In de wiskunde is een quotiënt het resultaat van een deling. Het quotiënt van twee gehele getallen is bij gewone deling een rationaal getal. Bij geheeltallige deling van gehele getallen is het quotiënt steeds een geheel getal, namelijk het aantal keren dat de deler in het deeltal bevat is.
Delen heet een quotiënt: Het quotiënt van 8 en 2 is 8 : 2 = 4 8 : 2 = 4 8:2=4. De getallen die gedeeld worden heten factoren: Het quotiënt van de factoren 8 en 2 is 4.
Puzzelomschrijvingen van quotiënt:
Deel van een rekenkundige bewerking. Delingsuitkomst. Rekenkundig getal. Rekenkundige term.
Het product is 16,5×3 en het quotiënt is 16,5:3.
Een deling heet in de wiskunde een quotiënt. Als we kijken naar de deling van 16 door 4, dan noemen we 16 en 4 de factoren. Als je 2 getallen bij elkaar optelt dan heet dat in de wiskunde een som. Als we kijken naar 4 + 5, dan zijn 4 en 5 de termen.
In de wiskunde is een quotiënt het resultaat van een deling. Het quotiënt van twee gehele getallen is bij gewone deling een rationaal getal. Bij geheeltallige deling van gehele getallen is het quotiënt steeds een geheel getal, namelijk het aantal keren dat de deler in het deeltal bevat is.
Het quotiënt wordt verkregen nadat het delingsproces is voltooid. Dit betekent dat wanneer een deler een dividend deelt, het antwoord dat we krijgen het quotiënt is. Met andere woorden, het quotiënt kan worden gevonden met behulp van de formule Dividend ÷ Divisor = Quotient . Laten we dit begrijpen met een eenvoudig voorbeeld van 12 ÷ 4 = 3.
De getallen staan hieronder. De waarde van de uitdrukking 3 ¹/₅ ÷ 1/3 zal 9,6 of 48/5 zijn. Meer over de Algebra-link staat hieronder.
Antwoord. 68×37−125:5=2491 dus antwoord b. Denk aan de volgorde van de bewerkingen! Vragen naar aanleiding van dit antwoord?
Als je getallen vermenigvuldigt dan noem je de uitkomst product. De getallen noemen je dan factoren. Je kunt dus zeggen dat 12 het product is van 3 en 4.
Synoniemen: uitkomst, rest, berekening, resultaat, maat, bedrag, graad .
Als je Euclidische deling of deling met een rest doet, is je antwoord een geheel getal en de rest. Het rationale getal A wordt het deeltal genoemd en het reële getal B wordt de deler genoemd. Kortom, deeltal = quotiënt x deler + rest.
ja 16 of 1 !!!
Een kwadraat zorgt ervoor dat het getal zich keer zichzelf gaat doen. Dus in dit geval krijg je dan 7×7=49.
Je kunt ook zeggen dat de quotiënt het resultaat is van de deling van het deeltal door de deler. Een deling is een wiskundige bewerking van twee getallen en ziet er als volgt uit: deeltal : deler = quotiënt.
Antwoord. Het product heeft te maken met 'vermenigvuldigen' en quotiënt heeft te maken met 'delen'. De som heeft te maken met 'optellen'. Bereken het product (vermenigvuldigen) van 12,5 en 2,5, bereken het quotiënt (delen) van 12,5 en 2,5 en tel ze bij elkaar op (de som).
Als je erop rekent dat 2 mensen samen 1 fles cola opdrinken, dan krijg je de verhouding aantal mensen : aantal flessen cola = 2 : 1. Stel nou dat er totaal 10 mensen op je feestje komen, dan krijg je de verhouding aantal mensen : aantal flessen cola = 10 : 5.
Het antwoord is 90 .
Vraag zoals het is betekent 9+ ((sqrt(2))/4) - sqrt(7) = 6,7078 . Als het echter een quotiënt is, zou het worden geschreven als (9+sqrt(2))/(4-sqrt(7)) = 7,6900 waarbij haakjes voor teller en noemer NIET optioneel zijn in een quotiënt.
Delen door nul is bij het gewone rekenen als bewerking niet toegestaan.
De formule voor Quotiënt = Dividend ÷ Deler . In Wiskunde is de rest het bedrag dat "overblijft" na het uitvoeren van een berekening. In rekenkunde is de rest het gehele getal dat "overblijft" na het delen van een geheel getal door een ander om een geheel getalquotiënt te produceren.
In de wiskunde is een quotiënt het resultaat van een deling. Het quotiënt van twee gehele getallen is bij gewone deling een rationaal getal. Bij geheeltallige deling van gehele getallen is het quotiënt steeds een geheel getal, namelijk het aantal keren dat de deler in het deeltal bevat is.
Laat x een onbekend getal zijn. Uit de vraag weten we x÷2=12. Dus x=12*2= 24 .