Bij de ziekte van Parkinson en Parkinsonismen komen soms plotselinge bloeddrukdalingen voor. Deze bloeddrukdalingen kunnen uw gewone dagelijkse bezigheden beïnvloeden. De medische term voor deze bloeddrukdalingen zijn: orthostatische hypotensie en postprandiale hypotensie.
Als gevolg van de ziekte van Parkinson en het gebruik van parkinsonmedicatie komen soms plotselinge bloeddrukdalingen voor. Oorzaken hierbij kunnen zijn: te weinig drinken, uitdroging, obstipatie (verstopping), volle blaas, een warme omgeving en het minder flexibel worden van de bloedvaten.
Door de ziekte van Parkinson gaan bepaalde cellen in je hersenen langzaam kapot: de cellen die het belangrijke stofje dopamine maken. Dit kan voor allerlei klachten zorgen, zoals moeite met bewegen en problemen met denken. Parkinson is vernoemd naar de arts James Parkinson die in 1817 als eerste de ziekte beschreef.
Andere symptomen die regelmatig voorkomen bij Parkinson:
vallen en duizeligheid. oogproblemen. pijn in ledematen. depressiviteit.
Emoties, aandacht en spanningen verergeren het trillen. Geleidelijk kan het trillen uitbreiden naar uw andere hand, uw armen, benen en soms zelfs naar uw kaak, tong, voorhoofd en oogleden.
Er is geen test die kan bewijzen dat u de ziekte van Parkinson heeft. Daarom stelt uw huisarts vragen en kijkt hij of zij hoe u beweegt. Het trillen kan bijvoorbeeld ook komen door medicijnen of een essentiële tremor.
'Beweeg regelmatig en eet gezond' is een advies dat iederéén ter harte kan nemen. Voor Parkinsonpatiënten is het echter nóg belangrijker om uitgebalanceerd voedsel te eten. Dus veel fruit, groenten en andere complexe koolhydraten zoals graan en koren en bepaalde proteïnen.
Niet alle parkinson patiënten krijgen pijn maar het komt wel veel voor, met name als spierpijn, gewrichtspijn, verkramping, bewegingsdrang en zenuwpijn. Als mensen met parkinson ook last krijgen van stemmingswisselingen en depressie, kunnen zij er minder goed mee omgaan en ervaren daardoor meer pijn.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben vaker zicht- en oogproblemen zoals wazig zien, symptomen van droge ogen, moeite met diepte inschatten en dubbelzien, dan mensen van dezelfde leeftijd zonder de aandoening.
Lusteloosheid. Veel mensen met Parkinson hebben last van apathie (lusteloosheid). Dit zorgt voor een verminderde kwaliteit van leven van zowel de patiënt als hun naasten. Er wordt onderzoek gedaan of medicijnen invloed kunnen hebben op de hoeveelheid dopamine, wat mogelijk apathie bij patiënten kan verminderen.
Er is GEEN ENKEL BEWIJS dat stress Parkinson veroorzaakt. Wél verergert stress de symptomen van de ziekte. Bijvoorbeeld trillen en pijn. Hier geldt: hoe meer stress, hoe sterker de symptomen worden.
Er bestaat helaas nog altijd geen medicijn dat de ziekte van parkinson kan stoppen of vertragen. Wel zijn er medicijnen die de symptomen van parkinson deels kunnen onderdrukken (bijvoorbeeld het trillen, of de traagheid). Mensen met parkinson moeten deze medicijnen de rest van hun leven dagelijks innemen.
Een van de meest voor de hand liggende oorzaken van vermoeidheid is dat veel activiteiten met parkinson extra moeite en energie kosten. Hiernaast kan gewichtsafname zorgen voor minder energie en meer vermoeidheid. Ook slapen veel mensen met parkinson slecht.
Multipele systeem atrofie (MSA)
Bij MSA krijg je meestal ernstige moeite met bewegen, praten, slikken, ademhalen en je evenwicht. Je bloeddruk wordt erg laag waardoor je kunt flauwvallen en de controle over je blaas verliest. Ook kun je stijve spieren en koude, paarse handen krijgen.
Levodopa is het sterkst werkzame geneesmiddel bij de ziekte van Parkinson. Levodopa wordt omgezet in dopamine en vult zo het tekort aan dopamine in de hersenen aan. Het middel zorgt ervoor dat u zich minder stijf voelt en zich beter kunt bewegen.
Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte, dat wil zeggen dat de ziekte in de loop der jaren verergert. Symptomen kunnen soms voor langere tijd stabiel blijven om daarna weer te verergeren.
Voor mensen met de ziekte van Parkinson geldt dat zij rijgeschikt zijn voor de rijbewijzen A, B en BE (motorfiets, auto en auto met aanhanger, groep 1) als er geen relevante lichamelijk en of geestelijke functiebeperkingen zijn die interfereren met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen.
Resultaten. Zoals verwacht was de levensverwachting voor mensen met de diagnose ziekte van Parkinson korter dan voor de mensen in de bijpassende controlegroepen, gemiddeld 2 à 4 jaar. Het verschil hing sterk af van de leeftijd waarop de diagnose plaats vond.
Er is behoefte aan een wetenschappelijk advies over het gebruik van vitamine D bij de ziekte van Parkinson. Een tekort van vitamine B12 kan onder andere leiden tot anemie (normo- of macrocytair), onverklaarde polyneuropathie en cognitieve klachten.
Heeft je naaste de ziekte van Parkinson, dan is er een aanzienlijke kans dat ze ook dementie krijgt. Dat gebeurt bij 35 tot 55 procent van de mensen met Parkinson. Parkinson-dementie ontstaat in het hersengebied dat door de ziekte van Parkinson is aangetast, en begint meestal 10 tot 15 jaar na het begin van de ziekte.
Een MRI-scan is een soort foto van de binnenkant uw hoofd. De arts ziet dan of er misschien een andere oorzaak van uw klachten is. Bijvoorbeeld een andere ziekte die lijkt op de ziekte van Parkinson of schade in uw hersenen. Dit is te zien op de MRI-scan.
Neurologisch onderzoek
De arts doet verschillende testen om te zien hoe goed uw hersenen, zenuwen en spieren werken. De arts vraagt u bijvoorbeeld met uw ogen een voorwerp te volgen, naar een stemvork te luisteren en aan te geven wat u voelt als hij met een watje over uw hand wrijft en kleine prikjes geeft.