Maar tegelijkertijd moesten kinderen al op jonge leeftijd helpen met klusjes. Denk aan het hoeden en het verzorgen van het vee, meehelpen met koken, oppassen op kleine kindjes, eten en grondstoffen verzamelen uit de natuur, het maken van vezels en draden door twijnen of spinnen, en ga zo maar door.
De vrouwen droegen een tuniek of blouse met korte mouwen, een knielange rok gemaakt van koorden of wol of een lange rok. Op het hoofd droeg de vrouw een haarnetje gemaakt van sprang. Aan de voeten droegen de vrouwen sokken en schoenen. Schoenen zijn gemaakt van hertenhuid (de haren aan de binnenkant) of leer.
In de prehistorie woonden mensen in zelfgemaakte hutjes of in grotten. Mannen jaagden op bijvoorbeeld mammoeten en rendieren voor vlees. En vrouwen verzamelden bessen, vruchten, noten, knollen, wortels en bladgroenten die je kon eten. Daarom noem je de mensen die toen leefden jager-verzamelaars.
Vrouwen verzamelden niet alleen noten, bessen en ander plantaardig voedsel, ze maakten ook kleding, manden en andere gebruiksvoorwerpen. Daarnaast deden ze mee aan de jacht op kleine dieren en aan de visvangst. 'Natuurlijk waren er ook toen biologische verschillen.
Een jager-verzamelaar is een mens die zich in leven houdt door middel van de jacht en/of het verzamelen van eetbare dingen zoals bessen en dieren. Het jagen en verzamelen als overlevingsmethode is sinds de neolithische revolutie zo goed als overal vervangen door landbouw.
De oermens leefde in groepen. Voor overleving waren zij afhankelijk van elkaar. Samen jagen, verzamelen en dansen behoorde tot de dagelijkse activiteiten.
Ze leefden van de jacht en verzamelden voedsel in de bossen. Ze hadden geen vaste woonplaats, maar trokken achter de kuddes rendieren aan.
De slimme oermensen
Nog ver voor de Grieken en Romeinen was er de oertijd. Vaak zie je op de televisie oermensen met gele luipaardhuiden lopen en hebben ze een knuppel vast. Ook wordt vaak gezegd dat ze in grotten leefden en vaak zien ze er een beetje dom uit.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde.
Men gebruikte er linnen, wol en leer voor, natuurlijke materialen die in de loop der tijd gemakkelijk vergingen en geen sporen achterlieten. Zij spinden zelf het garen en weefden de stoffen waarvan zij hun kleding maakten. Ook werd vilt gemaakt bijvoorbeeld voor hoeden en winterkleding.
Kleding wordt over het algemeen gemaakt van textiel, maar ook wel van andere materialen. De volgende textielsoorten worden voor kleding gebruikt: geweven doek, bijvoorbeeld van katoen, linnen, wol, hennep- of bamboevezel.
Tijd van jagers en boeren
Kenmerkend voor dit tijdvak: de levenswijze van jagers-verzamelaars; het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen; het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
Elders in Nederland lag de gemiddelde sterfteleeftijd namelijk vier tot acht jaar hoger. De onderzochte mannen uit de zeventiende en achttiende eeuw werden gemiddeld iets ouder, namelijk 43 jaar, al stierf het merendeel van deze mannen ook in deze periode vóór het 29ste levensjaar.
De prehistorie
Over de precieze afbakening en het definiëren van deze periode bestaat behoorlijk wat discussie. Wij gaan zeggen dat hij eindigt in 3500 v. Chr. In ruimere zin wordt de term gebruikt voor de geschiedenis die héél erg lang geleden is, alhoewel dat een vaag begrip is.
levensverwachting in observatiejaren
Mannen werden in de jaren 1827–1828 gemiddeld 36,6 jaar, vrouwen 39,5 jaar; in 1840–1851 respectievelijk 36,1 en 38,5 jaar.
Onderzoek laat zien dat de oermens een alleseter was en in die tijd moest eten wat voorhanden was; fruit, vis, vlees en noten. Maar het voedsel waarop al onze voorouders konden terugvallen waren knollen en wortels, die net als granen, veel zetmeel bevatten en daarmee energie leveren.
Wetenschappers noemen die oermensen Australopitheci: 'zuidapen'. En nog veel eerder, zo'n zeven miljoen jaar geleden, leefden er oerapen waar zowel de moderne mens als de chimpansees van afstammen.
Wetenschappers zijn er vrijwel zeker van dat die menselijke eigenschap zich veel later ontwikkelde. Hoogstwaarschijnlijk is wel dat de oermens communiceerde met stemgeluiden, net zoals andere primaten, alleen dan óók met de hoge tonen die een uiteindelijke ontwikkeling van taal mogelijk hebben gemaakt.
Wetenschappers hebben in gesteenten die 640 miljoen jaar oud zijn sporen van zeesponzen ontdekt. En dat betekent dat ze wel eens de eerste dieren op aarde kunnen zijn geweest.
Wetenschappers denken dat de kwal minstens 45 meter is. Daarmee is de kwal het langste dier op aarde. Buiskwallen bestaan uit meerdere deeltjes die in een soort lange slang met elkaar verbonden zijn.
De reuzenschildpad Jonathan, met 186 jaar waarschijnlijk het oudste nog levende dier ter wereld, leeft al 26 jaar samen met zijn partner Frederica op Sint-Helena, een klein eilandje in de Atlantische oceaan.
Ongeveer 7000 jaar geleden kregen we de eerste boeren in ons land. Ze woonden op een vaste plaats en verbouwden gewassen op hun akkers. Voor die tijd trokken de mensen van plaats naar plaats en leefden van jagen en verzamelen.