U krijgt jodiumhoudende contrastvloeistof via een infuusnaaldje in uw arm. Hiervan kunt u een warm gevoel door uw lichaam krijgen. Dit gevoel verdwijnt na enkele minuten. Dit is niet schadelijk voor uw lichaam.
U kunt overgevoelig zijn voor een contrastmiddel. U kunt meteen klachten krijgen, of pas later (meer dan een uur na het onderzoek). Meestal zijn de klachten niet zo erg: jeuk, niezen en een verstopte neus. Dan is er geen behandeling nodig.
Als u het contrastmiddel heeft gedronken, plast u dit vanzelf uit. Soms heeft u 1 of 2 dagen na de CT-scan last van diarree. Dit gaat vanzelf over. Als u het contrastmiddel via een infuus heeft gekregen, verdwijnt het weer uit uw bloed en plast u het ook weer uit.
Wat merkt u ervan? Op het moment dat een jodiumhoudend contrastmiddel direct in uw bloedbaan wordt toegediend, kunt u hiervan een warm gevoel krijgen. Dit zal vanzelf weer verdwijnen. Ook is het mogelijk dat u een vreemde smaak in de mond krijgt of het gevoel dat u moet plassen.
Het contrastmiddel verlaat het lichaam via de urine en ontlasting. Door veel te drinken, raakt u het contrastmiddel zo snel mogelijk weer kwijt.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
Medicatie mag u wel innemen. Ook als we vooraf geen contrastmiddel toedienen, kan de arts tijdens het onderzoek beslissen dat daar wel nood aan is. Omdat het jodiumhoudende contrastmiddel braakneigingen kan teweegbrengen, moet u nuchter zijn.
Nadelen zijn: een CT-scan betekent een relatief sterke stralingsbelasting: een onderzoek met een CT-scan staat ongeveer gelijk aan 200 röntgenfoto's. het is een kostbaar onderzoek. er is contrastmiddel nodig om de bloedstroom beter af te beelden.
“Bij CT wordt een dosis röntgenstraling gebruikt die vele malen hoger is dan bij een gewone röntgenfoto. Röntgenstraling is schadelijk en richt zijn schade aan op het moment van toediening. Als standaard zou je kunnen aanhouden dat iemand niet meer dan drie maal per jaar CT-onderzoek mag ondergaan.
Een contrastmiddel is niet schadelijk voor de gezondheid. Wel is het belangrijk dat de nieren en de schildklier goed functioneren. Hierdoor kan het contrastmiddel het lichaam verlaten. Contrastmiddelen die de artsen gebruiken bij een CT scan zijn jodiumhoudend.
“Ik raad iedereen aan om een behandeling te weigeren, als er niet voldoende informatie over de contrastmiddelen wordt gegeven, zodat je het risico kunt overzien. In elk geval moet men de hoog-osmolaire middelen weigeren. Dikwijls is een onderzoek met deze middelen helemaal niet nodig.
Elektromagnetische straling is in principe niet gevaarlijk. Wel zijn sommige mensen hypersensitief voor deze vorm van straling en kunnen dan ook vage klachten krijgen (zoals hoofdpijn, duizeligheid en slapeloosheid) bij langdurige blootstelling door mobieltjes, computers en soortgelijke apparaten.
Na het onderzoek
Het contrastmiddel wordt via de nieren uitgescheiden. Om dit proces te versnellen is het goed om na het onderzoek extra te drinken.
Om de buikorganen goed zichtbaar te maken op de scan, moeten uw maag en darmen goed gevuld zijn met water. Daarom is het nodig dat u een half uur voor het onderzoek start met het drinken van een halve liter water (drie goed gevulde glazen).
Tijdens de ruggenprik en het CT-onderzoek kan uw eventuele begeleider niet aanwezig zijn. We adviseren om ervoor te zorgen dat iemand u na het onderzoek naar huis kan rijden. U kunt last krijgen van hoofdpijn of misselijkheid, daarom is het raadzaam niet zelf auto te rijden en niet met het openbaar vervoer te reizen.
De röntgenstralen geven een zwart, grijs of wit computerbeeld: weefsels die veel röntgenstralen absorberen geven witte beelden, terwijl weefsels die weinig straling absorberen zwarte beelden laten zien.
Na het onderzoek
Neem de tijd om uw darmen tot rust te laten komen. U mag na het onderzoek weer gewoon eten en drinken. Tot enkele uren na het onderzoek kunt u last houden van een onrustige buik. Sommige mensen houden nog een of twee dagen last van diarree.
Nee, de straling die wordt gebruikt bij röntgenonderzoeken blijft niet achter in uw lichaam. Na het röntgenonderzoek bent u dus niet radioactief.
Hiervoor wordt een zeer kleine hoeveelheid radioactieve stof ingespoten die wordt opgenomen door de te onderzoeken weefsels. Deze stof heet: '18-Fluorodeoxyglucose (FDG)'. De radioactieve stof zendt straling uit die door het PET-onderdeel van de camera wordt opgevangen en vertaald wordt in foto's.
Het maken van de CT-scan
U krijgt contrastvloeistof toegediend via het infuus in de arm. Deze vloeistof kleurt de bloedvaten, waardoor deze zichtbaar worden op de CT-afbeelding. Van dit contrastmiddel kunt u over uw hele lichaam een warm gevoel en een vieze smaak in de mond krijgen.
contrastvloeistof worden onder andere organen en bloedvaten zichtbaar gemaakt. Deze contrastvloeistof bevat jodium. De vloeistof geeft een warm gevoel dat snel weer wegtrekt. Ook kunt u het gevoel krijgen dat u nodig moet plassen.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam beoordelen en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Bij dikke darmkanker wordt altijd een CT-scan van de buik gemaakt en meestal ook van de borstkas. Hiermee wordt onder andere vastgesteld of er uitzaaiingen in de lever aanwezig zijn. Er kan ook een zogenaamde CT-colografie gemaakt worden. Bij de CT-colografie wordt lucht via de anus in de darm gebracht.