Grote groene sabelsprinkhanen zijn omnivoor, ze voeden zich met bloemen en knoppen van allerlei planten maar ook met insecten als vliegen, rupsen en andere sprinkhanen. Die worden met de bedoornde voorpoten gegrepen en met de sterke kaken in stukjes gebeten.
De Sprinkhaan staat voor astraal reizen, stapt over obstakels heen en maakt nieuwe stappen vooruit. Ook bezit de sprinkhaan het vermogen om snel van carrière te veranderen. Dit is de boodschap waar ik nu heel veel aan heb, ik heb een paar slapeloze nachten gehad en mijn lichaam dat met mij op de loop is gegaan.
Vooral de achterpoten van sprinkhanen zijn erg groot waardoor ze heel ver kunnen springen. Sommige soorten kunnen tot wel 50 keer hun eigen lichaamslengte springen. Ook maken veel soorten een opvallend geluid. Dit maken ze door delen van hun lichaam tegen elkaar aan te wrijven.
Bij het vastpakken van de dieren dient men zich te realiseren dat ze krachtige kaken bezitten waarmee ze makkelijk door de menselijke huid heen kunnen bijten. Men kan ze dan ook het best van achter bij het halsschild beetpakken, waarbij de achterpoten tegen het lichaam aan worden gedrukt.
Sprinkhanen kunnen springen of zelfs vliegen over langere afstanden. Ze komen zo ook soms in huis terecht. Sprinkhanen zijn ongevaarlijk en bijten of steken niet.
Sprinkhanen zijn te vinden op planten, meestal grassen.
Veel sprinkhanen eten gras en dat blijft beter beschikbaar, waar veel bloemen bij droogte snel verdwijnen.Sprinkhanen zijn ook echte liefhebbers van zon en droogte. Dat merk je als je richting Zuid-Europa gaat. Sprinkhanen nemen in aantallen en soorten sterk toe."
Het voedsel bestaat voornamelijk uit andere insecten die op planten leven, prooien worden met de stekelige voorpoten gegrepen en door de sterke kaken aan stukjes geknipt. Ook wordt soms wel aan planten geknaagd maar insecten, waaronder andere sprinkhanen, vormen het belangrijkste voedsel.
Verschillende varianten. Veel soorten bidsprinkhanen kunnen als huisdier worden gehouden, maar Sphodromantis-soorten (Afrikaanse bidsprinkhaan) worden het meest gehouden.
Houden van de dieren
Er moet voor gezorgd worden dat de dieren 5 à 10 vierkante centimeter per dier heeft en dat er genoeg licht en lucht aan kan komen. Vervolgens hebben de dieren elke dag verse planten en insecten (mieren, bladluizen, vliegen, kleine kevers, bijna alles wat kleiner is dat één cm) nodig.
Zij eten zachte insecten, zoals bladluizen, en insectenlarven. Omdat ze alle drie veel in tuinen zitten worden ze vaak aangetroffen bij het snoeien. Let daarom eens op als u in de tuin aan het werk gaat.
Met hun krachtige achterpoten katapulteren sprinkhanen zich gemiddeld 25 cm hoog en makkelijk een meter ver. Als je hun lichaamsomvang in acht neemt, kan je deze prestatie vergelijken met een mens die over een voetbalveld heen springt. Jep, ronduit indrukwekkend.
Zijn insecten gezond? Sprinkhanen, meelwormen en kevers staan in Nederland dus het vaakst op het menu. En ze passen prima in een gevarieerde en gezonde voeding, meldt het Voedingscentrum. 'Ze bevatten veel goede voedingsstoffen, zoals eiwitten, onverzadigd vet, ijzer en vitamine B.
Uiteraard zijn er verscheidene natuurlijke vijanden van sprinkhanen. Gekende insecteneters die ook wel eens een sprinkhaantje lusten zijn verscheidene vogels, zoogdieren, reptielen en amfibieën. Een vogelsoort die zich uitsluitend met sprinkhanen voedt is de Scharrelaar.
Natuurlijke vijanden zijn vogels, parasitaire wespen en roofwespen, zoals Scelio fulgidus), parasitoïde vliegen (Blaesoxipha spp., Trichopsidea oestracea en Cercia sp.), bepaalde soorten kevers, mijten (Tarsonemid sp. en Leptus sp.) en nematoden (Amphimermis).
Door zijn enorme achterpoten af te zetten tegen de grond, schiet een sprinkhaan zichzelf de lucht in. Net een katapult. Als jij net zover als een sprinkhaan zou kunnen springen, kon je in drie sprongen een heel voetbalveld oversteken!
Sprinkhanen kan je warm zetten in een goed ventilerende bak met genoeg klimmogelijkheden. Sprinkhanen zoeken altijd de warmte van de lampen op in de bak. Sprinkhanen eten het liefst gras! Hier halen ze hun vocht en voedingsstoffen uit.
Er zijn er die enkel planten eten, de herbivoren. Er zijn ook soorten die vlees eten, de carnivoren. Verder zijn er ook soorten die het allebei lusten, vlees én planten, de omnivoren. Veldsprinkhanen, zoals de woestijntreksprinkhaan, leven vaak in groepen.
Bidsprinkhanen kunnen met hun krachtige voorpoten vogels te vangen en verorberen (zie filmpje). Vooral kolibries in de Verenigde Staten zijn vaak slachtoffer van de insecten, maar ook zangvogels vallen regelmatig ten prooi aan de sprinkhanen.
Volwassen sprinkhanen en krekels hebben een levensverwachting van enkele weken tot maanden. Slechts weinig soorten zijn meerjarig, een uitzondering zijn de op Nieuw-Zeeland endemische weta's.
Plantensoorten waar- van bekend is dat Gouden sprinkhanen er eitjes in leggen ont- breken nagenoeg in de hooi- en weilanden en op het schouwpad. Deze vegetaties bestaan voornamelijk uit grassen met een klein aandeel aan kruiden.
De naam wrattenbijter komt van een oud gebruik om deze soort bij wratten in de verdikking op de huid te laten bijten, want deze sprinkhaan heeft sterke kaken die de huid kunnen doordringen.
De sprinkhaan komt voor in grote delen van Europa en komt ook in Nederland en België voor. Het is een bewoner van vochtige zandgronden, kleigronden worden vermeden. De sprinkhaan kan zwemmen en komt onder andere voor langs oevers.
Gemiddeld kan een sprinkhaan namelijk zo'n 25 centimeter hoog en makkelijk een meter ver springen.
De sprinkhaan ratelt graag. Dat doet hij in de zon. Dat ratelen heet officieel striduleren: door lichaamsdelen (bij de sprinkhaan de achterpoten en vleugels) langs elkaar te laten strijken, wordt er een kenmerkend geluid gemaakt.