpers op de voerstek, dan kan het effect van teveel voer zelfs erg nadelig werken.
Het is handig om de boilies waar je mee gaat vissen, op willekeurige plekken in het water te gooien. Een stuk of vijf is voldoende. Zo krijgt de karper wat vertrouwen in de boilie en ook met je voerplek. Laten we er van uitgaan dat we drie dagen voeren en de vierde dag gaan vissen.
Een karper is vaak te vinden tussen waterlelies, overhangende takken, waterplanten, riet en nog meer beschutte plekken in het water. Dit betekent ook dat een karper vaak aan randen zit van het water, in plaats van midden op een plas. Het leefgebied van de karper is dus erg breed.
Durf diep te vissen! Twaalf meter en soms nog dieper is op sommige wateren heel normaal in de winter. De karpers voelen zich er veilig, het water is er iets warmer en stabieler qua temperatuur dan de bovenste laag en wanneer je dergelijke stekken aanvoert leert een karper al snel dat er wat te halen valt!
Goed voor brasem, baars en paling. Kaas Is een goed vangend aas, zeker voor barbelen, kopvoorns en karpers, maar ook voor andere vissen die in dit aas een lekkere hap zien. Dat getuigen de talrijke bijvangsten. Mijn favoriete kaas is het Babybel-mini kaasje.
Overhangende takken en struiken
Overhangende takken van bomen en struiken zijn vaak een goede plek om te vissen. Hier vindt de karper veel natuurlijk voedsel, zoals bijvoorbeeld vruchten of insecten die in het water zijn gevallen.
In principe zijn alle hondenbrokjes die drijven een goede keus maar Bonzo Vitafit Menubrokken worden door ons het meest gebruikt. Deze brokken drijven namelijk uitstekend en er zitten 9 soorten in de zak waarvan er 4 zonder aanpassingen goed met behulp van een baitband aan de haak te bevestigen zijn.
In het vroege voorjaar kun je het beste vissen met boilies die rijk zijn aan koolhydraten. Dit zijn hoofdzakelijk zoete boilies. Denk hierbij aan lichtverteerbare boilies als onze scopex boilies, hennep boekweit boilies. Ook zul je eventueel met de tijger crunch caramel boilie zeer goed kunnen vangen.
Visbroed, kreeften, slakjes, mosselen, insecten en insectenlarven worden volop gegeten. De karpers zoeken de insecten(larven) niet alleen op de bodem en tussen de waterplanten, maar ook in de waterkolom. Daar zuigen ze slokken water naar binnen en filteren ze de muggenlarven en andere kleine organismen eruit.
Tijdens de zomerperiode zijn de karpers vaak te vinden in de bovenste waterlagen. Op de meeste wateren laten de vissen zich zien, ze draaien en springen soms volop. Omdat wij ons haakaas vaak op de bodem presenteren is het dus belangrijk de karper te attenderen op de aanwezigheid hiervan.
Karper vissen in oktober. In het najaar karper vissen vergt andere technieken dan in het voorjaar. De karpers gaan namelijk op zoek naar voedsel om de winter mee door te komen en door het hoge zuurstofgehalte in het water door de wind zijn de karpers veel actiever dan in april.
Let op de regen
Lichte regen in combinatie met een hoge temperatuur is de beste combinatie. Door de lichte regen vertroebelt het water waardoor vissen je minder goed kunnen zien. Ook zorgt lichte regen ervoor dat insecten in het water terecht komen. Harde regen heeft een negatief effect op de vissen.
De beste visstekken vind je bij beschutte plekken als een brug, steiger of vlonder. Werp wat lokvoer in het water om de vissen aan te trekken. Bevestig een dobber en vishaak aan het einde van je lijn, hang aas aan de haak en gooi je hengel uit. Geluid schrikt vissen af, dus wees stil tijdens het vissen.
Vissen met alleen broodmeel
maak bijvoorbeeld een broodpap. Dit maak je door expres teveel water aan je broodmeel toe te voegen hierdoor krijg je grote wolken brood in het water die erg attractief zijn. Ook kun je feedervissen met broodmeel. Mix het broodmeel met wat water en doe deze vervolgens in je voerkorf.
De karpers proberen door het springen de parasieten los te krijgen van hun huid. Onderwater doen ze dit ook door tegen stenen en andere ruwen oppervlakten aan te schuren. Door het springen ontluchten ze ook de zwemblaas waardoor ze sneller diep kunnen duiken.