Vrouwen droegen vaak kleine hoeden die net om de hoofd heen pasten, clochehoeden genaamd. 's Avonds droegen vrouwen opvallendere hoeden die waren versierd met glasparels. Andere veel geziene accessoires van deze tijd zijn het sigarettenpijpje, lange sjaals en kettingen.
Aan het begin van de twintigste eeuw streefden moderne vrouwen meer bewegingsvrijheid na. De meest vooruitstrevende dames kleedden zich in Reformkleding zonder korset. Na de Eerste Wereldoorlog werden de rokken allengs korter, en de mode voor vrouwen steeds gemakkelijker draagbaar.
De heren-garderobe bestond in de meeste gevallen uit een verzameling van keurige maatpakken, leren Oxford veterschoenen en een of meerdere vilten hoeden. Mannen uit de lagere klassen in de samenleving droegen meestal rubberen overjassen over een flanellen overhemd en overall van spijkerstof.
Overdag droegen vrouwen clochehoeden, de hoedrand diep over het gezicht getrokken en 's avonds werden mooi versierde tulen haarbanden gedragen, ook vaak afgezet met glasparels. De charleston was een geliefde dans in de roaring twenties en de schoenen waren indertijd dan ook bedoeld om mee te dansen.
Herenhoeden maakten in de jaren '30 steeds meer plaats voor net gekamde haren. Mannen smeerden hun haren in met brillantine en kamden hun kapsel, al dan niet met zijscheiding, strak naar achter. Ook dunne snorretjes zoals die van Hollywood ster Clark Gable waren rond deze tijd enorm populair.
In de jaren 40 droegen de meeste dames hun haar tot op de schouders en gingen ze voor een gewaagdere look. Het was een trend om het haar aan de voorkant hoog op te steken, of het te krullen. Hoeden waren zeer geliefd, vooral de wat kleinere hoedjes die dicht op het hoofd lagen.
Bij edele vrouwen, werd het voorpand rijkelijk versierd met borduursel. Het was zichtbaar onder de laag uitgesneden bovenkleding. Van de lange mouwen ziet men in het begin van de zestiende eeuw weinig. Later worden zij, zoals bij de man, onder de mouwen van de bovenkleding tevoorschijn getrokken.
Na de Eerste Wereldoorlog moderniseert Nederland in snel tempo. Het is een tijd vol nieuwe techniek - bioscoop, radio, auto, vliegtuig -, en vol verheven idealen, emanciperende vrouwen, kersverse woonwijken, jazzmuziek. De toenemende welvaart brengt swing en optimisme.
Dresscode. De dresscode voor de dames is Flapper. Flapper-girls dragen huidkleurige panty's, zware zwarte make-up, een flapper dress met ontblote schouders en accessoires zoals parelkettingen en charleston haarbandjes met veren. Een cloche hoed mag ook.
De 19e eeuw
Begin 19e eeuw gingen de vrouwen nog steeds deftig gekleed door het leven. De jurken kwamen nog steeds tot aan de enkels, maar de tailles werden smaller en de schouders bloter. Vanaf 1833 zien we de rokken weer breder worden. Er werd gewerkt met verschillende lagen, strikken en enorme hoepels.
Zo rond 1900 was de mode totaal anders. Lange rokken, gedragen met hooggesloten blouses en natuurlijk kon het korset met walvisbaleinen niet ontbreken. Elke fatsoenlijke vrouw droeg een korset. Vrouwen uit de arbeidersklasse droegen geen korset.
Door het wegvallen van een dwingende norm ontstond pas echt zoiets als mode in de vorm van een richtsnoer, een na te streven model. De kledingmode werd daarna voorgeschreven door de modehuizen. De eerste modeontwerper was Charles Frederick Worth (13 oktober 1825 - 10 maart 1895) die het eerste modehuis in Parijs begon.
Hun looks werden door meisjes en vrouwen in de hele wereld geïmiteerd. Een nette vrouw droeg in die tijd een mantelpakje, bestaande uit een rok met een jasje waar een blouse onder gedragen kon worden. Jurken met een bolerojasje waren ook helemaal in de mode.
In de 19e eeuw droegen vrouwen altijd een jurk of een rok. Een broek was alleen gangbaar voor mannen. Ook droegen vrouwen bijna altijd een korset. Het korset moest zo strak mogelijk worden aangesnoerd.
Mode is Frans voor manier of wijze. In het Nederlands wordt het woord gebruikt als iets op een bepaald moment aantrekkelijk gevonden wordt. Vaak heeft mode betrekking tot kleding, schoenen, make-up en draagbare dingen, zoals een horloge of sieraad.
Gatsby heeft zijn geld gekregen door dealtjes met de georganiseerde misdaad. Nick zegt dat al het geld naar de amorele mensen gaan. Die het niet verdienen. Gatsby wil Daisy terugwinnen, en wil dat alles was zoals voor de oorlog, en voordat zij hem verlaten had.
Tom onthult dat Gatsby onder andere zo rijk is door de illegale verkoop van drank in drogisterijen die hij bezit.
The Great Gatsby gaat over het leven van een rijke zakenman, Jay Gatsby en zijn verwoede en tevergeefse pogingen om een al lang verloren liefde terug te winnen: Daisy. Hij was Daisy namelijk kwijtgeraakt toen hij in de Tweede Wereldoorlog vocht in Europa. Daisy trouwde in die tijd met Tom Buchanan.
1 - In Rotterdam wordt het nieuwe stadhuis van Rotterdam aan de Coolsingel in gebruik genomen. 2 - Het Belgisch voetbalelftal wint goud op de Olympische spelen. 7 - Oprichting van de Nederlandse Rugby Bond (NRB) door de drie in Nederland actieve verenigingen. 12 - Slotceremonie van de Olympische Spelen in Antwerpen.
De jaren 1920
De jaren '20 van de vorige eeuw werden in Amerika ook wel de 'Roaring Twenties' genoemd. De economie bloeide op en er ontstond een consumptiemaatschappij. Het inkomen per inwoner was hoog, waardoor mensen veel geld uitgaven en leenden, onder het motto 'live now, pay later'.
In het kort
De zogenaamde 'roaring twenties' barsten ook in Nederland los: de jeugd stort zich massaal op nieuwe dansvormen als de Charleston. De bioscoop is razend populair. Maar het gezag vindt het maar niets en houdt de jeugd liever thuis.
Vrouwen droegen voornamelijk t-shirts, vesten, truien, spijkerbroeken, en korte en lange rokken. In tegenstelling tot de jaren '50 en '60 was het gebruik van accessoires vrij sober in de jaren '70, al schaften vrouwen in deze tijd wel massaal een schoudertas aan.
Een Middeleeuwse arbeider droeg vaak lange wollen kousen met daarover een tuniek of een soort broek met een langere trui erover. De vrouwen van de arbeiders waren eveneens eenvoudig gekleed: ze droegen linnen onderkleding met daarover een tuniek en soms nog een jasje.
De Grieken en Romeinen wilden er niet veel van weten en vonden het kledingstuk barbaars. Pas op het einde van de Romeinse tijd - en parallel met de invallen van de Germanen - werd de broek populair en aanvaard kledingstuk in de Romeinse wereld. Tijdens de Middeleeuwen werd het hét kledingstuk voor de man.