Als kleurstof dient methylviolet 10B, ook bekend als kristalviolet, in combinatie met lugol, een oplossing van jodium en kaliumjodide. Deze behandeling kleurt alle bacteriën paars, maar bij Gram-negatieve kun je die kleur er met alcohol weer uit wassen.
Werking. De bacteriën worden eerst gekleurd met een kristalviolet-jodium complex, daarna gewassen met alcohol en vervolgens nagekleurd met waterige fuchsine. Bij grampositieve bacteriën wordt het kristalviolet-jodiumcomplex niet weggewassen door de alcohol; deze cellen kleuren blauwpaars.
Door het preparaat eerst te kleuren met kristalvioletoplossing en vervolgens met lugol, ontstaat een verbinding tussen deze twee kleurstoffen: het kristalviolet-lugol-complex. Uit sommige bacteriën is deze verbinding niet door ethanol op te lossen; ze blijven blauwpaars van kleur en worden Gram-positief genoemd.
Het belangrijkste verschil tussen die groepen zit hem in de bouw van de celwand. De Gram-negatieve variant heeft een celwand die bestaat uit twee lagen (membranen). Dit deel van gram-positieve bacteriën bestaat uit één dikke laag en bij hen treedt resistentie over het algemeen minder vaak op.
Maar wat betekent gram-negatief precies? De groep bacteriën is genoemd naar de hoe ze aankleuren bij een kleuring ter differentiatie van bacteriën. Ze worden gram-negatief genoemd omdat zij bij de gramkleuring de kristalviolette kleuring niet vasthouden bij het wassen met alcohol.
Grofweg zijn bacteriën in te delen in zogenaamde Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën. Het woord Gram heeft te maken met een bepaalde kleuring die toegepast wordt bij het bekijken van bacteriën. Bij die kleuring wordt een Gram-positieve bacterie donkerblauw en een Gram-negatieve bacterie rood.
De celwand van bacteriën bestaat uit peptidoglycaan (mureïne). Door middel van een gramkleuring kan zichtbaar worden gemaakt of deze laag dik of dun is. De celwand omsluit de celmembraan van de bacterie-cel. Bacteriën met een dikke wand van peptidoglycaan zijn de grampositieve bacteriën.
Het verschil tussen bactericide en bacteriostatische antibiotica is algemeen bekend; bactericide antibiotica doden de bacteriën, bacteriostatische antibiotica remmen de groei.
Het kiemgetal is een maat voor de hoeveelheid micro-organismen per eenheid zoals ml of gram. Dit wordt weergegeven als kolonievormende eenheid per ml of gram (kve/ml of kve/gram).
Het Gram-preparaat staat toe om een uitspraak te doen over de hoeveelheid (geen, enkele meerdere, veel) leukocyten en overige cellen in een materiaal alsmede de hoeveelheid (geen, enkele, meerdere, veel) en aard van bacteriën (kleur: Gram-positief, Gram-negatief; morfologie: coc, staaf, staafje; ligging: duplo, ketens, ...
Maar als je antibiotica te veel en op een verkeerde manier gebruikt, kunnen bacteriën hier ongevoelig (resistent) voor worden. Dit noemen we ook wel antibioticaresistentie. Bij antibioticaresistentie is de bacterie die de infectie veroorzaakt ongevoelig (resistent) geworden voor het antibioticum.
Een temperatuur tussen 10 °C en 40 °C. Onder het vriespunt delen ze zich niet meer, maar blijven ze wel in leven als in een soort winterslaap. Bij temperaturen hoger dan 75 °C, bijvoorbeeld tijdens het koken, gaan bacteriën dood. Voedingsstoffen als eiwitten en koolhydraten in de buurt.
Bij de indeling van de vier rijken worden kenmerken van cellen gebruikt deze kenmerken zijn, celkernen, celwanden, bladgroenkorrels. Bacteriën hebben geen celkern. Dieren hebben geen celwand.
Infecties die worden veroorzaakt door bacteriën, kunnen worden bestreden met antibiotica. Ze doden de bacteriën of remmen hun groei. Als een antibioticum regelmatig tegen een bacterie wordt gebruikt, kan die bacterie resistent worden.
Een gramkleuring berust eigenlijk op de aanwezigheid van een bepaald molecule (peptidoglycanen) in de celwand van de bacterie. Bij gram positieve bacteriën zijn deze talrijk aanwezig, tot soms wel 30 lagen. Bij gram negatieve bacteriën zijn hier vaak maar 2 of 3 lagen van aanwezig.
Functies. LPS is het belangrijkste bestanddeel van de buitenmembraan van gramnegatieve bacteriën, zorgen voor een groot deel voor de structurele integriteit (vormbehoud) van de bacteriën en beschermt de membraan tegen inwerking van bepaalde chemische stoffen.
Met een antibiogram wordt de gevoeligheid van een micro-organisme voor verschillende antibiotica in kweek bepaald. Vanaf woensdag 8 september 2021 j.l. hanteert de afdeling medische microbiologie van het UMC Utrecht nieuwe definities voor het antibiogram.
Wanneer er op de uitslag “Mengflora” wordt vermeld, betekent dit dat er uit hetzelfde melkmonster 3 of meer verschillende bacteriën zijn geïsoleerd.
Een eerste onderverdeling in soorten antibiotica is smal- en breedspectrum antibiotica. Smalspectrum antibiotica zijn specifiek geschikt voor infecties door een bepaalde groep bacteriën. Breedspectrum antibiotica werken op meer soorten bacteriën tegelijk. De voorkeur ligt bij het gebruik van smalspectrum antibiotica.
De celwand is een wand die gevormd wordt buiten het membraan van een cel. Dierlijke cellen hebben geen celwand, maar alleen een celmembraan.
Bacteriën en archaea zijn eencellig en hebben geen celkern.
Commensale flora wil zeggen dat er micro-organismen leven zonder de mens te schaden. Onder ongunstige omstandigheden kunnen deze organismen wel pathogeen worden en een opportunistische infectie veroorzaken.