PAP 3a: er zijn cellen met een matig ernstige afwijking gevonden. U wordt doorverwezen naar de gynaecoloog voor extra onderzoek. Meestal is er geen of een eenvoudige behandeling nodig. PAP 3b: de cellen wijken net iets meer af dan bij een PAP 3a.
De angst voor baarmoederhalskanker is invoelbaar, maar bijna altijd onnodig. Niet zelden is een afwijkend uitstrijkje loos alarm. Zo wordt bij meer dan de helft van de vrouwen met eenmaal Pap 3a zelfs geen voorstadium van baarmoederhalskanker gevonden, laat staan baarmoederhalskanker.
Pap 4: Er zijn ernstiger afwijkende cellen te zien. Er is onderzoek nodig en bijna altijd is er een behandeling nodig. Pap 5: Deze score geeft aan dat er zeer afwijkende cellen zijn en dat er op korte termijn onderzoek en behandeling nodig is. Er kan sprake zijn van baarmoederhalskanker.
PAP 2 HPV positief
In het uitstrijkje zijn enkele cellen aan- wezig die er iets anders uitzien dan normaal. Duidelijk afwijkend zijn ze niet. In het uitstrijkje is het HPV-virus gevonden. Vanwege het HPV-virus krijgt u een doorverwijzing naar de gynaecoloog voor verder onderzoek.
PAP 3a: er zijn cellen met een matig ernstige afwijking gevonden. U wordt doorverwezen naar de gynaecoloog voor extra onderzoek. Meestal is er geen of een eenvoudige behandeling nodig.
Pap 3a: er worden licht afwijkende cellen gevonden; men spreekt soms ook van lichte of matige dysplasie. Het advies is dan herhaling door de huisarts of verder onderzoek door de gynaecoloog. In dat laatste geval blijken bij de helft van de vrouwen de afwijkingen zo gering te zijn dat geen behandeling nodig is.
PAP3b is geen diagnose, geen ziekte. het is een uitslag van een onderzoek. En met deze uitslag is er een (redelijk grote) kans op een voorloperstadium van baarmoederhalskanker. Dat is heel goed te genezen en meestal is er maar en heel beperkte behandeling nodig (een lisexcisie).
Bij een uitslag vanaf Pap 3b wordt de kans groter dat de gynaecoloog bij onderzoek een voorstadium van baarmoederhalskanker vindt. Maar de kans op kanker is nog steeds klein. Het wil alleen zeggen dat je er op tijd bij bent. Een voorstadium is goed en makkelijk te behandelen.
HPV komt veel voor. De persoon met wie je samen bent kan het virus dus bij zich dragen zonder dit zelf te weten. En dan kan jij ook besmet raken. Ook als je 1 seksuele partner in je hele leven hebt, kan je het van die partner krijgen.
HPV krijg je door seksueel contact met iemand die HPV heeft. Ook door het aanraken van de penis of vagina en door orale seks kun je HPV krijgen. HPV is heel besmettelijk en geeft meestal geen klachten, daarom kan iemand met HPV zonder dat de persoon het weet iemand anders gemakkelijk besmetten.
Je kunt HPV niet helemaal voorkomen. Maar je kunt jezelf wel beschermen door je te laten inenten. Je bent dan alleen beschermd tegen soorten HPV waar je kanker van kunt krijgen. De kans dat je die soort HPV krijgt is door de vaccinatie veel kleiner.
Naar schatting tussen 70 en 80% van de seksueel actieve bevolking krijgt ooit een HPV-infectie. Dit omdat HPV heel gemakkelijk wordt doorgegeven. Je hoeft er zelfs geen seks (in de vorm van penetratie) voor te hebben. Vanaf je eerste partner heb je kans om besmet te raken met het virus.
Krijgt u de uitslag dat er HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) is gevonden in de zelfafnameset, dan krijgt u het advies om een uitstrijkje te laten maken bij de huisartspraktijk. Bij dit uitstrijkje geldt het nieuwe verwijsschema.
In het algemeen geneest een HPV-infectie zonder behandeling. Van nieuwe infecties was 20% na 3 maanden spontaan genezen en 90% na 2 jaar (Boeke 1999, Zielinski 1999).
Een PAP 5, betekent een uitstrijkje verdacht voor baarmoederhalskanker. De tussenliggende PAP uitslagen betekent over het algemeen, dat er afwijkende cellen zijn gevonden. De uitstrijk moet dan soms over een half jaar worden herhaald of er moet verder onderzoek plaatsvinden door een gynaecoloog.
Behandeling met een crème bij onrustige cellen door HPV
U kunt een crème met imiquimod krijgen. Deze crème maakt de afweer van uw huid sterker. Hierdoor verdwijnen de onrustige cellen. De arts vertelt u hoe lang u de crème kunt gebruiken.
Bij baarmoederhalskanker met uitzaaiingen naar de longen, lever of botten wordt u meestal niet meer beter. U kunt wel een behandeling krijgen om uw klachten minder erg te maken of langer te leven. Bijvoorbeeld bestraling of chemotherapie. U beslist samen met de gynaecoloog welke behandeling u wilt.
Ja, HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) wordt via seks overgedragen. Het virus is erg besmettelijk: van iedere 100 seksueel actieve mannen en vrouwen worden er 80 besmet met het virus. Dit betekent dat 80 procent van deze mannen en vrouwen een keer besmet wordt met HPV.
Een HPV-infectie die niet weggaat, kan soms baarmoederhalskanker veroorzaken. Baarmoederhalskanker zelf is niet besmettelijk, het virus dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken, is dat wel. Baarmoederhalskanker ontwikkelt zich heel langzaam. De kanker heeft namelijk een aantal voorstadia of voorlopers.
PAP 2 HPV positief In het uitstrijkje zijn enkele cellen aanwezig die er iets anders uitzien dan normaal. Duidelijk afwijkend zijn ze niet. In het uitstrijkje is het HPV virus gevonden. Vanwege het HPV virus krijgt u een doorverwijzing naar de gynaecoloog voor verder onderzoek.
Zowel endogene als via de voeding verkregen antioxidanten hebben hier invloed op. Bij vrouwen is een gezond voedingspatroon, op basis van voedingsstoffen met antioxiderende eigenschappen zoals fruit en groenten, in eerder onderzoek al geassocieerd met een lager risico op HPV-infectie en baarmoederhalskanker.
Het wordt overgedragen via seksueel contact. Als man merk je niets van een besmetting met HPV. Er bestaan verschillende typen van het virus die o.a. kanker of genitale wratten veroorzaken. Er zijn veertien hoog-risicovarianten van HPV die kanker kunnen veroorzaken.
Door seks kan het HPV in de vagina en baarmoederhals komen. Het virus kan dan in de cellen van het slijmvlies van de baarmoederhals gaan zitten. Bij de meeste vrouwen ruimt het afweersysteem HPV op. Als het afweersysteem HPV niet opruimt, kunnen er afwijkende cellen ontstaan.
Bij een vermoeden van baarmoederhalskanker krijg je eerst een lichamelijk onderzoek van de huisarts. Daarbij hoort ook een inwendig onderzoek met uitstrijkje. Bevat het uitstrijkje afwijkende cellen of denkt je huisarts dat je misschien baarmoederhalskanker hebt, dan verwijst hij je naar een gynaecoloog.