Wanneer er een onveilige situatie is voor jezelf, ga dan niet blussen maar bel de brandweer. Bij elke brand ontstaat rookontwikkeling. Deze rook zal zich sneller verspreiden dan dat het vuur zich zal uitbreiden. Het inademen van rook is waarschijnlijk wel het grootste gevaar van brand.
Neem een brandblusser mee. Nadat de BHV'ers zijn aangekomen bij de deur waarachter de brand bevindt, start je de deurprocedure. Blijf communiceren met de overige BHV'ers via een portofoon. Neem een beslissing; brand zelf blussen of ontruimen en brandweer alarmeren.
Alarmeren altijd op eerste plaats
De volgorde is belangrijk, het alarmeren en het voorkomen en beperken van persoonlijk letsel zijn de kerntaken die de bhv'er altijd als eerste zal uitvoeren. Hij moet er dan ook voor zorgen dat hij in staat is om dit te doen.
Brandgangen in bossen hebben effect doordat de brandbare stof scheid. Zuurstof kan verwijderd worden door de brand te smoren.Dit kan met een waterachtige filmlaag, of met een inert(niet reactief) gas. Ook de koolzuurblusser werkt door het verdringen van de zuurstof en niet door afkoeling.
Waar rook is, is geen BHV'er - de gevaren van brand. Maak de volgende zin af: waar rook is … Goede kans dat je 'is vuur' op de puntjes invulde. Rekenen wij niet fout, maar ons motto is 'Waar rook is, is geen BHV'er'.
Als er een kleine brand is uitgebroken waarvan de oorzaak te achterhalen is, dan mag u de brand zelf blussen. Is de brand groot en breidt deze zich snel uit, dan kunt u het beter aan de brandweer overlaten en zo snel mogelijk het pand verlaten. Uw eigen veiligheid is in dit geval het belangrijkste.
Benader de brand altijd achter een sproeistraal, zodat u door een scherm van water wordt beschermd tegen de warmte. Blijf laag, zo zorgt u dat u tijdens het blussen geen rook binnenkrijgt.
Brandklasse F vet en olie branden zijn die in de meeste gevallen frituur of bakolie branden deze moeten dan ook geblust worden met een vet brandblusser. Houd hierbij altijd voldoende afstand. In deze brandklasse mag u nooit met water blussen. Een brandklasse f brand met water blussen is zeer gevaarlijk.
Regel 1: Let op gevaar
De basisregel in de Eerste Hulp, maar ook voor professionele hulpverleners is het veilig kunnen hulpverlenen. Dat betekent dat je, voordat je ook maar iets doet, eerst goed kijkt of de situatie veilig is voor jouzelf en voor het slachtoffer.
Gesloten deuren zorgen ervoor dat de giftige rook – de grootste bedreiging bij brand – nog enige tijd buiten de leefruimte blijft.
De volgorde van ontruimen is: 1. de verdieping waarop brand is; 2. de verdieping boven de brand; 3. de verdieping onder de brand. Stap 3 Alles ontruimen vindt plaats in opdracht van de brandweer, de coördinator of de leiding.
Als de BHV wordt gealarmeerd om te gaan ontruimen handelt hij volgens de inzetprocedure voor een ontruiming. De BHV'er handelt eerst als werknemer: hij stelt zijn eigen werkplek veilig. De wijze waarop de BHV'er start met ontruimen, verschilt per bedrijf en de gemaakte afspraken.
Bel de hulpdiensten: 100 of 112
Hoe nauwkeuriger uw aanwijzingen, hoe beter de hulpdiensten u kunnen helpen. Vermeld dus zo duidelijk mogelijk: wie er belt. wat er aan de hand is: in welk lokaal en/of op welke verdieping het brandt, het vermoedelijke aantal slachtoffers en hun toestand, de kans op ontploffingsgevaar …
Toch is het in sommige gevallen absoluut niet verstandig om water te gebruiken. Bij brandende olie of vet (vlam in de pan) doof je de vlammen door de deksel op de pan te schuiven. Bij brand veroorzaakt door een elektrisch apparaat, is het beter om een brandblusser te gebruiken.
De belangrijkste risico's op een rijtje: Hitte. Rook. Explosiegevaar.
Kleur bij rook; de kleur bij giftige rook is in de meeste gevallen geel of bruin. Wanneer er geen sprake is van rook afkomstig van een brand, is de kleur geregeld wit of transparant; Geur; veel gevaarlijke stoffen zijn niet waarneembaar door het te ruiken.
Een vloeistofbrand, gasbrand of vetbrand kun je niet blussen met water. Hetzelfde geldt voor elektrabranden.
De 5 fasen van BHV zijn: Alarmeren, Verkennen, Inzet, Nabespreken en Nazorg.