Een positieve ANA test betekent dat er een hogere concentratie van auto antistoffen aanwezig is dan normaal. Wanneer er ook klachten zijn van een auto-immuunziekte, geeft dit de huisarts een reden om verder uit te laten zoeken of en welke auto-immuunziekte het zou kunnen zijn.
Het aantonen van antinucleaire antistoffen (ANA) draagt bij aan de diagnose van systemische auto-immuunziekten, zoals systemische lupus erythematodes (SLE), Sjögren-syndroom, systemische sclerose, idiopathische inflammatoire myopathie (IIM) en 'mixed connective tissue disease' (MCTD).
Een normale titer is tot 1:40. Dit wil zeggen dat de antistoffen nog aantoonbaar zijn als het serum van de patiënt 40x verdund is. Vanaf een titer 1:160 wordt de test positief genoemd. Dit komt bij 5% van de mensen voor, zonder dat zij klachten hebben.
In je bloed kunnen stoffen aanwezig zijn die mogelijk op een auto-immuunaandoening wijzen.
Test om te onderzoeken of het afweersysteem anti-nucleaire antistoffen (ANA) aanmaakt. Voor deze test is een bloedafname vanuit een ader nodig. Afname gebeurt via een prikpost bij jou in de buurt.
ANA vormen een heterogene groep van antistoffen die gericht kunnen zijn tegen verschillende in de celkern voorkomende antigenen. Ze zijn niet specifiek voor SLE maar kunnen ook bij andere auto-immuunziekten en bij gezonde personen op oudere leeftijd worden aangetoond.
Als je grote hoeveelheden auto-antilichamen of anti-nucleaire antilichamen (ANA) in je bloed hebt, kan dit wijzen op een auto-immuunziekte. De ANA-test spoort de anti-nucleaire antilichamen (ANA) in je bloed op. Anti-nucleaire antilichamen (ANA) richten zich tegen de kern (nucleus) van de cellen in je lichaam.
Symptomen auto-immuunziekten
Een van de kenmerkende symptomen van auto-immuunziekten is de aanwezigheid van chronische ontstekingen in organen of gewrichten. Deze aanhoudende ontstekingen kunnen leiden tot pijn, zwelling en schade aan het aangetaste weefsel.
De ANA-test kan negatief zijn wanneer de patiënt alleen anti-SS-A-antistoffen aanmaakt. De combinatie van symptomen bij patiënt A geeft aanleiding om direct te testen op anti-ENA die verband houden met het syndroom van Sjögren, namelijk anti-SS-A en -SS-B, ongeacht de uitslag van de ANA-test.
Antinucleaire antistoffen (ANA) worden ook wel antinucleaire factor (ANF) genoemd. Het zijn antistoffen gericht tegen onderdelen van de eigen celkern (nucleus). Bij patiënten met bepaalde auto-immuunziektes zijn deze vaak in een verhoogde hoeveelheid aanwezig.
Diagnose bij systemische lupus erythematodes
Klachten die wijzen op systemische lupus erythematodes (SLE) zijn: vlindervormige huidafwijkingen in je gezicht. verdikte rode plekken op je huid. overgevoeligheid voor zonlicht.
Bij ongeveer 80% van de mensen met reumatoïde artritis zijn de reumafactor en/of anti-CCP auto-antistoffen in het bloed te meten. Als deze aanwezig zijn in je bloed, in combinatie met gewrichtsontstekingen, heb je vaak een ernstiger verloop van de ziekte.
Bij een auto-immuunziekte werkt het afweersysteem niet goed. Uw afweersysteem heeft de taak om u te beschermen tegen ontstekingen (infecties). Oorzaken van infecties zijn bijvoorbeeld bacteriën of een virus. Bij mensen met een auto-immuunziekte functioneert het afweersysteem niet goed.
Een vroege diagnose en een doeltreffende behandeling maken dat de meeste patiënten met SLE een normale levensverwachting en een normaal levenspatroon kunnen hebben. SLE komt vooral voor bij vrouwen en begint meestal tussen 20- en 40-jarige leeftijd. Ongeveer 30 op de 100.000 mensen in Nederland heeft SLE.
Een CEA-waarde hoger dan 5 kán een aanwijzing zijn voor kanker. CEA is een zogenaamde tumormarker. Het kan ook iets zeggen over de grootte van een tumor en of er wel of geen uitzaaiingen zijn. Maar een verhoogde CEA-waarde kan ook wijzen op bijvoorbeeld een darm- of leverontsteking.
Tussen 1-3 mg/l: Licht verhoogd risico op het ontwikkelen van een hart- en/of vaatziekte. Groter dan > 3,0 mg/l: Hoog risico op het ontwikkelen van een hart- en/of vaatziekte.
Levensverwachting. Zonder behandeling heeft een patiënt met auto-immuunhepatitis ongeveer 20% kans op vijf jaar overleving. Door behandeling met een combinatie van ontstekingsremmende medicijnen en medicijnen die het afweersysteem onderdrukken is dit beeld veranderd.
De meest voorkomende auto-immuunziekten zijn: Reumatoïde artritis (RA), systemische lupus erythematosus (SLE) en Multiple Sclerose (MS). Reuma komt vaker voor bij vrouwen, met een verhouding tussen vrouwen en mannen van ongeveer 3:1.
Klachten. Veel auto-imuunziektes veroorzaken schade aan verschillende organen zoals de lever, de nier of de longen. Ook kunnen er beschadigingen ontstaan aan uw gewrichten, huid of zenuwen.
Auto-immuunziektes kan je niet genezen. De behandelingen die ervoor bestaat, kunnen wel het effect van het immuunsysteem beperken waardoor de pijn en ontsteking kan verminderen. Meestal worden middelen zoals NSAIDs en immunosuppressiva ingezet.
Een verzwakt immuunsysteem herken je aan de volgende symptomen: Aanhoudende vermoeidheid. Terugkerende infecties, zoals regelmatige blaasontstekingen, ontstoken tandvlees, maagklachten of diarree. Regelmatige verkoudheidsklachten.
Het Radboudumc Expertisecentrum voor systemische auto-immuunziekten verricht wetenschappelijk onderzoek. De nadruk van dit onderzoek ligt op het verbeteren van de vroege diagnostiek naar systemische sclerose en haar complicaties, de behandelingen en door de patiënt beleefde gevolgen van systemische sclerose.
Veel mensen geloven dat fibromyalgie een auto-immuunziekte is. Tot dusverre is het niet geclassificeerd als één, hoewel er aanwijzingen zijn dat sommige gevallen een auto-immuuncomponent kunnen hebben.