Libellen eten allerlei kleine en meestal vliegende insecten: muggen, vliegjes, motjes, enzovoorts. Soms vangen ze ook grotere insecten, zoals vlinders en elkaar... Libellenlarven eten onder water allerlei waterbeestjes die kleiner zijn dan zijzelf. Dit varieert van watervlooien tot kleine visjes.
Om maar direct met de deur in huis te vallen: libellen en juffers kunnen niet steken. Ze hebben namelijk geen angel. Er is dus geen enkele reden om bang voor ze te zijn. Probeer echte libellen en juffers, net als vlinders en bijen, naar je tuin te lokken en geniet van de mooiste soorten.
Ze eten allerlei dieren: eencellige diertjes, wormpjes, insectenlarven, als deze maar de geschikte grootte hebben. De larven zelf worden gegeten door vissen, waterroofkevers en grotere libellenlarven.
Waterjuffers eten kleine diertjes en hebben kaken om deze te vermalen, maar voor een mens zijn deze veel te klein om wonden te veroorzaken. De waterjuffer kan niet steken en is niet giftig en is dus ongevaarlijk.
Het laatste stadium van zijn levenscyclus is de libelle volwassen en wordt imago genoemd. Dit stadium duurt van enkele weken bij juffers tot twee maanden bij de 'echte' libellen. De bruine- en noordse witsnuitlibellen kunnen tot acht maanden oud worden omdat ze als imago overwinteren.
Als totemdier staat de libel voor transformatie en de gave om je aan omstandigheden te kunnen aanpassen. Als de libel in je leven verschijnt, wordt van je gevraagd om na te denken over illusies en slechte gewoonten en om speelser in het leven te staan.
Libellen hebben inderdaad kaken waarmee ze hun prooien fijn malen. Maar die kaken zijn bij de meeste soorten te klein om door de menselijk huid snijden. Alleen de allergrootste soorten zoals de keizerlibel zou ons eventueel kunnen bijten maar zal dit nooit doen.
Libellen hebben water nodig
De libellenlarven leven op de bodem van de vijver of verschuilen zich tussen de waterplanten. Het hebben of aanleggen van een vijver is dus de eerste stap om libellen naar uw tuin te lokken.
Libellen worden gegeten door verschillende soorten valken, zwaluwen en kwikstaarten – en mensen. Zelf zijn het rovers die alles eten wat kleiner is dan zijzelf (als larve) of alles wat vliegt aan insecten, ook als het groter is dan zijzelf (als imago) – inclusief elkaar.
De meeste libellensoorten overwinteren als ei of larve in en rond het water, maar er zijn ook soorten die voor drogere plekken of tijdelijke waterplassen kiezen om hun eitjes af te zetten.
Juffers hebben een lang, dun achterlijf. In tegenstelling de tot echte libellen hebben de vleugels van juffers alle vier dezelfde vorm. De vleugels worden in rust meestal langs of boven het achterlijf samengeklapt. De ogen zijn gevormd als een halve bol en zijn geplaatst aan de zijkanten van de kop.
De levensduur van volwassen libellen bedraagt bij de meeste soorten gemiddeld ongeveer zes tot acht weken. Bepaalde soorten leven echter niet langer dan twee weken.
Goede inheemse moerasplanten zijn de dotterbloem, gele lis (Iris pseudacorus) en zwanenbloem (Butomus umbellatus). De laatste heeft wel gezond water nodig, maar is erg mooi en trekt veel zweefvliegen, die de libellen lekker kunnen oppeuzelen.
'Echte' libellen hebben deze kieuwbladen niet en halen vooral zuurstof uit het water dat zich in het laatste deel van hun darmen bevindt. Bij verstoring kunnen ze dit water snel naar buiten spuiten, waardoor ze een stukje wegschieten.
Deze reuzenlibel leefde 300 tot 275 miljoen jaar geleden en was met een spanwijdte tot 71 cm, een lichaamslengte van 43 cm en een gewicht van 450 gram het grootste vliegende insect aller tijden. De grootste libel van nu heeft een spanwijdte van 11 cm en weegt ca.
De grote keizerlibel is de grootste vertegenwoordiger van de glazenmakerfamilie. Het is in België en Nederland na de zeer zeldzame gewone bronlibel (Cordulegaster boltonii) de grootste libel. De lichaamslengte van volwassen dieren ligt tussen 64 en 84 millimeter.
Het voedsel bestaat uit wormen, insecten, bodemdiertjes, bessen en fruit.
Vier soorten libellen eten in een zomer tijd op een gebied van 12 hectare zo'n 900 gram insecten, wat overeenkomt met 700.000 middelzware muggen of 1 procent van de muggenpopulatie.
Libellen gebruiken hun poten zelden om mee te lopen, zoals bij veel andere insecten juist heel gebruikelijk is. Soms worden de poten gebruikt om in planten te klimmen. Als libellen worden verstoord rennen ze nooit snel weg maar vliegen altijd op.
Libellen kunnen niet steken of bijten. Om te steken hebben ze simpelweg de middelen niet: libellen hebben geen angel. Libellen hebben wel kaken, waarmee ze insecten fijnkauwen. Deze kaken zijn bij de meeste soorten te zwak om door de menselijke huid heen te komen.
Een libel wordt als het ware tweemaal geboren: een eerste keer als de larve uit het ei komt en een tweede keer als de larve transformeert tot volwassen insect. De opdracht om de levenscyclus rond te maken is razend moeilijk door de vele gevaren die libellen tijdens deze drie stadia bedreigen.
Mannelijke steekmuggen zuigen alleen plantensappen zoals nectar. Het zijn de vrouwtjes die steken; ze zuigen bloed omdat ze de voedingsstoffen (eiwitten) die hierin zitten nodig hebben voor het leggen van eitjes. Op één bloedmaaltijd kunnen ze een paar honderd eitjes leggen, ongeveer eens in de drie dagen.
Waar en hoe vind je libellen? Libellen zijn een groot deel van hun levenscyclus gebonden aan water. In vrijwel alle zoete watertypen kunnen libellen voorkomen: vennen, plassen, moerassen, beken, rivieren, enzovoorts.
bijten of steken geen mensen. Slechts enkele soorten rupsen, o.a. de eikenprocessierups (Thaumatopoeida) en bastaardsatijnvlinder (Euproctis chrysorrhoea), dragen irriterende brandharen; sommige rupsen hebben stugge scherpe stekels.
Ei. Eitjes van libellen worden meestal in of vlakbij het water afgezet. Dit kan in het water zijn, in de waterbodem, in water- of oeverplanten, of op modder op de oever. Libelleneitjes zijn kleiner dan een millimeter en afhankelijk van de soort langgerekt, ovaal, of bijna rond van vorm.