De fasedraad is een elektriciteitsdraad met een bruin omhulsel die zorgt voor de toevoer van stroom naar elektrische apparaten. De spanning die een fasedraad voert, bedraagt 230 volt. Samen zorgen de fasedraad en de nuldraad voor het transport van stroom naar elektrische apparaten en vanaf elektrische apparaten.
De fasedraad is, samen met de nuldraad, verantwoordelijk voor de elektrische stroom die van en naar de elektrische apparaten gaat. Fasedraad is de draad waar de spanning opstaat ten aanzien van de aarde en de nuldraad.
Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom) Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom) Zwart: Schakeldraad om schakelaars mee te bedienen.
De nuldraad wordt ook wel nulleider genoemd. Het is een elektriciteitsdraad met een blauw omhulsel die zorgt voor de afvoer van stroom van elektrische apparaten. Vaak is de nuldraad elektrisch gekoppeld met de aarde en voert de nuldraad nauwelijks spanning ten opzichte van de aarde.
De bruine (of zwarte) fasedraad sluit je aan op ingang 'L1'. De blauwe nuldraad plaats je in de opening waar 'L2' bij staat. Er zijn nu nog twee opening over in het midden van de schakelaar. Deze zijn bedoeld voor de draden die naar de lamp of het elektrische apparaat lopen.
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
Voor de werking maakt het niets uit. Maar de nul zit normaal op de schroefdraad van de fitting en de spanning op de stift, dit voorkomt dat je bij uitdraaien van een lamp onder spanning kan komen. Een aardlek kan altijd weigeren!
De nuldraad of de nulleider is de draad die meestal elektrisch gekoppeld is met de aarde, hij wordt daarom ook wel de neutrale geleider genoemd. Omdat de nuldraad elektriciteit terugleidt staat deze onder spanning, het is daarom belangrijk dat je de draad niet aanraakt, tenzij de stroom eraf is gehaald natuurlijk.
In Nederland is de netspanning 230v wisselspanning, met een frequentie van 50Hz of 60Hz. De kleurcodering van de draden voor netspanning zijn: blauw = nul, bruin = fase, geel/groen = aarde. Daarnaast is er nog zwart, dat is een geschakelde fase-draad (kan dus wel of geen fase bevatten).
De nuldraad (blauw) gaat alleen naar de lamp omdat deze bij de schakelaar niet nodig is. De lamp verbruikt namelijk elektriciteit en niet de schakelaar. In een domoticasysteem is elk onderdeel actief en gebruikt dus elektriciteit. Dus dan heb je een bruine + blauwe draad nodig.
Er wordt vaak expliciet vermeld dat de rode kabel op de plus polen moet en de zwarte op de min polen. Maar waarom is dat zo? Beide kabels zien er (los van het kleurverschil) hetzelfde uit en het draad is in beide gevallen even dik.
De spanning tussen de fasen is 220 à 230 volt. De spanning tussen de fase en de aarde is 127 à 133 volt. Om het stroomverbruik te kunnen meten op een dergelijk net, wordt vaak de Aronschakeling (2 wattmetermethode) gebruikt.
In tegenstelling tot de nuldraad is de fasedraad zeer gevaarlijk. Wanneer je bijvoorbeeld een spijker in één van de twee gaatjes van een stopcontact steekt, heb je 50% kans dat je een schok krijgt. Je hebt dus 50% kans dat je de fasedraad raakt met de spijker. De fasedraad mag daarom dan ook niet worden aangeraakt.
De NUL-draad heeft dus gedurende een dag op basis van de mechanische spanning van de draad contact gemaakt. Door aanraking van die draad begon deze te vonken. Het ontbreken van de (gemeenschappelijke) NUL in een 3 x 25 A installatie kan er voor zorgen dat er een zogenaamde 'zwevende NUL' ontstaat.
Fasedraad (L)
Fasedraad wordt met de letter 'L' aangeduid dat staat voor het Engelse woord 'live'. Er worden ook wel drie fasedraden gebruikt. Dan is de aanduiding L1, L2, L3 voor de verschillende schakeldraden.
De spanning die tussen de fasen onderling aanwezig is, bedraagt ca. 400 Volt (voorheen 380V) terwijl tussen elke fase en de "nul" een spanning van 230 Volt staat.
De maximale stroom door de nulleider
meest ongunstigste situatie en die is dan 16,3A.
Een blauw stroomdraad noemt men ook wel de nuldraad. Een andere benaming voor de stroomdraad is mindraad. Waar op een bruin stroomdraad altijd spanning staat, geldt voor een nuldraad het tegenovergestelde: op deze stroomkabel staat geen spanning. De blauwe stroomdraad zorgt voor de afvoer van stroom uit uw woning.
Bij spanningen zoals 230 VAC van het lichtnet is er echter sprake van zowel een enorme stroomsterkte die kan worden geleverd (in de orde van honderden tot duizenden ampères) als een spanning die hoog genoeg is om een dodelijke stroomsterkte door de persoon te laten lopen.
De spanning tussen de nuldraad en de aarde is op elk tijdstip nul volt (tenzij defecten, aansluitfouten,...). De spanning tussen de fasedraad en de aarde wisselt van +230 naar –230volt en terug.
Blauw = Nuldraad Bruin = Fasedraad Zwart = Schakeldraad Geel/groen = Aarde draad. Zoals u kunt zien op het plaatje gaat de bruine draad naar de schakelaar en naar het stopcontact. De blauwe gaat naar de lamp en naar het stopcontact. De zwarte is de schakeldraad tussen de schakelaar en de lamp.
bruin = fase draad – de aanvoerdraad van de stroom. blauw = nul draad – de afvoerdraad van de stroom. geel/groen = aarde draad, voor de aarding -beveiliging – zorgt voor ontlading en afvoer van spanning. zwart = schakeldraad – draad waar de stroom doorgaat bij aan- en uit signaal bij schakelaars.