Het antibioticum doodt een groot deel van de bacteriën of remt ze in hun groei, tot het lichaam weer voldoende weerstand heeft om zelf de resterende bacteriën uit te schakelen. Je arts kan beoordelen of bacteriën de oorzaak zijn van de infectie en of er een antibioticumkuur nodig is.
Gebruik je een antibioticum dan doodt dit ook goede bacteriën in het lichaam. Met name bacteriën die in de darmen leven en daar nuttig werk doen. Hierdoor kan een normale darmwerking worden aangetast en ontstaat bijvoorbeeld diarree. Je immuunsysteem, dat direct in verbinding staat met je darmen, krijgt ook een klap.
Breed inzetbare antibiotica helpen nuttige bacteriën net zo hard om zeep als schadelijke. Wat de reden is dat je weerstand vaak tijdelijk verminderd is na een antibioticakuur. Dit alles hoeft geen probleem te zijn, als de nuttige bacteriën zich na een tijdje gewoon weer herstellen.
Antibiotica werken goed tegen een ontsteking door een bacterie. Ze doden de bacteriën of remmen hun groei. Antibiotica werken niet tegen een ontsteking door een virus, zoals bij een verkoudheid of griep. Daarom geeft de arts dan geen antibiotica.
Wat wel (indirect) nadelig kan werken voor een sporter, zijn de breedspectrum antibiotica (dat houdt in dat het tegen vele bacteriën werkt), die ook een effect hebben op de darmbacteriën. Het moge duidelijk zijn dat als er diarree optreedt, dit nadelig is voor het prestatievermogen.
Als een patiënt zich tijdens een behandeling met een antibioticum moe voelt, ligt het voor de hand deze vermoeidheid toe te schrijven aan de ziekte waarvoor het antibioticum werd voorgeschreven. Toch menen patiënten nogal eens dat de vermoeidheid een rechtstreeks gevolg is van het gebruik van het antibioticum.
Hoe lang antibiotica nog nawerken, verschilt per antibioticum. Het kan soms tot vijf dagen na de laatste pil in je lichaam blijven. Ondanks dat de klachten snel zullen verdwijnen, zal je de antibiotica gedurende een paar dagen moeten gebruiken. Een antibioticakuur wordt zelden voor minder dan vijf dagen voorgeschreven.
Wanneer bacteriën resistent worden tegen antibiotica, dan moeten sterkere antibiotica worden ingezet om infecties te genezen. Chinese onderzoekers melden dat ze bacteriën hebben gevonden die ook resistent zijn tegen de sterkste antibiotica die er vandaag bestaan, namelijk polymyxinen (1, 2).
Het is verstandig om geen alcohol te drinken tijdens een antibioticakuur, ongeacht welke antibiotica je gebruikt. Alcohol droogt uit en veroorzaakt soms onrustige slaap, twee dingen die je lichaam niet kan gebruiken bij het bestrijden van een infectie.
Er moet op zijn minst twee uur zitten tussen inname van de medicatie en van de zuivelproducten. Het calcium in de melk maakt complexe verbindingen met stoffen uit de antibiotica, die dan niet meer goed door de darmwand in de bloedbaan komen.
De richtlijnen van de WHO, NHG en Domus medica zijn het er unaniem over eens dat het gebruik van antibiotica niet geïndiceerd is bij COVID-19, ook al worden die in ziekenhuissetting ter preventie/behandeling van surinfectie wel frequent gebruikt.
Antibiotica kunnen bijwerkingen geven, zoals misselijkheid en rode huiduitslag. Slik antibiotica zoals op het recept staat. Bel uw huisarts als u toch zieker wordt of meer dan 3 dagen koorts houdt. Als antibiotica te vaak worden gebruikt, kan een bacterie ongevoelig worden voor de antibiotica.
Antibiotica zijn medicijnen tegen een ontsteking door een bacterie. Door vaak dezelfde antibiotica te slikken, kan een bacterie ongevoelig worden. Dat heet resistent. De gebruikte antibiotica helpen dan niet meer tegen deze bacterie.
Moet je antibiotica slikken, kies dan bij voorkeur voor een B-complex met actieve B-vitamines zoals actief vitamine B2 (als riboflavine-5-fosfaat), vitamine B6 (als pyridoxal-'5-fosfaat), vitamine B12 (als methylcobalamine) en actief foliumzuur (folaat, 5-methyl-tetrahydrofolaat).
Maar ook een verminderde opname via de darm een vitamine D te kort veroorzaken. Een onmisbare vitamine die belangrijke functies heeft. En die we zo snel te kort komen. Je doet er daarom goed aan om tijdens en na je antibioticakuur vitamine D te suppleren.
Eet na het doorslikken van een antibioticum de eerste drie uur geen yoghurt. Ook yoghurt vermindert de werking van het medicijn. Alcohol en antibiotica zijn geen goede combinatie. Het kan leiden tot ernstige misselijkheid.
Als je symptomen wilt laten verdwijnen, zijn drie dagen voldoende. Als je alle bacteriën wilt doden, zijn die twee extra dagen nuttig. De kans op het terugkomen van de klachten op langere termijn (4-6 weken) is iets groter bij de korte kuur; de kans op bijwerkingen is weer iets groter bij de lange kuur.
Hoe lang duurt een antibioticakuur? Een antibioticumkuur duurt gewoonlijk 5 tot 10 dagen, soms korter, soms langer, afhankelijk van de infectie. Het is belangrijk dat je de hele kuur afmaakt. Dit betekent dat je het antibioticum gebruikt tot het op is of zolang als je arts heeft voorgeschreven.
Amoxicilline doodt bacteriën (antibioticum). Door clavulaanzuur gaat amoxicilline beter werken. Bij infecties van longen, luchtpijp, keel, bijholtes, middenoor, blaas en nieren. En bij diepe huidinfecties (bijvoorbeeld door bijtwonden), wondroos, eikelontsteking en infecties van botten en gewrichten.
Appels, artisjok, blauwe bessen, amandelen en pistachenoten kunnen de groei van Bifidobacteriën verhogen (11, 12, 13, 14). Bifidobacteriën worden beschouwd als gunstige bacteriën, doordat ze darmontstekingen helpen voorkomen en de darmgezondheid verbeteren (15). Kortom: Veel groente en fruit is rijk aan vezels.
Sommige antibiotica werken beter als u ze op een lege maag inneemt. Op het etiket staat dan: 1 uur voor of 2 uur na het eten innemen. Sommige antibiotica kunt u het beste innemen met wat voedsel. Dan heeft u minder kans op klachten van de maag of de darmen.
Langdurig antibioticagebruik verandert de darmflora dusdanig dat bepaalde enzymen harder werken wat leidt tot een minder gebalanceerde opname van koolhydraten. Dit kan vervolgens leiden tot obesitas, voedingsgerelateerde ziekten en uiteindelijk diabetes.
Nitrofurantoïne is een antibioticum voor urineweginfectie en blaasontsteking. Het doodt bacteriën en vermindert klachten. Er is geen wisselwerking bekend van nitrofurantoïne en paracetamol. Je kunt paracetamol zonder problemen gebruiken als je nitrofurantoïne gebruikt.
Ga in de eerste dagen na het ontstaan van de wond naar uw huisarts: als er een of meer tekenen van infectie ontstaan: er komt troebel geelwit vocht (pus) uit de wond. de wondranden worden roder, dikker of warmer of doen meer pijn.