naamw. om slechte redenen bekend staand. 1) Algemeen bekend 2) Alom bekend 3) Befaamd 4) Bekend 5) Bekend om ongunstige eigenschap 6) Minder gunstig bekend 7) Negatief woord voor beroemd 8) Notoir 9) Ongunstig b...
berucht (bn) : befaamd, bekend, beroemd, fameus, gerenommeerd, roemrijk, roemruchtig, vermaard. berucht (bn) : geducht, gevreesd, notoir, veelbesproken.
bijv. naamw. 1) Algemeen bekend 2) Bekend 3) Beroemd 4) Berucht 5) Fabelachtig 6) Fameus 7) Geacht 8) Hooggeplaatst 9) Hooggezeten 10) Legendarisch 11) Notoir 12) Prominent 13) Roemru...
dadelijk / binnenkort / gauw / straks.
De correcte vervoeging is je/jij wordt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Verhuisd is een voltooid deelwoord. In dat voltooid deelwoord komt de d terug van de verleden tijd verhuisde. Verhuist is een andere werkwoordsvorm: een persoonsvorm die in de tegenwoordige tijd staat.
Een snob is in het algemeen iemand die denkt dat hij in wezen meer is dan anderen op grond van afkomst, kennis, intellect of rijkdom. Deze superioriteit uit zich over het algemeen in een (eventueel denkbeeldige) verfijnde smaak.
de zotheid
zelfst. naamw. (v.) 1) Aperij 2) Dwaasheid 3) Dwaze daad 4) Dwaze handeling 5) Gekheid 6) Gekkigheid 7) Gekte 8) Grappenmakerij 9) Idioterie 10) Ineptie 11) Krankzinnigengesticht 12) Krankzi...
als synoniem van een ander trefwoord: verlangen (ww) : afvorderen, claimen, eisen, moeten, opeisen, vereisen, vergen, vindiceren, vorderen, vragen.
Andere woorden voor consument zijn gebruiker, klant, koper en verbruiker.
bevorderen (ww) : aanmoedigen, begunstigen, behartigen, bemoedigen, beschermen, bespoedigen, bevoordelen, bijdragen, promoten, pushen, stimuleren, toejuichen, voorthelpen, vooruithelpen. bevorderen (ww) : benoemen, promoveren.
befaamd (bn) : bekend, beroemd, fameus, gekend, gevierd, legendarisch, roemrijk, roemrucht, vermaard. berucht (bn) : befaamd, bekend, beroemd, fameus, gerenommeerd, roemrijk, roemruchtig, vermaard.
Eveneens en tevens zijn synoniemen van ook, maar het zijn vrij formele woorden. Het is aan te bevelen ze te vervangen door het neutrale woord ook.
Wat tegenstrijdig lijkt te zijn, waarvan de interne logica niet lijkt te kloppen, ongerijmd. Wanneer iets paradoxaal is, bevat het een logische constructie die in eerste instantie tegenstrijdig lijkt te zijn, maar bij nader onderzoek of reflectie toch een vorm van waarheid blijkt te bevatten.
Erasmus is een van de grootste denkers uit de geschiedenis van de Nederlanden. Hij is humanist, priester, theoloog, filosoof en schrijver. Zijn bekendste werk is Lof der zotheid. In deze satire uit hij kritiek op machthebbers in de politiek en de katholieke kerk.
De medeklinkers uit 't kofschip, dus de t, k, f, s, ch en p, helpen te bepalen of een zwak werkwoord de uitgang -te of -de krijgt in de verleden tijd. De uitgang -te wordt toegevoegd aan werkwoorden waarvan de stam (= het hele werkwoord zonder de uitgang -en) eindigt op een van die medeklinkers uit 't kofschip.
De verleden tijd van reizen is 'reisde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gereisd'.
Gebeurt wijst op iets in het heden, op iets dat aan de gang is. Het verschil tussen gebeurd en gebeurt is een verschil in tijd. Gebeurd is een voltooid deelwoord: Het is gebeurd, Het was gebeurd of Het zou gebeurd zijn. Gebeurt is de stam+t van het werkwoord: Zoiets gebeurt nu eenmaal, Wanneer gebeurt het?
Je wilt en je wil zijn allebei correct.
In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.
Zo kun je de dt-regels voor de tegenwoordige tijd onthouden met het volgende ezelsbruggetje: ik drink nooit thee, jij drinkt soms thee en hij drinkt altijd thee. In plaats van thee kun je denken aan de letter t, die je bij ik bijvoorbeeld nooit gebruikt. Je schrijft dus ik word in plaats van *ik wordt.
Als je het onderwerp van de zin is én achter de persoonsvorm staat (hier: word), komt er geen t achter de persoonsvorm. Het is ook 'Dan blijf je kampioen' en 'Dan lijk je kampioen. ' Aan blijf en lijk kun je goed horen dat er geen t achter de stam komt. Bij worden is het verschil tussen wordt en word niet te horen.