"Het idee dat Jezus de zoon van God is, is in strijd met de islam. Zijn geboorte dus ook", vertelt arabist Leo Kwarten. "Veel moslims vieren daarom geen Kerst." Harde cijfers zijn er niet, maar hij schat dat 30 tot 40 procent van de moslims toch iets doet: in de vorm van feestelijke verlichting of een boom.
,,Niet alle moslims zullen behoefte hebben om iets aan kerst te doen, maar het is een misvatting dat de kerstboom een religieus symbool is. Hij staat voor gezelligheid, en het is een teken van integratie als moslims hem in de huiskamer hebben staan.'' Volgens Odaci kan de islam prima uit de voeten met het kerstfeest.
In de moskee wordt een speciale gebedsdienst gehouden, waarna iedereen elkaar een gelukkig nieuwjaar toewenst. Op deze dag gedenken de moslims tevens het vertrek van de profeet Mohammed uit Mekka. Op Asjoera, de tiende dag van de eerste maand van het islamitisch jaar, wordt pas echt nieuwjaar gevierd.
Christenen in Mauritanië hebben eind december ook geen reden voor een feest. In het land zijn weliswaar enkele kerken te vinden, maar deze zijn alleen toegankelijk voor buitenlanders. Mauritaniërs zelf mogen zich niet bekeren tot een ander geloof dan de islam, anders wacht hen de doodstraf.
Christenen herdenken dat Jezus, de zoon van God, op de wereld kwam. Protestanten en rooms-katholieken vieren Kerstmis op 25 december. Deze datum is gekozen door de Romeinse keizer Constantijn, omdat dit samenviel met het Romeinse zonnefeest. Orthodoxe christenen vieren de geboorte van Jezus op 7 januari.
Turken kopen niet alleen kerstbomen, maar eten ook kalkoen. Het verschil met het Westen is dat dit allemaal niet met kerst gebeurt, maar met oud en nieuw. Veel Turken weten niet dat de dag waarop kerst wordt gevierd een andere is dan de laatste dag van het jaar.
Nederland telt zo'n 30.000 Jehovah's Getuigen die geloven dat alleen zij het ware geloof verkondigen. Ze stemmen niet, vieren geen Kerstmis of verjaardagen, weigeren dienstplicht en bloedtransfusies.
Het Christendom en het kerstfeest
De Christelijke kerken, en vooral de Rooms-katholieke Kerk, hebben de kerstboom lange tijd geweerd. De kerstboom heeft met de inhoud van het christelijke kerstfeest namelijk helemaal niets te maken.
Waarom vieren ze onder andere geen verjaardagen? Jehovah's Getuigen vieren geen verjaardagen, omdat ze denken dat God zulke vieringen afkeurt. De Bijbel verbiedt het vieren van een verjaardag niet expliciet, maar Jehovah's Getuigen denken dat er aanwijzingen instaan die daar wel op wijzen.
Hij stelde: “God kent geen Sint Nicolaas.” In de Nederlanden kregen de orthodoxen in de 16de eeuw de macht en gaven ze in de lijn van hun Luther aan dat het volksgeloof in Nicolaas not done was.
Die gaan over de geloofsbelijdenis (zeggen dat je gelooft in Allah als enige God), het bidden, vasten, geld geven aan de armen en de bedevaart naar Mekka. Niet alle moslims houden zich evenveel met al deze vijf zuilen bezig. Sommigen volgen de regels heel streng, anderen wat minder.
Officieel heeft de islam maar twee feestdagen: het Offerfeest en het Suikerfeest. Daarnaast kent de islam verschillende dagen of periodes waarin belangrijke gebeurtenissen in de islamitische geschiedenis herdacht worden.
De islam kent veel vieringen, maar slechts twee feesten: het Suikerfeest (Eid al-Fitr) en het Offerfeest (Eid al-Adha). De overige islamtische vieringen zijn religieuze hoogtijdagen met een serieuze ondertoon. De data van deze feesten en vieringen worden berekend volgens een maankalender: de Hijri-kalender.
"Het idee dat Jezus de zoon van God is, is in strijd met de islam. Zijn geboorte dus ook", vertelt arabist Leo Kwarten. "Veel moslims vieren daarom geen Kerst." Harde cijfers zijn er niet, maar hij schat dat 30 tot 40 procent van de moslims toch iets doet: in de vorm van feestelijke verlichting of een boom.
Christendom en de kerstboom
De katholieken vonden dat de kerstboom niet bij het kerstfeest hoorde. Het kerstfeest diende sober te zijn en een frivool versierde boom leidt alleen maar af van waar het kerstfeest over gaat: de geboorte van Jezus.
De bomen werden gebruikt als versiering bij toneelstukken en andere evenementen rond die periode. Het versieren van de boom deed dienst als een symbool van schoonheid en hoop in de koude wintermaanden. Later werden ook christelijke elementen belangrijk in het versieren van de boom.
Jehovah's getuigen mogen geen bloed, maar eten vaak wel vlees. Op www.vlees.nl staat "Bij het slachten bloeden de dieren uit. Hierdoor verdwijnt het grootste deel van het bloed. Een gedeelte van het bloed blijft echter achter in de weefsels en komt daar - ook bij het bakken en braden - niet meer uit.
Jehovah's Getuigen beschouwen zichzelf als christenen; ze geloven in het bestaan van Jezus Christus en volgen na wat hij volgens de Bijbel onderwees. Sommige andere christelijke stromingen denken hier anders over, omdat leerstellingen van Jehovah's Getuigen soms ver afwijken van het 'mainstream' christendom.
Ouders die Jehovah's Getuigen zijn, vinden dat ook hun kind Jehovah's Getuige is en verbieden artsen meestal een bloedtransfusie toe te passen. Zij beroepen zich daarbij op hun geloofsovertuiging en op de ouderlijke macht die zij over het kind hebben.
Germaanse herkomst
De kerstboom is vermoedelijk ontstaan uit Germaanse tradities. Maar ook van de Romeinen is bekend dat ze hun huis versierden met groene takken en verlichting. Bij de Romeinen en Germanen stonden groene bomen en takken symbool voor vruchtbaarheid en goddelijkheid.
Het licht in onze kerstbomen symboliseert de zon, de 'wedergeboorte' of de 'terugkeer' van de zon na de zonnewende. Licht staat ook voor nieuwe leven, in het Christelijke geloof uitgedrukt in de geboorte van Jezus.
Volgens de christelijke tradities brengt het ONGELUK als je je kerstboom langer laat staan dan DRIEKONINGEN.
In de Bijbel noemt God zichzelf 'Ik ben die ik ben'. De Hebreeuwse lettercombinatie daarvoor is JHVH of JHWH, wat met klinkers ertussen 'Jehova' is.
Jezus. In de vroegste christelijke kunst wordt God zelf meestal niet afgebeeld. In Mozes' Tien Geboden staat immers: 'Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is'. Door kunstenaars in de eerste eeuwen na Christus werd God daarom vrijwel nooit direct getoond.