Op momenten dat de angst overheerst, heeft u bijvoorbeeld last van: hartkloppingen, zweten, koude rillingen, duizeligheid, beven. benauwdheid, een vervelend gevoel in de borst. tintelingen of een doof gevoel in handen en/of voeten.
Als je last hebt van een paniekstoornis, kunnen situaties die voor een ander heel normaal zijn tot zweethanden, angstige gedachten en regelmatig tot paniekaanvallen leiden. Een paniekaanval kan erg heftig zijn. Je kunt het gevoel hebben gek te worden, de controle te verliezen of een hartinfarct te krijgen.
Boodschapperstoffen (neurotransmitters) spelen een grote rol in het angstcircuit in de hersenen. Het gaat vooral om de stoffen serotonine, dopamine en noradrenaline. Bij mensen met een angststoornis werken deze boodschapperstoffen niet goed. Dan is de verwerking van angstsignalen uit balans.
Ga eens voor jezelf na waar je angstgevoelens mee te maken hebben. Kloppen de angstige gedachten die je in je hoofd hebt echt, of kun je er ook anders tegenaan kijken? Door jezelf bewust te worden van deze gedachten, lukt het vaak al om ze (voor een deel) te relativeren. Hierdoor zal de angst afnemen.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
Een psycholoog is een expert in het behandelen van angst en paniekaanvallen en een vertrouwenspersoon. Therapie zal je helpen om beter te leren omgaan met de angst. O.a. zal de psycholoog samen met jou op zoek gaan naar de onderliggende oorzaak van jouw angst en je technieken aanleren.
Gemiddeld krijgen mensen rond hun twintigste de eerste klachten. Maar ze kunnen ook eerder of later ontstaan. Vrouwen hebben vaker last dan mannen. De gegeneraliseerde angststoornis kan langdurig bestaan en gaat meestal niet vanzelf over.
Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis, ook wel piekerstoornis genoemd, zijn continu gespannen en piekeren voortdurend. Objectief gezien is er geen reden voor, maar ze zijn constant bang dat er iets vreselijks zal gebeuren.
Medicijnen tegen een angststoornis en depressie (antidepressiva) kunnen helpen bij een paniekstoornis. Voorbeelden zijn citalopram, sertraline, paroxetine of clomipramine. Uw behandelaar legt uit hoe en hoe vaak u de medicijnen moet innemen. Het is belangrijk dat u de medicijnen steeds op tijd inneemt.
Bijvoorbeeld problemen in uw relatie, problemen met uw kinderen, op het werk of met uw gezondheid. Angstklachten komen veel voor. Ze verdwijnen weer zodra de problemen zijn opgelost of wanneer u een manier heeft gevonden om ermee te leren leven. U kunt ook heel vaak bang zijn zonder duidelijke oorzaak.
Het is een gezonde reactie op dreigend gevaar. Het kan echter gebeuren dat deze gezonde angst 'ongezond' wordt en je angstklachten of zelfs een angststoornis ontwikkelt. Mensen met een angststoornis zijn namelijk óók bang in situaties die geen direct gevaar opleveren.
Duloxetine, pregabaline, venlafaxine en escitalopram zijn de best onderzochte, effectieve en goed verdraagbare medicijnen voor de behandeling van een gegeneraliseerde angststoornis. Dat is de conclusie uit een recente meta-analyse in de Lancet.
Depressie en angst komen vaak in combinatie met elkaar voor. Meer dan 25% van de oudere mensen met een angststoornis heeft ook een depressie. Het samen voorkomen van angstklachten en depressie komt vaker voor bij meer ernstigere depressies.
In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn. Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Recent onderzoek laat zien dat de helft van de mensen met een angststoornis binnen 7,5 maanden herstelt. 39% van de mensen is in een jaar nog niet hersteld en 30% is binnen 3 jaar nog steeds niet hersteld. Hierdoor weten we dat het herstel van een angststoornis langer duurt dan van een depressie.
Symptomen gegeneraliseerde angststoornis
Als je een gegeneraliseerde angststoornis hebt, ben je constant angstig. Je voelt hartkloppingen, gaat zweten maar je ervaart bijvoorbeeld ook: een onrustig en gespannen gevoel. snel moe zijn.
Antidepressiva zijn medicijnen die kunnen helpen bij een depressie of angststoornis, vooral bij ernstige klachten. U merkt pas na 4 tot 6 weken of de medicijnen bij u goed werken. U kunt al wel eerder bijwerkingen krijgen, zoals slaperigheid en duizeligheid. Sommige mensen worden eerst tijdelijk meer somber of angstig.
Iedereen is wel eens ongerust, maar als de angst zo constant is dat het u in uw functioneren hindert en u daardoor niet meer kunt genieten van het leven, hebt u wellicht een chronische angststoornis. Als u voortdurend zenuwachtig of gespannen bent, wordt het normale leven moeilijk en is ontspanning zowat onmogelijk.
Hierdoor kun je verschillende lichamelijke klachten ontwikkelen, zoals buikpijn, hoofdpijn, slapeloosheid, prikkelbaarheid en concentratieproblemen. Daarnaast zijn er verbanden aangetoond tussen angststoornissen en onder andere hartproblemen, luchtwegaandoeningen en vermoeidheidsklachten.
In veel gevallen ontstaat een angststoornis al in de kindertijd. Sommige kinderen groeien eroverheen, anderen niet. In dergelijke gevallen is het mogelijk om nog jarenlang last te houden van de angststoornis, als deze niet wordt behandelt. De oorzaak van het ontstaan van een angststoornis verschilt per persoon.