Kapoen betekent 'gecastreerde haan' en 'deugniet'; het woord is ontleend aan het Noord-Franse capon, dat ook beide betekenissen kent. Volgens Henk van Benthem, die in 1991 het boekje Sint-Nicolaasliederen schreef, verwijst kapoentje in het sinterklaaslied naar die tweede betekenis: 'deugniet'.
Een kapoen is een jonge haan, gecastreerd op de leeftijd van twee maanden en gevoed met volle melk en maïs. Hij is panklaar vanaf 6 maand (8 maand voor de hanen met een Bresse-label). Een kapoen wordt ongeveer dubbel zo groot als een niet gecastreerde haan.
Aangezien een kapoen een vrij dure vleessoort was en een kalkoen op zeer gelijkaardige wijze kan worden bereid, is in de loop van de 20ste eeuw de gewoonte ontstaan op Kerstavond of Kerstdag kalkoen te eten.
Bijvoorbeeld kapoentje - een woord dat we vooral kennen uit het sinterklaasliedje 'Sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn schoentje'. Het gaat hier om een en hetzelfde woord. Kapoen betekent 'gecastreerde haan' en 'deugniet'; het woord is ontleend aan het Noord-Franse capon, dat ook beide betekenissen kent.
Een gecastreerde haan heet een kapoen en wordt ongeveer twee keer zo groot als een ongecastreerde haan. Het vet van de haan verspreidt zich na de castratie namelijk over de spieren. Dat maakt het vlees zacht en heel smakelijk.
Mannelijke ezels heten ezelhengsten. Vrouwelijke ezels ezelinnen. Jongen van ezels heten ezelsveulens. Een kruising tussen ezelhengst en paardenmerrie wordt muildier genoemd, die tussen ezelin en paardenhengst heet een muilezel.
Kapoen = 'schurk', 'deugniet'
Het betekende 'vreemde gast', 'schurk', 'bandiet'. In de loop van de tijd is de spotnaam steeds verder afgezwakt. In Vlaanderen worden kapoen en de verkleinvorm kapoentje tegenwoordig vooral gebruikt als liefkozende aanduidingen voor kinderen, in de betekenis 'deugniet'.
Betekenis en definitie
Lanterfanten betekent in feite niets doen, niksen, lummelen. Het lijkt wel alsof je je tijd verdoet.
Een verbastering van "goet-hylik man" (= "goed-huwelijks man"), een titel die Sint verdiende door te zorgen voor de bruidsschat van een paar arme meis... 2) Goedheiligman is een bijnaam van Sinterklaas. Andere bijnamen zijn ook wel Sint Nicolaas of kortweg Sint.
Ezels zijn juist slim. Als ze gevaar zien, stoppen ze, terwijl een paard op zo'n moment makkelijk in paniek raakt en wegrent. Daarom worden ezels ook veel in de bergen gebruikt op van die smalle paadjes. En natuurlijk omdat ze sterk zijn en veel kunnen dragen.
De naam lieveheersbeestje is een herinnering aan de tijd dat de Germanen in Europa gekerstend werden. De bestaande Germaanse naam voor het kevertje, Freyafugle, vogel van de godin Freya, werd verchristelijkt tot onzelievevrouwebeestje of (onze)lieveheersbeestje.
Rood is een van de liturgische kleuren die allemaal hun eigen betekenis hebben. Rood wordt in de kerk gedragen op feestdagen van de Heilige Geest, bijvoorbeeld Pinksteren, op Palmzondag en Goede Vrijdag en op feestdagen van martelaren (bloed). Waarom Sinterklaas rood draagt, is niet helemaal duidelijk.
Een bisschop is het hoofd van de katholieke priesters in een bepaald gebied. Sinterklaas was de bisschop van het Turkse stadje Myra. Daarom draagt Sinterklaas ook de kleding van een bisschop. De mijter hoort daarbij.
De protestanten vonden die 'heiligenverering' maar niets, en drongen aan op een verbod van het religieuze feest. En zo veranderde het feest - zoals een traditie zich betaamt - van een religieuze viering naar een volksfeest. Sint-Nicolaas werd Sinterklaas en de nadruk kwam te liggen op zijn vrijgevigheid.
Nee, doerak is een leenwoord uit het Russisch; doerak (дурак) betekent in die taal 'domkop, dwaas'. In het Nederlands betekende doerak in eerste instantie 'gemeen, laaghartig mens', maar later ontstond de afgezwakte of zelfs enigszins liefkozende betekenis 'ondeugd, deugniet, bengel'.
Een bengel is een kwajongen die kattekwaad uithaalt. Het is een vriendelijk scheldwoord, heel wat vriendelijker dan zijn collega: vlegel, waarmee het overigens merkwaardige punten van overeenstemming heeft. Een bengel is oorspronkelijk: een knuppel. Dit blijkt nog duidelijk uit het Engelse to bang: slaan, ranselen.
In acht nemen is letten op iets, dat betracht moet worden of waarvoor zorg gedragen moet worden.
Wat is lummelen? De betekenis van lummelen is luieren, lekker niks doen.