Wat doet een uroloog? Een uroloog behandelt patiënten met aandoeningen of stoornissen aan hun urinewegen, de blaas en de nieren. Mannen gaan tevens voor behandelingen aan de geslachtsorgaan naar de uroloog. Dit in tegenstelling tot vrouwen, die hiervoor naar een gynaecoloog toe gaan.
Bij uw eerste polikliniekbezoek heeft u een gesprek met de arts en misschien wordt er een lichamelijk onderzoek gedaan. Ook kan het zijn dat er een blaasonderzoek (cystoscopie) gedaan wordt (zie folder cystoscopie). Tijdens dit bezoek vraagt de arts vooral naar uw klachten.
Voor het glijden gebruikt de uroloog wat gel.De uroloog spuit water in de blaas; zo kan hij/zij de blaas, de plasbuis en bij mannen ook de prostaat, goed bekijken. Het onderzoek duurt 5-10 minuten. U krijgt meteen de uitslag van het onderzoek. Na het onderzoek kunt u naar huis.
De uroloog brengt bij vrouwen een dunne metalen buis (cystoscoop) via de plasbuis in de blaas. Bij mannen wordt gebruik gemaakt van een flexibele cystoscoop, omdat de plasbuis van een man langer is. De uroloog brengt bij vrouwen een dunne metalen buis (cystoscoop) via de plasbuis in de blaas.
Mogelijke afwijkingen zijn een blaasverzakking, blaassteen of een blaaspoliep. Daarna voert de uroloog een vaginaal onderzoek uit om te beoordelen of de bekkenbodem is verzakt. Ook kan zo de kracht van de bekkenbodemspieren worden vastgesteld.
Klachten Meestal worden blaaspoliepen vastgesteld na een episode van pijnloos bloed plassen. Hierbij is de urine rose gekleurd, maar het geeft soms ook de indruk puur bloed te plassen. Ook kunnen klachten ontstaan zoals pijn in de onderbuik, pijn in de flanken en/ of het gevoel heel vaak te moeten plassen.
Het is belangrijk dat u met een volle blaas naar de poli komt. Dit verbetert de kwaliteit van het onderzoek en is bovendien nodig voor het plasonderzoek. Begin twee uur vóór het onderzoek met het drinken van water, limonade, thee of koffie. Drink elke 20 minuten één vol glas.
Een cystoscopie is een inwendig onderzoek van de plasbuis en de blaas. Dit onderzoek wordt uitgevoerd met een cystoscoop, een dunne holle buis, met een camera die aangesloten is op een scherm. Op dit scherm kan de patiënt zelf meekijken. De cystoscopie kan met een starre buis of een flexibele slang gedaan worden.
Het onderzoek is niet pijnlijk, maar kan wel als onaangenaam ervaren worden. U kunt dit verminderen, door u zo goed mogelijk te ontspannen en de aanwijzingen van de uroloog op te volgen. Omdat er tijdens het onderzoek steriele vloeistof in de blaas gebracht wordt, kunt u aandrang tot plassen krijgen.
Wat houdt een echografie van de blaas in? Bij dit onderzoek bepaalt de onder-zoeker de mogelijke hoeveelheid urine die na het plassen in de blaas achterblijft. Dit gebeurt met een apparaatje op de huid, dat geluidsgolven uitzendt en opvangt. Deze geluidsgolven hebben zo' n hoge frequentie, dat u ze niet kunt horen.
Bij zichtbaar bloed in de urine is het verstandig om zonder uitstel naar de huisarts te gaan. Indien nodig zal hij u doorverwijzen naar het ziekenhuis, ook gedurende de coronaperiode. Bloed in de urine, zichtbaar of onzichtbaar, wordt hematurie genoemd.
De belangrijkste oorzaak van bloed in de urine is een ontsteking van de urinewegen. Het kan ook een symptoom zijn van nierstenen, nier- en prostaatziekten en bloedstollingsstoornissen, of na een ongeval wijzen op een nier- of blaasletsel.
De uroloog doet lichamelijk onderzoek, zet een echo apparaatje op uw buik, om de blaas op te meten en kijkt met een dun kijkertje via de plasbuis in uw blaas. Hierna volgt het eindgesprek. De informatie in deze folder is belangrijk voor u.
Bij vrouwen wordt de schede schoongemaakt met water en brengen we de verdovende gel aan op de cystoscoop. Deze gel kan een kortdurend, branderig gevoel geven en werkt ook als glijmiddel. De uroloog of specialistisch assistente brengt de cystoscoop via de plasbuis in de urineblaas.
Een cystoscopie is een onderzoek waarbij met een dun instrument in de plasbuis en de blaas gekeken kan worden. Er kan eventueel ook een kleine ingreep gedaan worden. Bij volwassenen kan dit op de polikliniek, maar bij kinderen gebeurt dit altijd onder narcose. Een (dag-)opname is dan noodzakelijk.
Wanneer krijgt u een blaasonderzoek? U krijgt een blaasonderzoek als u blaasklachten heeft of klachten heeft bij het plassen. Ook wordt een blaasonderzoek verricht als er bloed in de urine zit of als u gecontroleerd wordt na het verwijderen van een blaastumor.
Om goed zicht te houden, laat de arts voortdurend water in uw blaas lopen. Hierdoor kunt u op een gegeven moment aandrang voelen om te plassen.
Het weghalen van een blaaspoliep gaat via de plasbuis. U krijgt hiervoor een ruggenprik (plaatselijke verdoving) of een algehele verdoving (narcose). U blijft 2 tot 3 dagen in het ziekenhuis. Voordat u wordt opgenomen heeft u een afspraak voor een aantal onderzoeken op het preoperatief spreekuur.
Bloed in de urine, zichtbaar of onzichtbaar, wordt hematurie genoemd. Bloed in de urine kan een teken zijn van een aandoening die een (milde) bloeding veroorzaakt in de urinewegen (de nieren, de urineleiders, de blaas, de plasbuis, of bij mannen; de prostaat).
Het eerste uur tot enkele dagen na de cystoscopie kan een branderig gevoel bij het plassen en een versterkte plasdrang optreden. Ook kan er wat bloed in de urine zitten. Hier hoef je je geen zorgen over te maken.
Met een CT scan van de urinewegen kunnen de radioloog en de uroloog de nieren, urineleider en blaas goed beoordelen. Zij kunnen bijvoorbeeld zien of er een tumor, een steen of een aangeboren of verworden afwijking is van en in de nier, urineleider en/of blaas.
Urologie omvat alle problemen aan de urinewegen en de mannelijke geslachtsorganen. Urologen onderzoeken en behandelen aandoeningen van nieren, urineleiders, blaas, plasbuis, prostaat, penis en het scrotum.
Normaal gesproken plassen we per 24 uur ongeveer zes á zeven keer, waarvan soms één keer 's nachts. Als u vaker moet plassen – misschien wel ieder uur- dan spreken we van een overactieve blaas.
Van de meting merkt u niets en u heeft voldoende privacy. Om dit onderzoek te kunnen doen, komt u naar de polikliniek met een volle blaas. U kunt hiervoor het beste minimaal 4 glazen water of thee drinken in de 2 uur voor het onderzoek. Heeft u meerdere onderzoeken op de polikliniek?
De helft is weg na een week. Van een glas water dat je nu drinkt, zal de helft over iets meer dan een week je lichaam verlaten hebben. Van de helft die overblijft, zal na nog een week weer de helft verdwenen zijn.