Vóór het verhoor moet betrokkene erop gewezen worden dat hij dit zwijgrecht heeft. Dit is de zogenaamde cautie. Dit zwijgrecht moet overigens heel letterlijk worden opgevat: betrokkene heeft het recht om te zwijgen, maar niet om leugens te vertellen.
Wat is een cautie? Mededeling aan de verdachte dat hij het recht heeft om te zwijgen.
Belang van de cautie
Zonder deze waarschuwing zou een verdachte mogelijk onbewust verklaringen afleggen die tegen hem kunnen worden gebruikt in een strafrechtelijke procedure. Het niet geven van de cautie kan leiden tot de uitsluiting van verklaringen die tijdens het verhoor zijn afgelegd.
In art. 29, lid 2 Sv is de cautieplicht vastgelegd. Deze verplichting behelst dat de verhorend ambtenaar de verdachte bij aanvang van het verhoor moet mededelen dat die niet verplicht is op vragen te antwoorden. In lid 3 is vastgelegd dat de cautie in het proces-verbaal van het verhoor wordt opgenomen.
Het betalen van een bedrag om de in beslag genomen auto op te heffen om in vrijheid stelling van de bestuurder te verkrijgen.
In Nederland heeft elke verdachte het recht te zwijgen op vragen van de politie, het OM of een rechter, tijdens verhoor (art. 29 Wetboek van Strafvordering) of het onderzoek ter terechtzitting (art. 273 lid 2 Wetboek van Strafvordering).
Het nemo tenetur-beginsel niemand mag worden gedwongen aan zijn eigen veroordeling mee te werken is een belangrijk strafprocesrechtelijk beginsel. Het ligt ten grondslag aan Nederlandse strafvorderlijke bepalingen zoals het zwijgrecht van art. 29 Sv.
7 Onze Minister van Justitie kan bepalen, dat de in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering bedoelde buitengewone opsporingsambtenaren, voor zover door hem hetzij in persoon hetzij per categorie of eenheid aangewezen, de bevoegdheden omschreven in het eerste en derde lid kunnen uitoefenen.
In artikel 10 van de Grondwet is opgenomen dat iedereen recht heeft op eerbiediging van zijn of haar persoonlijke levenssfeer. Dit betekent dat iemands persoonlijke vrijheid niet wordt gehinderd en/of beïnvloed door externe factoren, en dat iemand zelf kan bepalen wie welke informatie over hem of haar verkrijgt.
U heeft het recht om te weten van welk strafbaar feit u wordt verdacht. U hoeft de vragen niet te beantwoorden (zwijgrecht).
Wanneer je buiten heterdaad bent aangehouden, betekent dit dat je niet op het moment van het plegen van een strafbaar feit bent aangehouden, maar op een later tijdstip. Dit kan gebeuren wanneer er voldoende bewijs is verzameld dat jij betrokken bent bij een strafbaar feit.
Artikel 27a
1 De verdachte wordt ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit gevraagd naar zijn naam, voornamen, geboorteplaats en geboortedatum, het adres waarop hij in de basisregistratie personen is ingeschreven en het adres van zijn feitelijke verblijfplaats.
Als u door de politie wordt aangehouden, wordt aan u verteld waarvan u wordt verdacht en u gewezen op uw rechten. Aan u wordt medegedeeld dat u niet tot antwoorden verplicht bent. Dit is de cautie. Er wordt een folder met uw rechten uitgereikt en u mag contact opnemen met een advocaat.
De cautie is een wettelijke waarschuwing die door de politie moet worden gegeven aan een verdachte voordat er vragen worden gesteld over het strafbare feit waarvan hij of zij wordt verdacht. De cautie is bedoeld om de verdachte te informeren over zijn of haar recht om te zwijgen.
Het verbod op zelfincriminatie (lees het verbod verplicht te worden zichzelf te beschuldigen) houdt in dat niemand ertoe kan worden gedwongen tegen zichzelf te getuigen of een bekentenis afte leggen. Het beginsel ligt vervat in de kern van het recht op een eerlijk proces zoals omschreven in art. 6 van het EVRM.
als je gegevens zonder expliciete toestemming verkregen zijn;als je gegevens verkregen zijn toen je nog minderjarig was;als het wettelijk verplicht is – bijvoorbeeld na een klacht.
Waarom mag de rechter dat niet? De rechter mag dat niet omdat de Eerste en Tweede Kamer en de regering de wetten hebben gemaakt. Alleen de regering en de Eerste en Tweede Kamer mogen iets te zeggen hebben over de regels die voor iedereen gelden.
Niemand kan de doodstraf krijgen. Niemand kan de doodstraf krijgen. Hoe erg de misdaad ook is, een Nederlandse rechter kan niemand ter dood veroordelen. Ook niet in een bijzondere situatie.
Artikel 3 Politiewet 2012 beschrijft de wettelijke politietaak. Dit artikel luidt: 'De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.
Wettelijke definitie. Artikel 141 Sr luidt als volgt: "1. Hij die openlijk in vereniging geweld pleegt tegen personen of goederen, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of geldboete van de vierde categorie.
De politie mag wel binnen zonder jouw toestemming en zonder huiszoekingsbevel van het parket bij:Betrapping op heterdaad: als iemand op dat moment iets strafbaars doet in jouw huis. Brand.
De grondslag voor de eis van beschikkingsbevoegdheid is de zogeheten 'nemo plus'-regel, ofwel het aloude beginsel dat niemand meer rechten kan overdragen dan hij zelf heeft.
Staat in de wet dat iets niet mag en je doet het toch, dan mag de rechter je straffen.Ten tweede mag de rechter je alleen straffen voor iets dat in de wet staat. Anders gezegd, de rechter mag niet zelf bedenken wat strafbaar is.
Een typische cautie in Nederland is "U hoeft niet te antwoorden, maar..." of "U bent niet tot antwoorden verplicht, maar..." (steeds gevolgd door de eerste vraag van de opsporingsambtenaar).