Hun kleding was vaak op maat gemaakt en uitgebreid versierd. Ze droegen jurken met extravagante versieringen zoals kant, borduurwerk en edelstenen. Kenmerken: Deze vrouwen droegen vaak hoepelrokken, korsetten en mantels gemaakt van zijde of fluweel. Hun kleding was rijkelijk versierd en volgde de nieuwste modetrends.
Mondaine mannen en vrouwen kleedden zich in die tijd met rijkelijk gebrocheerde, gedamasceerde of geborduurde zijde met schitterende kleuren en patronen. Het silhouet van de vrouwen werd gevormd door korsetten en hoepelrokken die varieerden naargelang de periode.
In de achttiende eeuw was een vest - soms letterlijk - een heel kostbaar bezit: het combineren van zijde met goud- of zilverdraad, stras, tule, pailletten en lovers was niet ongebruikelijk. Het vest (nu beter bekend als gilet) moet een ongekend populair kledingstuk geweest zijn.
Rijke vrouwen
De wat rijkere vrouwen droegen jurken, versierd met kant en fluweel. De jurken waren vaak in de kleur van blauw, rood of goud. Onder de jurk droeg de vrouw een rok die naar achteren werd omgeslagen en op geplooide wijze werd vastgezet, waardoor de onderrok aan de voorzijde geheel zichtbaar was.
Over de onderkleding is minder bekend. Mannen en vrouwen dragen een hemd van zeer eenvoudige snit, aan de halsuitsnijding en aan de mouw versierd met kant of zeer fijn borduurwerk.
De vrouw bedekte het naakte lichaam en de armen met een hemd. Het had dezelfde vorm en snit als een mannenhemd. Bij edele vrouwen, werd het voorpand rijkelijk versierd met borduursel. Het was zichtbaar onder de laag uitgesneden bovenkleding.
Kragen, geborduurde mouwen, fluweel.Arme mensen droegen eenvoudige kleren met sobere kleuren.Vaak droegen ze nog een doek of ander hoofddeksel. Kinderen van rijke ouders werden vaak gekleed als volwassenen.
Nederlandse vrouwen droegen in het eerste kwart van de zeventiende eeuw meestal twee mutsjes. Onder een 'onderkapje' werd het haar weggestoken. Van dit kapje was vrijwel niets te zien, hoewel het van kostbaar kant gemaakt kon zijn. Daaroverheen droeg de vrouw een sierkap.
Victoriaans tijdperk (1837-1890)
In het begin van de Victoriaanse tijd droegen vrouwen (meerdere) onderrokken onder de overrok; later in deze modeperiode deden de crinoline en crinolette hun intrede om de wijde rokken te ondersteunen.
Rijke Stoffen: De kleding van vrouwen in de Gouden Eeuw was gemaakt van luxe stoffen zoals zijde, fluweel en satijn. Deze stoffen waren vaak versierd met borduurwerk en kralen. 3. Korte Mouwen en Hoge Tailles: Jurken hadden meestal korte mouwen en een hoge taille, die net onder de buste zat.
In de 18e eeuw lieten mannen en vrouwen zich vaak portretteren met witte pruiken. De gepoederde pruiken waren het symbool van rijkdom en modebewustzijn.
De pruik moest kaalheid verbergen
De kale plekken en stinkende wonden die veroorzaakt kunnen worden door de soa, kon je met zo'n gepoederde pruik verhullen. De pruik sloeg nadat Lodewijk hem op had gezet al snel aan bij de boven- en middenklasse van de samenleving, ook in de rest van Europa.
Om ongedierte als vlooien en luizen tegen te gaan, werd een pruik iedere dag gepoederd. Dat deden ze in een aparte kamer. Ze hielden een zak voor hun gezicht om geen poeder in te ademen. In tegenstelling tot hun koning deden zijn onderdanen hun pruik 's nachts wel af.
Populaire kledingstukken waren hotpants, minirokjes, spijkerbroeken met een lage taille, hemdjes (met spaghetti-bandjes of strapless), spijkerjasjes, Pashmina sjaals en sleehakken. Deze trend wordt ook wel “Y2K fashion” genoemd.
Bij arme vrouwen waren ze strak of ontbraken geheel. In dat geval werden losse mouwen gebruikt. De tabbaard werd gevoerd met een dikke stof ter bescherming tegen de kou. Meestal was onder de tabbaard een stukje van de onderrok te zien.
Zo rond 1900 was de mode totaal anders. Lange rokken, gedragen met hooggesloten blouses en natuurlijk kon het korset met walvisbaleinen niet ontbreken. Elke fatsoenlijke vrouw droeg een korset. Vrouwen uit de arbeidersklasse droegen geen korset.
Kruis en decolleté
De kleding is kleurrijk en opvallend, met veel splitten. De jurk van de vrouw heeft een vierkant decolleté; de borsten worden door een korset platgedrukt. Hij draagt een braguette, een verstevigd kruisstuk. Zoveel aandacht op het kruis werd toen niet raar gevonden.
Een victoriaanse outfit herken je vaak aan de hoge hoeden die zowel de mannen als de vrouwen dragen. Naast deze mooie chique kleding beschikken wij ook over andere prachtige historische kleding, zoals Edelmannen en Courtesans kostuums.
Na 1850 kleedde de man zich in driedelig zwart met lange broek. De snit was afkomstig van de Engelse meesterkleermakers. Gekleurde kleding en kuitbroeken werden dan alleen nog door het personeel gedragen of als statie- of galakleding bij officiële gelegenheden.
Vrouwen kleding
Strakke rechte jurken, kort haar en makkelijke dans-schoenen. De vrouwen in de jaren 20 droegen omdat ze kort haar hadden vaak een (kleine) hoed of een haarband. De jurken waren recht en je zag daarom ook weinig ronde vormen.
De vrouwen droegen een tuniek of blouse met korte mouwen, een knielange rok gemaakt van koorden of wol of een lange rok. Op het hoofd droeg de vrouw een haarnetje gemaakt van sprang. Aan de voeten droegen de vrouwen sokken en schoenen. Schoenen zijn gemaakt van hertenhuid (de haren aan de binnenkant) of leer.
Aan het begin van de jaren 60 droegen de meeste vrouwen nette A-lijn jurken en rokken, tailleriemen en trenchcoats. Het was pas op de helft van de jaren 60 dat er een duidelijk verschil te zien was. Het statement item de minirok werd toen geïntroduceerd - iets waar veel vrouwen in eerste instantie aan moesten wennen.
De stoffen werden door de vrouwen geweven van wol. De vrouwen droegen een wollen of linnen rok, de mannen droegen een broek met een wollen of linnen hemd. De mouwen en de halsopening waren versierd met een zoompje van een naaiwerk. De rok was een lange lap.
1940 dames haarstijl
In de jaren 40 droegen de meeste dames hun haar tot op de schouders en gingen ze voor een gewaagdere look. Het was een trend om het haar aan de voorkant hoog op te steken, of het te krullen. Hoeden waren zeer geliefd, vooral de wat kleinere hoedjes die dicht op het hoofd lagen.
Ze droegen in die tijd degelijke, donkere en onkreukbare kleding. Dames van stand hoefden zich in die tijd alleen maar bezig te houden met het baren van kinderen en mooi zijn. De nauwsluitende jurken en strakke korsetten die zij droegen waren onpraktisch en gaven maar weinig bewegingsvrijheid.