Grommen en aanvallen ontstaat door hormonen en territoriaal gedrag. Belangrijke oorzaken zijn eenzaamheid, verveling, angst, opwinding (bijv als er word gevoerd) en zoals eerder genoemd de hormonen. Bij plotselinge gedragsveranderingen kan het ook zijn dat er medisch gezien iets mis is met het konijn.
Grommen, brommen of zoemen
In de natuur maken mannetjes dit geluid kort na de dekking of wanneer ze een vrouwtje het hof maken. Huisdieren doen het ook wanneer ze seksueel gefrustreerd zijn. Er zijn heel wat goede redenen om je konijn te laten castreren of steriliseren.
Een boos en ongelukkig konijn
Het konijn kan zichzelf snel omdraaien en wegrennen en daarbij met zijn achterpoten vegen. Tegelijkertijd kan hij hierbij zijn oren plat tegen zijn rug houden. Een konijn kan ook op de achterpoten zitten.
Als je konijn knort, piept of gromt, dan voelt hij zich bedreigd en kan hij gaan aanvallen. Zit je konijn bijvoorbeeld tijdens het aaien zachtjes te tandenknarsen, dan voelt hij zich prettig. Zit je konijn luid te tandenknarsen en in elkaar gedoken, dan kan hij pijn hebben.
Een konijn doet dat uitsluitend bij de persoon waar hij veel van houdt. Dus als je konijn je hand likt dan vindt hij je lief en laat dat blijken door likken, net zoals een hond of een poes doet. Sommige konijnen vleien zich in je hals en likken je gezicht. Allemaal konijnenliefde.
Ze kunnen boos zijn, gespannen, bang, gestresst, vrolijk, verdrietig: net als wij! Een konijn dat wil waarschuwen voor gevaar kan gaan stampen, bijvoorbeeld. Een konijn dat bang is of pijn heeft kan gaan gillen of brommen.
Konijnen leren hun naam
Er kunnen maanden overgaan voor het dier zijn naam herkent. Dit lukt bovendien ook niet bij elk konijn. Sommigen leren hun naam na verloop van tijd, anderen niet. Er zijn ook mensen die hun konijn een aantal andere eenvoudige woorden als 'nee' hebben aangeleerd.
Kloppen met poten
Dit is een van de hardste geluiden die konijnen maken en daar is ook alle reden toe. Ze doen het als ze schrikken of bang zijn voor iets en hun soortgenoten willen waarschuwen voor dreigend gevaar. Met wijd open ogen zoeken ze vervolgens een schuilplaats.
Een blij konijn rolt bijvoorbeeld of het maakt een sprongetje in de lucht. Als twee konijnen elkaar leuk vinden dan gaan ze elkaar wassen. Een vorm van affectie tonen is het als een konijn je likt en als het je aanstoot met de neus dan begroet een konijn je.
Het 's nachts zacht aan laten staan van een radio zou helpen om konijnen uit de (moes)tuin te houden, omdat ze dan denken dat er mensen in de buurt zijn. Strooikorrels en geurpoeders verspreiden een voor konijnen en hazen onaangename geur.
Let op: Straf je konijn niet. Je konijn bijt niet omdat hij vals is, maar omdat hij iets duidelijk wil maken. Gebruik ook zeker niet je handen om te straffen. Het konijn gaat je handen dan associëren met iets negatiefs.
Je konijn slaapt of is aan het indommelen. Konijnen slapen met hun ogen open, maar sommige konijnen knipperen met hun oogleden of laten hun hoofdje hangen terwijl ze slapen.
Konijnen zien niet alleen zwart-wit. Vergeleken met mensen zien konijnen niet zo veel kleuren, maar rood en groen kunnen ze goed uit elkaar houden. Konijnen zien niet alleen zwart-wit. Vergeleken met mensen zien konijnen niet zo veel kleuren, maar rood en groen kunnen ze goed uit elkaar houden.
Spelen met je konijn
Je kunt zelf spellen maken, zoals een wipwap, een brug, een hoepel, een slalom of een hindernis. De meeste konijnen vinden spellen leuk die hun natuurlijke gedrag naar boven haalt. Een duel bowlen zal de ondeugendheid in je konijn aanspreken, omdat ze het leuk vinden om dingen om te gooien.
Waarschuwen of aandacht trekken
Hij bijt niet hard, maar doet dit als waarschuwing: 'Weg die voet, ik moet er langs! ' Een konijn kan ook (zacht) bijten om aandacht te trekken, bijvoorbeeld als je ophoudt met aaien. Door even kort te bijten vraagt hij of je door wilt gaan.
Meestal begint het met snuffelen, en daarna proberen ze op elkaar te rijden om de rangorde te bepalen. Rijdt het ene konijn op het hoofd van de ander, duw deze er dan wel af omdat het onderste konijn dan kan bijten. De konijnen gaan hierbij vaak ook om elkaar heen cirkelen, wat 'vlinderen' wordt genoemd.
Konijnen moeten kunnen rennen, houden van knagen en graven en moeten op hun achterpoten kunnen staan om hun omgeving te scannen. Daarnaast moeten ze zich kunnen terugtrekken in een schuilplaats als ze zich onveilig voelen en moeten ze een veilige plek hebben om te rusten.
Een konijn pakt zo'n tien uur slaap per dag. Sommige konijnen slapen met hun ogen open. Wees niet bang!
Konijnen kunnen je volgen en rondjes om je voeten rennen. Dit kan samengaan met sproeien en keutelen. Je konijn is dan haast verliefd op je, dit gaat samen met een hele hoop hormonen. Dit gedrag zie je vaak bij mannen die nog niet gecastreerd zijn.
Konijnen worden vaak gezien als gemakkelijke huisdieren. Dat is echter niet terecht. Konijnen zijn ontzettend leuk, maar het zijn ook vrij gevoelige dieren die ruimte, goede voeding en aandacht nodig hebben. Als u weet wat u doet, kunt u een konijn prima als huisdier houden.
Begin tegen je konijn te praten, begin met rustige bewegingen. Benoem de dingen die je doet, gebruik telkens dezelfde woorden zodat je konijn weet wat hij kan verwachten. Is je konijn goed aan je gewend, steek dan een hand uit en laat hem snuffelen. Misschien wil hij zelfs wel iets lekkers aannemen uit je hand.
Als u twee konijnen samen houdt (konijnen hebben altijd een maatje nodig) zullen ze elkaar likken en wassen als een teken van liefde en affectie. Als een konijn u graag mag, dan zal hij of zij u of uw kleding misschien likken of zachtjes aan uw vinger knabbelen.
Een konijn kan niet boeren, daarom moet gas wat zich in de maag bevindt via de maagpoort naar de darm. Dan door de darm naar de anus en zo als (stinkende) windjes het lichaam verlaten.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn konijnen geen goede huisdieren voor kinderen. De meeste konijnen vinden oppakken en knuffelen niet leuk. Ze kunnen dan krabben en bijten en zelfs hun eigen rug breken als ze spartelen bij het optillen.