Doordat de groei van de lonen achterblijft bij de inflatie, daalt immers de koopkracht van huishoudens. Die hebben hierdoor minder geld beschikbaar om uit te geven aan wonen en dat drukt de stijging van de huizenprijzen.
In 2023 stijgen de huizenprijzen beduidend minder hard. Economen houden rekening met een prijsstijging 2,5% tot 4,5%. Een daling van de huizenprijzen wordt vooralsnog niet verwacht, maar wordt ook niet uitgesloten. Als de rentes blijven stijgen, kan dit wel degelijk leiden tot een prijsdaling.
Zo publiceerde de Rabobank in september 2020 een prognose van 0,6 procent daling in 2021 en zelfs 2,6 procent daling in 2022. In juni 2021 voorspelden ze een stijging van 10,9 procent voor dit jaar en een verdere stijging van 4,6 procent in 2020.
Huizenprijzen blijven stijgen, maar minder hard
De afgelopen maanden hebben verschillende economische bureaus hun verwachting gegeven (en ook weer bijgesteld). Rabobank verwacht een huizenprijsstijging in 2022 van 16,1%. De meest recente verwachting van ABN AMRO is een prijsstijging van 15,2%.
Volgens de hypotheekadviseur is de daling het gevolg van aanhoudend hoge huizenprijzen en de sterk gestegen rente. Die combinatie zorgt ervoor dat huizen steeds minder betaalbaar worden. De stijgende rente zorgt er namelijk voor dat huizenkopers iedere maand meer kwijt zijn aan woonlasten en dat hakt er flink in.
Verwachting huizenprijzen 2030
Als we kijken naar een huizenprijzen grafiek die tot 2030 gaat, dan zien we nog steeds een grote vraag naar koopwoningen. Met name doorstromers en starters voeren de druk op waarbij de woningen tot 250.000 euro het meeste in trek zijn.
De gemiddelde Nederlandse huizenprijzen stijgen tot 2025 minder snel dan vroeger: zo'n 2% per jaar. De verschillen tussen provincies en binnen provincies worden steeds groter. Drie grote steden, Amsterdam, Utrecht en Den Haag en de regio's daar omheen ontwikkelen zich het meest positief.
Veel mensen geven uiteindelijk toch de voorkeur aan het kopen van een eigen huis als dat financieel mogelijk is, want ondanks de crisis stijgen veel huren gewoon door. Door een slimme keuze te maken wat betreft de rentevaste periode, kun je bij een koopwoning juist je woonlasten relatief zeker maken.
Kopen blijkt lastig, ook voor Korten. De kans op een huis is in veel gemeentes namelijk nihil voor alleenstaande starters met een modaal salaris (dat is rond de 38.000 euro) en zonder enorme spaarrekening of vermogende ouders, aldus Kassa. Korten verdient 42.000 euro bruto per jaar.
Een knelpunt van de huizenmarkt van dit moment is het beperkte aanbod van koophuizen. De krapte-indicator van het NVM staat momenteel op 2,1%. Dit betekent dat kopers keuze hebben uit gemiddeld iets meer dan 2 huizen. Dit is al beter dan aan het begin van het jaar, maar het aanbod blijft beperkt.
De huidige prijsstijging op de huizenmarkt doet meer dan de helft van de consumenten denken aan zeepbelvorming. Toch is er in Nederland – gemiddeld genomen – geen sprake van een zeepbel, aldus het ING Economisch Bureau.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is in 2021 bijna driekwart van de koophuizen verkocht voor een bedrag boven de vraagprijs. In bijna alle gemeenten lag het gemiddelde aankoopbedrag hoger dan de vraagprijs. Ter vergelijking: in 2017 werd slechts 1 op de 5 huizen boven de vraagprijs verkocht.
In 2021 lag het gemiddelde op ruim 13 bezichtigingen per te koop staand huis. Dat is aanzienlijk meer dan het jaar daarvoor, want in 2020 was het gemiddelde nog iets minder dan 10 bezichtigen. Dit was te verklaren door de gekte op de huizenmarkt.
Cijfers van het NVM laten zien dat in 2022 op ruim 61% van de woningen met een vraagprijs tussen de € 300.000 en € 400.000 minimaal € 25.000 wordt overboden. Bij 21% is de overbieding zelfs € 50.000.
Duitsland: 244.000 euro
Een gemiddelde huizenprijs voor heel Duitsland heeft het Duitse statistische bureau overigens niet. Maar er zijn wel gegevens over de prijs per vierkante meter.
Een woning staat gemiddeld 3 à 4 maanden te koop. Hopelijk geldt dat ook voor jouw huis of appartement. Blijft een bod echter uit? Kijk dan zeker naar de tips verder in dit artikel of contacteer een vastgoedprofessional om je te helpen bij de verkoop.
Voor het kopen van een huis moet je meerderjarig zijn. In Nederland betekent dat dus dat je vanaf je achttiende een huis mag kopen.
De gemiddelde huizenprijs in Nederland ligt rond de € 337.000. Als je een huis koopt van dit bedrag kun je ervan uitgaan dat je rond de € 20.220 aan eigen geld nodig hebt. Hoef je geen overdrachtsbelasting te betalen, dan moet je rekenen op een bedrag rond de € 13.480.
Samen een huis kopen op één salaris, kan dat? Dat kan. U kunt er zelfs voor kiezen de woning op één salaris te kopen maar wel allebei de hypotheekakte te tekenen. U bent dan alsnog beiden verantwoordelijk voor het betalen van de hypotheek.
Vooralsnog geen daling
Sinds de zomer van 2013 zitten de huizenprijzen al in de lift. Vorige week maakten het CBS en het Kadaster nog bekend dat de huizenprijzen in april met 19,7 procent zijn gestegen ten opzichte van april 2021. Op dit moment is er dus zeker nog geen sprake van dalende huizenprijzen.
Voor de tweede maand op rij is de gemiddelde huizenprijs daar gezakt. Tot slot noemen we Nieuw-Zeeland. Daar gingen de prijzen het afgelopen kwartaal met 2,3 procent achteruit. Dat is de grootste daling in 13 jaar tijd.
Het vervelende is niet alleen dat je geld misloopt. Maar ook de duur van de periode dat je geld misloopt. Een looptijd van een hypotheek is namelijk gemakkelijk 30 jaar. Dit betekent dat je in die 30 jaar, jaar op jaar cashflow misloopt door het geld dat vastzit in je huis.
Onze woningmarkt is al een tijd oververhit. De afgelopen 5 jaar stegen de huizenprijzen met gemiddeld 8 procent per jaar. In november 2021 waren koopwoningen zelfs ruim 20% duurder dan een jaar eerder, de grootste prijsstijging sinds de start van de metingen door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 1995.
Jawel. Hoewel de bedragen die huizenkopers bieden nog altijd flink boven de vraagprijs liggen, zien we voor het eerst sinds lange tijd een afname als we kijken naar de gemiddelde overbieding als percentage van de vraagprijs. Zo werd er in Q1 2022 gemiddeld 9,23% van de vraagprijs overboden en het kwartaal ervoor 9,39%.